Wetenschap
Achtergrond

Ode aan het gewone

HET VERHAAL VAN EEN VIERKANTE KILOMETERWat heeft een doorsnee vierkante kilometer Nederlands platteland ons te vertellen? Zeg Zeeland. Wat is het verhaal van het Zeeuwse dorpje Dreischor? Bewoners en Wageningse wetenschappers nemen samen de handschoen op om dat verhaal te vertellen.
Roelof Kleis

Stel je vliegt business class met de KLM naar verre oorden en je bestelt een wit wijntje. De wijn die je dan krijgt is van eigen bodem. Van wijnhoeve De Kleine Schorre uit het Zeeuwse dorpje Dreischor. Wijnbouw op het platte Zeeuwse land? Daar zit een verhaal achter. Op weg naar dat verhaal bel ik Reissenaar Leo Schoof. Een inwoner uit Dreischor heet een Reissenaar. Schoof is als vrijwilliger werkzaam bij het plaatselijke streekmuseum en het archief van de gemeente Schouwen-Duiveland. Of hij me kan ontvangen? Ja, maar nu even niet. Hij zit op het politiebureau. Niet omdat hij iets op zijn kerfstok heeft. Leo Schoof staat DNA af voor een project om onbekende slachtoffers van de watersnoodramp van 1953 alsnog te identificeren.

Nog een verhaal. In Zeeland is ‘53 nooit ver weg. Joop Schaminee, hoogleraar plantenecologie, houdt van dit soort verhalen. Sterker nog, dit is precies waar zijn jongste project om draait. Om Dreischor dus. Om het landschap, de mensen die er wonen en de verbondenheid van beide met elkaar en de buitenwereld. ‘Venster op de Wereld’ heet het en hij noemt het zelf ‘misschien wel het allerleukste project dat ik ooit heb aangepakt’: ‘We nemen een stukje platteland van een vierkante kilometer en vertellen het verhaal van die vierkante kilometer. Indringende verhalen over de levens van bewoners naast de verhalen van de wetenschap over dit gebied. Die werelden van bewoners en wetenschappers brengen we samen, met het uiteindelijke doel verbondenheid zichtbaar te maken. Verbondenheid binnen die kilometer, maar ook met de buitenwereld. Door die kilometer wil ik de betekenis van een willekeurig gekozen stukje platteland benadrukken en dus van ieder stukje platteland.’ Meer dan dertig mensen van allerlei pluimage werken samen aan de kilometer van Dreischor. Hun project moet volgend jaar uitmonden in een boek, maar nu al is er zoveel aandacht onder mediamakers en kunstenaars dat een aanzienlijke spin-off verwacht wordt. Zo komen er een documentaire, een radioserie, een reeks van artikelen in de Provinciale Zeeuwse Courant, een website en een kunstwerk geïnspireerd op het project.

De druivenoogst zal naar verwachting zo’n zeventigduizend flessen wijn opleveren.

De druivenoogst zal naar verwachting zo’n zeventigduizend flessen wijn opleveren.

Mooiste dorp van Zeeland

Het idee voor de kilometer is geënt op het boek Pig 05049 van Christien Meindertsma. Schaminee: ‘Zij laat zien wat er na slachting gebeurt met een varken. De delen gaan de hele wereld over. Naast vlees worden er munitie, remschijven, hartkleppen en tal van andere producten van gemaakt. Bezopen, maar ook fascinerend. Onze voorlichter Bert Jansen kwam met het idee: dat kan ook met een stukje landschap. Dat heeft ook verbindingen met de hele wereld.’ Het concept voor een vierkante kilometer lag er vervolgens heel snel. En het werd dus het Zeeuwse Dreischor, door Schaminée en collega en medeprojectleider Anton Stortelder geprikt op weg naar een lezing in Terneuzen. Is Dreischor een stukje willekeurig Nederland? Nou nee, zo doorsnee is Dreischor nou ook weer niet. Het dorp afficheert zich niet voor niks als het mooiste ringdorp van Zeeland. Die term slaat op de vorm van de bebouwing rondom de Adrianuskerk, het stralende middelpunt van Dreischor. Het Venster beslaat het zuidelijke deel van het dorp en het aangrenzende akkerland. De rand van het dorp zit er natuurlijk in, de molen Aeolus, museum Goemanszorg, het kerkhof, het vroegere haventje Beldert. En dus ook, aan de Zuiddijk, wijnhoeve De Kleine Schorre.

