Thomas Koot, Msc student Agrotechnologie. Boeddhist, Verbleef een maand in een klooster in Canada.
‘Op mijn zestiende werd ik voor het eerst gegrepen door het Boeddhisme na het lezen van een artikel in de Volkskrant. Ik ben toen met een vriendin naar een Dechen Chöling geweest, dat is een Boeddhistisch centrum in Frankrijk. Dat was een hele bijzondere ervaring. Ik ontmoette daar veel interessante mensen die allemaal een soort ontevredenheid ervaren in de oppervlakkigheid van het leven van alledag. Afgelopen zomer heb ik een maand als monnik in een boeddhistisch klooster in Canada doorgebracht, dat had ik me al heel lang voorgenomen om te doen. De eerste dagen was ik vooral bezig met zaken als: krijg ik wel lekker te eten vanavond of krijg ik niet te veel spierpijn van het mediteren? Langzaam kwamen mijn gedachten bij meer elementaire gevoelens. Dan ineens kun je je heel alleen voelen maar dan kun je ook een grote waardering ervaren voor de wereld om je heen.
We mediteerden van zonsopgang tot zonsondergang, mochten niet praten, hadden geen toegang tot internet en we aten maar twee keer op een dag. Als je elkaar niet spreekt kunt je je niet achter loze woorden verschuilen. Ondanks dat we elkaar niet spraken, leerden we elkaar toch heel goed kennen. Dat is misschien moeilijk uit te leggen, maar toch voelde dat zo. Het Boeddhisme gaat uit van een kracht van binnenuit. In een van oorsprong Boeddhistisch land als Bhutan kent het meer een religieus karakter. In het Westen is daar meer de boeddhistische filosofie en beoefening uit overgenomen, maar de grondgedachte blijft dat mensen lijden door gehechtheid. Mediteren is een training om los te komen van die gehechtheid en daar heb je dus geen hogere macht voor nodig. Tijdens het mediteren ga je gewoon zitten en kijk je wat er gebeurt. Als er een gedachte komt laat je hem gaan. Het is te simplistisch om te zeggen dat ik helemaal in het hier en nu wil leven en dat je alle gedachten moet uitbannen, maar door te mediteren leer je je niet mee te laten voeren door die gedachten. Het is een valkuil om in je leven van afleiding naar afleiding te leven. Met afleiding is niets mis, maar soms voelt de keus voor stilte en afzondering fijner dan een middag achter Facebook.’
Wie de agenda bekijkt van het SP&C (Student Platform and Chaplaincy) ziet al snel waar dit verhaal over gaat. Op werkdagen is er bijna elke avond een evenement, variërend van een Socratisch Café tot een Taizé Celebration. Allemaal gelegenheden waarbij de bezoekers samen met anderen kunnen zoeken naar meer verdieping. De meeste ontmoetingen worden doorgaans uitstekend bezocht, vertelt studentenpastor Yuri Saris. Hij ziet de belangstelling bij studenten de laatste jaren groeien. Dat geldt ook voor buitenlandse studenten die het SP&C sinds vorig jaar, toen het hele programma Engelstalig werd, massaal weten te vinden. ‘Het christelijke geloof is in Nederland niet meer zo aanwezig, maar dezelfde zingevingsvragen leven bij studenten nog steeds’, meent Saris. Je identiteit ligt volgens hem niet meer zo vast als vroeger, maar nog steeds moet je als student je plek in de maatschappij zien in te nemen. Dat wordt er niet makkelijker op als je ouders hebt die je volledig vrij hebben gelaten. Het SP&C geeft daarbij begeleiding zonder veel te sturen naar één bepaald geloof. ‘Zodra je de vaak onuitgesproken innerlijke beroeringen aanspreekt bij studenten heeft dat iets spiritueels. Dat wil zeggen: het raakt je geest en dus niet alleen je verstand’, zo vat Saris zijn werk samen.
Andere zoektocht
Ook filosoof Rudi te Velde ziet een toename van de belangstelling voor spiritualiteit onder studenten. Dat komt volgens hem mogelijk omdat wetenschap de plaats van religie grotendeels heeft overgenomen als het gaat om het verklaren van de werkelijkheid. ‘Als je weten schap gaat verabsoluteren, is het gevolg dat studenten doorslaan naar het andere uiterste’, zo stelt Te Velde. Daarmee doelt hij bijvoorbeeld op wetenschappers die beweren dat de mens niks meer is dan een machine, zoals Dick Swaab betoogt in zijn boek Wij zijn ons brein. De vrije wil bestaat volgens Swaab eigenlijk ook niet, dus is ons levensverhaal niet een zelf gekozen pad, maar het resultaat van de interactie tussen neuronen en protonen. Volgens Te Velde kun je echter niet veel met zo’n verhaal wanneer je de ambitie hebt om een zinvol bestaan te leiden en daarbij voor belangrijke keuzes staat. Logisch dus dat studenten verder kijken, meent hij.
