Hoe ziet het leven van de gemiddelde Wageningse student er eigenlijk uit?
Vrienden
Allereerst: hoe maakt een Wageningse student vrienden? De opleiding is de belangrijkste bron van vriendschap: 59% kent vrienden en vriendinnen voornamelijk via de studie. Een goede tweede zijn de gezelligheidsverenigingen met 40%. Van onze huisgenoten houden we liever een beetje afstand, zo blijkt. Als bron van vriendschap scoort studentenhuis/gang een magere 19%.
Tijdsbesteding
Hoe ziet de week van een Wageningse student eruit? Uit andere enquêtes weten we dat ze gemiddeld bijna 35 uur aan hun studie besteden, een hoog landelijk gemiddelde. Ons onderzoek maakt duidelijk hoe ze de rest van de week invullen. De gemiddelde student doet 2,1 keer per week aan sport, gaat anderhalf keer per week uit of naar een feest waarbij in totaal 9 biertjes of andere alcoholische versnaperingen worden genuttigd. De bijbaan neemt wekelijks gemiddeld een dagdeel in beslag: vier uur. En er gaat ook nog eens 2,7 uur in een bestuurlijke functie zitten.
Grote verschillen
Actief en toch verantwoord, zo lijkt het. Maar achter die gemiddelden gaan grote verschillen schuil. Tweederde deel van de respondenten heeft bijvoorbeeld geen bestuurlijke functie, maar omdat een kleine minderheid besturen als een dagtaak blijkt te hebben (tot wel 50 uur in de week!) wordt het gemiddelde flink omhoog getrokken. Iets vergelijkbaars geldt voor de alcoholconsumptie waarvan het gemiddelde ook flink omhoog wordt gestuwd door een klein aantal veeldrinkers. Eén respondent nuttigt naar eigen zeggen zelfs 65 glazen per week.
Mannen versus vrouwen
Tussen mannen en vrouwen zijn er significante verschillen. Die lijken het beeld te bevestigen dat vrouwen serieuzer met hun studie en hun toekomst bezig zijn. Mannelijke studenten sporten per week vaker (2,5 keer tegen 1,9), besteden meer tijd aan hun bijbaan (4,5 uur tegen 3,6), gaan vaker uit (1,7 keer tegen 1,4) en drinken met 14 glazen alcohol per week aanzienlijk meer dan vrouwen (6 glazen). Daarentegen zijn het vooral de vrouwen die zich met een bestuursfunctie voorbereiden op hun maatschappelijke carrière (3,3 uur bestuurswerk tegen 1,5 bij de mannen).
Matig drugsgebruik
Het drugsgebruik in Wageningen is matig. 81% van de respondenten gebruikt helemaal geen drugs. De overige 19% bestaat vooral uit studenten die ‘af en toe’ een jointje (‘hasj of wiet’) nemen. Slechts een enkeling (4%) gebruikt wel eens partydrugs. Zwaardere drugs zijn volgens deze enquête zo goed als afwezig.
Seksleven
Hoe seksueel actief zijn Wageningse studenten? Om te beginnen komen de meesten niet zonder ervaring naar de universiteit. Gemiddeld hebben studenten met anderhalve partner het bed gedeeld wanneer ze hier arriveren. Die lijn zet zich in versneld tempo voort. In de tijd dat ze hier studeren, zeggen de respondenten met gemiddeld 2,5 partners seks gehad te hebben. Vrouwen geven daarbij een lager aantal op (2,3) dan mannen (2,7). Toch zijn er ook nog voldoende studenten die, al dan niet vrijwillig, hun relaties platonisch houden. Een kwart van de ondervraagden zegt in de studietijd nog geen seks gehad te hebben. Wel heeft 43% een vaste relatie, de rest is vrijgezel. Saillant detail: de gezelligheidsverenigingen blijken veel minder een broeinest van seksuele activiteit dan soms verondersteld wordt. De respondenten die zeggen hun vrienden voornamelijk van gezelligheidsverenigingen te kennen, scoren een gemiddelde van 2,2 bedpartners, 0,3 minder dan het gemiddelde van 2,5. Minder verrassend is dat wonen bij pa en ma een gegarandeerde turn off blijkt: de thuiswoners laten slechts 0,3 bedpartner noteren.
Geniet!
Tot slot vroegen we de respondenten om een advies voor de eerstejaars. Uit de reacties die dat opleverde komt een heel duidelijke teneur naar voren: geniet ervan! Waar een ervaren vijfdejaars nog aan toevoegde: ‘Het is voorbij voor je het weet. Er is later nog tijd genoeg om serieus te doen.’
Internationale studenten
In veel opzichten verschillen internationale studenten (55geënquêteerden) niet veel van de Nederlandse. Ze halen hun vrienden vooral bij hun eigen opleiding vandaan (53%), net als hun Nederlandse collega’s. De tijdbesteding aan sport, bijbaan, bestuurswerk en uitgaan/feest is ook ruwweg vergelijkbaar met die van de Nederlandse studenten. Wel drinken internationale studenten aanzienlijk minder: gemiddeld 4 glazen alcohol per week, tegen 9 voor de Nederlandse studenten. Internationale studenten hebben in Wageningen ook minder bedgenoten dan Nederlandse: gemiddeld 1,3 (mannen 1,9, vrouwen 0,9) tegenover de 2,5 van de Nederlanders. Daaruit mag echter niet geconcludeerd worden dat ze zoveel kuiser zijn, want vóórdat ze naar Wageningen kwamen, hadden de internationale studenten juist veel méér partners; gemiddeld 4,2 tegen 1,5 voor de Nederlanders. Verder hebben internationale studenten vaker een vaste relatie: 56%, tegenover 43% bij de Nederlanders. Concludeer wat je wilt, maar hou wel in gedachten dat internationale studenten gemiddeld ouder zijn (meestal masterstudenten) en dat ze korter in Wageningen verblijven.
VHL
Tussen de studenten van Wageningen University en die van VHL Velp (51 geënquêteerden) bestaat nogal een verschil, zo blijkt uit onze enquête. De hbo’ers sporten minder (0,4 vs. 2,1 keer per week), drinken aanzienlijk minder (3,3 vs. 9 glazen per week) en zijn seksueel minder actief (0,9 vs. 2,5 partners tijdens de studie) dan de Wageningse studenten. Bovendien heeft maar liefst 53% een vaste relatie, tegen 43% van de Wageningse respondenten. Verder valt op dat VHL’ers hun vrienden veel meer via de vereniging vinden (55%) dan via de studie (25%), een groot verschil met studenten van de universiteit.
Over de enquête
Om het overzichtelijk te houden hebben we de onderzoeksgroep verdeeld in drie verschillende groepen: Nederlandstalige universitaire studenten, internationale universitaire studenten en VHL-studenten. Het hoofdverhaal gaat over de eerste groep, de andere twee komen aan bod in aparte kaders. De enquête werd vóór de zomervakantie afgenomen in de kantines van Forum, de Leeuwenborg en VHL Velp. Van de Nederlandstalige universitaire studenten kregen we 162 formulieren retour: 32 procent eerstejaars (inmiddels tweedejaars), de rest redelijk representatief verdeeld over de ouderejaars. Verreweg de meeste ondervraagden wonen op kamers (90%). Van de internationale universitaire studenten waren er 55 respondenten. De enquête onder VHL’ers leverde 51 reacties op.