In 2001 plantte spruitenboer Krijn-Jan van de Velde de eerste wijnranken op zijn bedrijf, in een poging om met het bedrijf een andere en meer rendabeler richting in te slaan. Zoon Johan van de Velde, die sinds drie jaar eigenaar is van de hoeve, mag zich inmiddels de grootste wijnboer van ons land noemen. De oogst, die nog in volle gang is, zal naar verwachting zo’n zeventigduizend flessen wijn opleveren. Niet gek voor iemand die ‘helemaal niks had met wijn’. De Kleine Schorre maakt witte wijn. ‘Omdat witte wijn het best combineert met Zeeuwse producten als vis, mosselen, oesters, kreeft en zilte groente als zeekraal en lamsoor’, legt de wijnboer uit. ‘Van het begin af aan hebben we ingezet op die combinatie met Zeeland, de mooiste provincie van Nederland.’ Maar die keuze voor wit is ook ingegeven door praktische overwegingen. Voor rode wijn is het in Zeeland gewoon te koud. De kalkrijke bodem en het klimaat zijn geschikter voor witte wijn. ‘Alles bij elkaar lijkt het hier een beetje op het Moezelgebied in de omgeving van Trier’, zegt Van de Velde. De keuze voor de druivenrassen is daarop gebaseerd. Van de Velde verbouwt klassieke rassen als Pinot Gris, Pinot Blanc, Auxerrois en Rivaner, een kruising tussen Silvaner en Riesling.

Wijnkoningin

Dat wijnbouw het zo goed doet op de Zeeuwse bodem verbaast bodemkundige Rein de Waal (Alterra) niet. De Waal is een van de Wageningse wetenschappers die meedoen aan Schaminees project. Hij gaat het bodemverhaal van Dreischor beschrijven op basis van bestaande kennis uit archieven. Wageningse kennis vooral. ‘Er zijn zeer gedetailleerde bodemgegevens bekend uit de tijd van het Stiboka, de in Wageningen gevestigde Stichting voor Bodemkartering.’ Ter illustratie pakt hij er een bodemkaart van Schouwen-Duiveland uit 1947 bij. De kleurige kaart toont in één oogopslag en in groot detail de geschiedenis van het gebied. Een geschiedenis van landvorming en overstromingen. Het vroegere eiland Dreischor is moeiteloos te herkennen aan de bodemsoorten. Voor De Waal heeft de vierkante kilometer een per soonlijk tintje. ‘Mijn voorvaderen hebben in Dreischor gewoond. Aan de Ring op nummer 35, aan de rand van de vierkante kilometer. Van 1660-1750 hebben drie generaties daar gewoond. In Bruinisse wonen nog steeds veel De Waalen.’

Maar dit terzijde, het gaat dus om de bodem en waarom wijnboer Van de Velde zulke goede zaken doet. Dat komt dus door de kalk. ‘De kleiige bodem is heel kalkrijk’, legt De Waal uit. ‘Een deel van het bedrijf zit op het oude eiland. Een ander deel op het Dijkwater, een vroegere zeearm die is ingedamd. Die jonge zeeafzettingen zijn heel kalkrijk en op dat hoge kalkgehalte doen wijnranken het goed. Daar komt bij dat voor Nederlandse begrippen het aantal zonuren in Zeeland hoog is.’ Tien hectare druiventeelt omvat De Kleine Schorre inmiddels. Het bedrijf heeft het dorp verrijkt met een partycentrum, een jaarlijks wijnfeest en een heuse wijnkoningin. De wijnbouw is een beeldbepaler. In zekere zin is het een waardig opvolger van de vroegere vlasteelt van Dreischor. Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw was Dreischor een echt vlasdorp. De jaarlijkse Vlasdag in augustus herinnert nog aan die tijd. Evenals de tientallen zwartgeteerde houten vlasschuren die het (beschermde) dorpsbeeld bepalen. En natuurlijk het streekmuseum, dat voor een belangrijk deel teert op het vlasverleden. En zo komen we uit bij Leo Schoof, vrijwilliger bij het museum en het eilandelijk archief, woonachtig in een voormalige vlasboerderij aan de Bogerdweg op een steenworp afstand van de wijnhoeve. Pensionado Schoof is import; hij is zes kilometer verderop geboren in Oosterland. Schoof is een wandelende encyclopedie. Geen wonder dat Joop Schaminée zich tot hem heeft gewend voor info over de vlashuttentut, een plantje dat vroeger algemeen voorkwam in deze streek, maar al sinds lange tijd is verdwenen.