Als docent is Te Velde verbonden aan de stichting Thomas More. Die stelt zich ten doel om studenten in contact te brengen met verschillende levensbeschouwelijke tradities als onderdeel van hun academische vorming. Hoewel Wageningen Universiteit vrij klein is ten opzichte van andere universiteiten, weten relatief veel Wageningse studenten de stichting te vinden. Voor Te Velde een signaal dat er hier mogelijk iets ontbreekt. ‘Wetenschap wordt steeds meer in dienst gesteld van maatschappelijke doeleinden. Technische beheersing en nut staan centraal. Maar wat dat betekent voor ons mens-zijn is een vraag die niet meer wordt gesteld’, zo licht hij toe. Yuri Saris bevestigt dat beeld. Hij ziet een vergelijkbare trend als in de jaren zestig toen een generatie brak met de knellende banden van toen. Ook nu is het evenwicht volgens Saris zoek. ‘Sommige studenten hebben het gevoel, dat de politiek en de cultuur hen niet verstaat. Er wordt iets essentieels over het hoofd gezien. Iets in hen wordt niet aangesproken. Ze keren zich niet af, maar beginnen een zoektocht naar wat ze missen.’
Luca Peters, BSc Internationaal Land- en Waterbeheer. Verblijft regelmatig in Taizé, Frankrijk.
‘‘Toen we met de caravan naar Frankrijk op vakantie gingen namen mijn ouders me al mee naar Taizé, maar ik blijf terugkomen. Het leuke van Taizé is dat je direct als je aankomt mensen leert kennen en dat je daar in een week echt wat mee opbouwt. Je kunt daar alle talen spreken en de sfeer is heel goed. Het lijkt net alsof je opgetild wordt als je daar verblijft. Iedereen lijkt op één niveau te zitten en ik denk dat het maken van contact daarom zo makkelijk gaat. Je hebt vaak hele goede gesprekken met mensen. Iedereen is heel open, ook omdat je daar ineens onder woorden kan brengen wat je bezighoudt. Ik heb meegemaakt dat iemand zomaar zijn halve levensverhaal begon te vertellen. Als je daar bent, draai je gewoon mee in het huishouden van de kloostergemeenschap samen met honderden andere jongeren.
*Voor mij is het echt een toevluchtsoord, een soort oplaadstation, soms heb ik ineens zin om er naar toe te gaan. De wereld is een stuk overzichtelijker als ik daar ben en ook kun je even ontsnappen uit je drukke leven. De muziek die je zingt tijdens de vieringen is onlosmakelijk verbonden met Taizé. Dat is echt prachtig, soms lijkt het net of er engelenstemmen tussen zitten. Mijn ouders hebben geprobeerd om de essentie van alle geloven mee te geven. Ik denk dat er meerdere wegen naar Rome leiden. Alle tradities hebben rituelen die waardevol zijn. Mensen die naar Taizé komen zoeken wel naar geloof denk ik. Er wordt niemand iets opgedrongen, maar wel wordt jou iets aangereikt. Wat ik ook leuk vind is dat er in Taizé aandacht wordt besteed aan het interpreteren van de bijbel. Er wordt jou geen uitleg opgelegd, maar je krijgt wel de gelegenheid om met een groepje verder te praten over de verhalen die je hoort. Het bijzondere is dat de verhalen voor iedereen een andere betekenis blijken te hebben. Ze krijgen pas hun betekenis doordat je ze op je eigen leven kunt betrekken.’
, Msc Leisure, Tourism and Environment. Ziet storytelling als een manier om inzicht te krijgen in het eigen leven.
‘Taizé voelt voor mij als een thuis. Ik heb mezelf nooit als religieus beschouwd, maar elke keer als ik er weer kom en de klokken luiden, dan krijg ik kippenvel. Ik was zestien toen ik hier voor het eerst kwam. Zoals de meeste tieners zat ik vol met levensvragen, maar die verdwenen als sneeuw voor de zon in de week van mijn verblijf. Hoewel je je aan de regels moet houden, voel ik me vrij als ik er ben. Je ontmoet steeds vriendelijke mensen. Zoals broeder Hector, een van de gastheren van Taizé. Hij vertelde verhalen die me het gevoel gaven dat ze speciaal voor mij bedoeld waren. Gaandeweg ben ik geïnteresseerd geraakt in traditionele ‘storytelling’. Onlangs was ik in Amsterdam op een storytelling- festival om me er wat meer in te verdiepen. Eerst was ik een beetje sceptisch, maar uiteindelijk werd ik helemaal meegevoerd door de verhalen. Waarom weet ik niet, maar op een zeker moment moest ik er zelfs van huilen. Er waren bijvoorbeeld Canadese indianen die over hun cultuur vertelden. Op een poëtische manier vertelden ze dat jezelf nederig opstellen bij hen de hoogste vorm van maatschappelijke waardering oplevert. In tegenstelling tot onze cultuur, waar een bescheiden houding je doorgaans niet ver brengt. Zulke verhalen geven me veel stof tot nadenken, waardoor mijn kijk op veel zaken verandert.
Door te laten zien hoe mensen handelen vanuit bepaalde dilemma’s of situaties, kunnen ze inzicht geven in je eigen leven. Veel verhalen worden van generatie op generatie mondeling doorgegeven en zijn daarom niet statisch, maar springlevend. Heel anders dan wanneer je in je eentje een boek leest. Naar een verhaal luister je samen, terwijl je er toch je eigen gevoel bij krijgt. Voor mijn masterthesis wil ik graag onderzoeken hoe mensen tegen verhalen aankijken en welke rol ze mogelijk in hun leven spelen. Daarom ga ik nu naar Inda: om te luisteren naar de traditionele en de persoonlijke verhalen van de mensen daar.’