Hoe hoog de nood precies is, is niet duidelijk. Daarover durven Jitze Kopinga en Sven de Vries van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland geen uitspraken te doen. Ze weten het gewoon niet. ‘Maar in bepaalde bossen in Flevoland is het dramatisch. Even dramatisch als in de Baltische staten en Polen’, zegt Kopinga. ‘In Denemarken is 95 procent van de essen al aangetast. In Zweden staat-ie zelfs al op de rode lijst.’ Zover is het hier nog niet. Essentaksterfte werd in ons land pas in 2010 geconstateerd. Het gaat hier om infectie door de schimmel Chalara fraxinea, een exoot die zich de afgelopen decennia vanuit Zuid-Oost Azië via Oost-Europa heeft verspreid over het noorden en westen van Europa.
Een aangetaste es herken je aan de ‘kalige’ aanblik aan de uiteinden van de takken: de es laat zijn blad vallen. De boom ziet er berooid uit en is bij ernstige aantasting ten dode opgeschreven. Met geld van het Productschap Tuinbouw zetten De Vries en Kopinga vorig jaar een drie jaar durend onderzoeksproject in gang naar de essentaksterfte. Maar verder dan een jaar is het niet gekomen. Met het Productschap verdween ook het geld voor het essen-onderzoek. Crowdfunding is ‘de laatste kans’ om de studie af te maken.
Want dat er nog muziek zit in de es, is volgens De Vries duidelijk. Dat blijkt uit een inventarisatie van het voorkomen van de ziekte bij gewone essen (Fraxinus excelsior)
op een groot aantal proefvelden in ons land. Die velden zijn een nalatenschap van het voormalige proefstation De Dorschkamp en zijn tegenwoordig onderdeel van het onderzoek van het CGN van Wageningen UR. Niet elke es is in dezelfde mate gevoelig voor de schimmel. ‘Er is een grote variatie in de tolerantie voor de schimmel. Dus het loont om te selecteren’, legt Kopinga uit.
De verdere studie is geënt op dat gegeven. De Wageningers willen de kansrijke essen onder gecontroleerde omstandigheden verder testen op tolerantie (en/of resistentie) tegen de ziekmakende schimmel. Maar daarvoor is dus geld nodig: 150.000 euro. Met crowdfunding hopen ze dat geld bij elkaar te krijgen. Kwekerijen, hoveniers, gemeenten en andere terreinbeheerders die willen meedoen moeten 5000 euro per jaar neerleggen. Daarvoor krijgen ze exclusief (voor vijf jaar) de ontwikkelde kennis en het materiaal van tolerante essen tot hun beschikking. Via vakbladen zijn potentiele gegadigden deze week benaderd. Een filmpje op youtube complementeert de campagne