Vlashuttentut

De vlashuttentut (Camelina alyssum) is een onkruid dat vroeger algemeen voorkwam tussen het vlas. Het plantje is al sinds 1931 niet meer gezien in ons land. Het is een ondersoort van de gewone huttentut. Volgens Leo Schoof komt de naam huttentut pas sinds 1820 in de boeken voor. De huttentut (ook wel dederzaad) is een van de oudste cultuurgewassen van ons land. Al in de ijzertijd werd het verbouwd. Uit de zaden wordt olie geperst die in de voeding en als lampenolie dienst deed. De vlashuttentut heeft zich waarschijnlijk ontwikkeld als akkerkruid in de vlasteelt. Huttentut en vlas werden vaak samen verbouwd. De zaden van de vlashuttentut zijn even groot als die van vlas. De olie van de huttentut wordt als massageolie gebruikt en werkt heilzaam bij eczeem en psoriasis.

Joop Schaminée: ‘Misschien leidt dit project wel tot een nieuwe filosofie van het landschap’

Joop Schaminée: ‘Misschien leidt dit project wel tot een nieuwe filosofie van het landschap’

Drijvende kadavers

En via Schoof komen we ook uit bij die allesbepalende gebeurtenis uit de recente geschiedenis van Zeeland: de ramp. Leo Schoof was destijds zeven jaar, maar heeft nog levendige herinneringen aan die gebeurtenis. Vanaf de zolder van de boerderij zag hij de ene na de andere boerderij in de omgeving bezwijken onder de druk van het water. ‘Koeien en paarden zwommen wanhopig rond, tot ze uiteindelijk verdronken. Dat vond ik het meest aangrijpende.’ Hij herinnert zich geen angst of paniek. Wel het walgelijke beeld van drijvende kadavers. Een buurman met een bootje bracht het gezin in veiligheid. Maar niet iedereen had dat geluk. Schoof verloor zijn oma, tante, oom en nichtje die in Nieuwerkerk woonden. ‘Ze zijn alle vier verdronken. Dat weten we zeker, omdat mijn huidige buurvrouw hier tegenover het heeft zien gebeuren. Ze waren op de vlucht voor het water op het dak van het huis geklommen. Het huis stortte in, het dak dreef weg en kieperde om. Dat was in de namiddag van zondag 1 februari 1953. De lichamen van mijn oom en tante zijn gevonden, die van mijn oma en mijn nichtje niet.’ De ramp kostte meer dan 1800 mensen het leven. Een deel van hen is nooit gevonden of geïdentificeerd. Dreischor telde 38 doden. Maar wie op het kerkhofje in ‘de kilometer’ gaat kijken, telt veel minder graven. De anderen zijn nooit gevonden.

Op Schouwen- Duiveland zijn volgens Schoof 37 graven van onbekende slachtoffers. Op basis van DNA-vergelijking wordt op dit moment een ultieme poging gedaan de doden en hun nabestaanden recht te doen. ‘De watersnoodramp is tot op de dag van vandaag een open wond’, zegt Joop Schaminée. ‘In heel Zeeland zijn wel driehonderd monumentjes als deze op het kerkhof van Dreischor. Die gaan we in kaart brengen.’ Verhalen als deze, daar draait het wat hem betreft allemaal om. ‘Verhalen die aantonen hoe complex de wereld in elkaar zit. Verhalen die aantonen dat er lijntjes bestaan waar je normaal gesproken helemaal niet bij stilstaat. Ik wil laten zien dat er verbondenheden zijn die waardevol zijn. Ik wil dat we leren om beter naar de lokale verhalen te luisteren. Ik wil het bewustzijn van de mensen ter plekke versterken. Het bewustzijn dat je voorzichtig moet zijn met allerlei ingrepen in het landschap. Dat je onbewust en onbedoeld veel kapot kunt maken.’ Eigenlijk is dit hele project een lofrede op het gewone, realiseert Schaminée zich. ‘Een lofrede op de wereld dichtbij. Op de natuur dichtbij, op het slootje om de hoek.’ En het klinkt misschien wat verheven, denkt hij hardop, ‘maar misschien leidt dit project wel tot een nieuwe filosofie van het landschap’.

Foto’s: Wim van der Ende en Dirk-Jan Gjeltema

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.