Albert Sikkema en Gaby van Caulil stelden de vraag aan mensen uit de Wageningse gemeenschap.
Edith Lammerts van Bueren
Bijzonder hoogleraar Biologische Plantenveredeling ‘Ik onderschrijf dat we straks negen miljard monden moeten voeden en dat het een enorme opgave is om aan die groei te voldoen. En ja, daarvoor moet de landbouw productiever worden. Maar dat betekent niet dat Nederland de veeteelt moet intensiveren in megastallen en dat we voedsel moeten exporteren naar China. Dat is geen duurzame oplossing, het is beter om het daar te produceren waar het geconsumeerd wordt. Wat veel meer helpt is dat we boeren in ontwikkelingslanden, die nu een halve ton tarwe per hectare realiseren, ondersteunen om daar drie of vier ton van te maken, met lokale resources en verbeterde rassen. Er is nog veel ruimte voor verbetering van de productiviteit, bijvoorbeeld door de bodems te verbeteren met organisch materiaal. Dijkhuizen kiest voor de blauwdruk van intensief en kijkt selectief naar de milieuwinst van dat model. Jammer.’
Thomas Slinkert
Tweedejaars student Agrotechnologie ‘Dijkhuizen heeft gelijk als hij zegt dat de intensieve landbouw minder land en grondstoffen verbruikt. Maar duurzaamheid is meer, het behelst bijvoorbeeld ook dierenwelzijn en biodiversiteit. Ik denk dat je inderdaad op wereldniveau de landbouw moet intensiveren om de wereldbevolking te kunnen voeden. Maar als je het Nederlandse systeem als voorbeeld neemt, zou het goed zijn om ook regelgeving voor dierenwelzijn en biodiversiteit mee te nemen.’
Hans van Trijp
Hoogleraar Marktkunde ‘In grote lijnen ben ik het met Dijkhuizen eens. Als je twee miljard mensen meer wilt voeden, moet je ofwel de vraag per inwoner verminderen ofwel het aanbod vergroten. Je kunt de vraag beïnvloeden door vleesvervangers te promoten. Moet je zeker doen, maar dat is lastig hoor. En bij het vergroten van het aanbod stuit je op de beperkte hoeveelheid land en op milieu- en welzijnseisen. Je wilt dus veel voedsel per hectare met weinig milieu-impact. Ik merk dat mensen bij de intensieve landbouw gelijk in contrast schieten, zo van: intensief is slecht en lelijk, of juist goed. Zolang je die tegenstelling tussen intensief en duurzaam gebruikt, zit je op een doodlopende weg. We moeten juist een nieuwe balans vinden voor een duurzame hoogproductieve landbouw. We kunnen niet de hele wereld voeden, maar wel een deel en je wilt je landbouwexport niet opgeven. En je kunt je kennis exporteren.’
David Kleijn
Onderzoeker Alterra ‘Aalt Dijkhuizen heeft een eendimensionale benadering van een complex probleem. Ik onderschrijf zijn pleidooi dat de intensieve landbouw op andere plekken beter kan, zoals in grote delen van Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Daar hebben boeren nog veel last van ziektes, plagen en onkruiden. Maar in Nederland zitten we aan de top van wat mogelijk is, we springen er wereldwijd echt uit. De landbouw hier is uiterst efficiënt, maar dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Je moet in Noordwest-Europa zoeken naar slimme oplossingen. Als je het gehalte organische stof in de bodem met slechts een paar procent verhoogt, hoef je per hectare 50 kilo minder stikstof aan kunstmest op te brengen. Dit soort slimme oplossingen zijn de toekomst voor de Nederlandse landbouw.’ *## Evelien de Olde
VHL-student en voorzitter van de Stichting Boerengroep* ‘Jammer dat Aalt Dijkhuizen voorbijgaat aan de diversiteit aan meningen in Wageningen. We werken gezamenlijk aan de kritische vorming van studenten en het vinden van oplossingen voor de voedselcrisis; er is niet één waarheid of één oplossing. Ook de opening van het academisch jaar moet die boodschap uitdragen, van ons mag het voortaan meer kritisch, divers en inspirerend.’
Wijnand Sukkel
Onderzoeker duurzame voedselsystemen PPO ‘Biologische landbouw, of een moderne vorm daarvan, kan ook voorzien in de wereldvoedselbehoefte. Die focust ook op economie, voedselproductie en terugbrengen van de milieuvervuiling, maar let daarnaast op de duurzaamheid op lange termijn, eerlijke handel en gezondheid. Veel biologische principes, zoals bodembeheer, kunnen worden toegepast binnen de gangbare landbouw. En de biologische sector kan leren van de modernste technieken die gebruikt worden in de intensieve landbouw. Ik ben dus voor de dialoog.’
Aalt Dijkhuizen
Bestuursvoorzitter Wageningen UR ‘Laat ik duidelijk zijn. We hoeven niet voor één systeem te kiezen. De uitdaging zit juist in een hybride aanpak waarbij elementen vanuit diverse systemen versterkend kunnen werken. Maar wel met als doel dat we in staat zijn om meer voedsel van goede kwaliteit tegen een betaalbare prijs te produceren. Ik wil feiten inbrengen die ik in de huidige discussie over de intensieve veehouderij mis. Hoogproductieve landbouw kent vele aspecten, bijvoorbeeld de mate van duurzaamheid die je realiseert terwijl je hoogproductief bent. Je kunt namelijk het wereldvoedselprobleem niet eenzijdig benaderen. Ik heb gemerkt dat de heersende opvatting om dreigde te slaan naar alleen extensieve landbouw. Dat vind ik een gevaarlijke ontwikkeling. Zeker wanneer het betekent dat we ons huidige systeem van hoogproductieve landbouw niet meer willen steunen. Dat zou niet goed zijn voor de Nederlandse agro-food sector, niet goed voor Wageningen UR en ook niet goed voor Nederland. Wij hebben in ons land de afgelopen eeuw geleerd hoe we op een kleine oppervlakte voedsel van goede kwaliteit kunnen produceren. Die kennis vormt een exportproduct van heb ik jou daar. Het is dus een geweldige kans om op wereldschaal voedselproductie hierdoor te verduurzamen.’