Toen de Amsterdam Arena in 1996 werd opgeleverd, hadden de architecten geen rekening gehouden met de factor ‘gras’ in het stadion. De grasmat moest in de eerste seizoenen vier of vijf keer worden vervangen, omdat het gras niet goed groeide. Ingenieursbureau Heidemij, die de grasmat had aangelegd, vroeg daarom advies van Wageningse grasdeskundigen. Het bedrijf kreeg ongevraagd advies van analist Willem Tonk, een Wageningse Willy Wortel uit die tijd, die in de voorganger van Resource en later in de Volkskrant uitlegde wat er schortte aan de grasmat.
Het gras kreeg te weinig lucht en licht, doceerde Tonk. Hij leverde ook schetsen van een technische installatie in het stadion om de problemen te verhelpen, met reflecterende gordijnen om het licht te weerkaatsen en enorme pijpen om de hoge koolzuurconcentratie boven de grasmat af te voeren. Zijn Willy Wonka ontwerp is nooit uitgevoerd, maar vormde wel de denkrichting. Uiteindelijk heeft de Amsterdam Arena, na advies van Wageningen UR en Philips, gekozen voor de aanleg van assimilatielampen in het stadion. Nu groeit het gras als nooit tevoren. ‘Tonk sloeg vijftien jaar geleden de spijker op zijn kop’, zegt de Wageningse graslanddeskundige Egbert Lantinga. ‘Er kwam te weinig licht in het stadion. Als gras te weinig licht krijgt, stopt het alle energie in het blad, waardoor de wortels zich niet ontwikkelen. Daarom vlogen de graszoden in het rond.’ Pas vier jaar geleden had de Amsterdam Arena dit probleem definitief getackled. Er kwam assimilatiebelichting – aanvullend kunstlicht die tussen de wedstrijden door boven de grasmat werd gehangen. Het PSV-stadion gebruikt dit bijvoorbeeld ook. Voorts worden vaker dak en deuren opengezet om het vocht boven het gras beter af te voeren. Tonk, die inmiddels niet meer bij de universiteit werkt, wil het graag nog eens uitleggen. ‘Het is een fotomorfogenetisch probleem. Het gaat om ultraviolet licht, dat schakelt iets aan in de plant waardoor de beworteling beter wordt. Het dak van het stadion houdt dit UV-licht tegen.’ Assimilatiebelichting met lampen zorgt voor dit UV-licht, maar het kan nog slimmer en veel goedkoper, zegt Tonk. ‘Philips heeft buizen die veel ultraviolet licht produceren. Stop die buizen in de grasmaaier van het stadion. Twee minuten UV-licht per dag is namelijk genoeg voor een goede wortelhechting.’ Wageningse gras- en materiaaldeskundigen hebben iets met voetbalstadions. Lantinga adviseerde lang geleden bij de bouw van het San Siro stadion in Milaan, terwijl Tonk ook advies heeft gegeven aan de aannemer die het Gelredome in Arnhem opleverde. Dit keer niet over gras, omdat de grasmat uit het Vitesse-stadion wordt gerold en buiten het stadion voldoende licht krijgt. Maar over de rubbers in het rolsysteem – Tonk heeft overal verstand van.