Hij bestudeerde het blootstellingsniveau van opgroeiende tong aan organische verontreinigingen van het water. Als een moedervis uit een verontreinigd gebied eitjes legt, bevatten deze net zoveel gifstoffen als haar eigen weefsel. De eerste dagen dat de visjes uit het ei zijn, nemen zij nog geen voedsel op, maar teren ze op de opgeslagen vetten in de dooier. Hierdoor komen de in dat vet opgeslagen pcb’s, dioxines en broomverbindingen (vlamvertragers) vrij. De jonge tong wordt op dat moment aan een hogere concentratie gifstoffen blootgesteld dan volwassen exemplaren, juist rond het kritische moment van de overgang naar zelfstandig eten, concludeert Foekema. Hij publiceerde zijn resultaten deze maand in Environmental Toxicology and Chemistry. Zijn onderzoek verklaart het vertraagde effect van gifstoffen in water op de gezondheid van heel jonge visjes. Over het algemeen is het verontreinigingsniveau niet zo hoog dat de vissen worden bedreigd. Eerder onderzoek van Foekema wees echter uit dat extreme vervuiling effect heeft op het voortplantingssucces van vissen.
Dioxines tasten vooral jonge tong aan
Jonge vis heeft meer last van waterverontreiniging met pcb’s en dioxines dan volwassen exemplaren. Dat constateert Edwin Foekema van marien instituut IMARES na een toxicologische studie.