‘Het heeft heel lang geduurd voordat de overheid actie ondernam tegen de verspreiding van Q-koorts in Nederland. Dat is waar de patiënten de meeste problemen mee hebben. Het is immers de taak van de overheid om mensen te waarschuwen en maatregelen te nemen. Daarom vinden ze dat de overheid een gebaar moet maken. De aandoening hebben de mensen zelf niet in de hand, dat is hen overkomen en het is lastig om daar grip op te krijgen als patiënt. Dan kan het goed zijn dat de ministers nu toegeven: we hebben te laat gehandeld. Erkenning daarvan helpt de patiënten niet fysiek, maar is wel een mentale steun. Dat zegt ook ombudsman Alex Brenninkmeijer en daar heeft hij een punt. Maar in dit soort zaken is de overheid altijd terughoudend, want waar leg je de zwarte piet neer? Je krijgt al snel de discussie dat de overheid nalatig is geweest. De minister is politiek verantwoordelijk, maar kan pas een besluit nemen als er een diagnose is en een betrouwbare inschatting van het gezondheidsprobleem. Naar ik heb begrepen, is de Q-koorts bacterie bij toeval ontdekt bij gezonde mensen met griepachtige verschijnselen. Daarna werd stap voor stap duidelijk dat de Q-koorts die bij geiten voorkwam, kon overslaan op mensen en dat die er flink ziek van konden worden. Zo is de kennis over vogelgriep bijvoorbeeld ook opgebouwd. Met de kennis van nu gaan gelijk de alarmbellen af bij een positief geval. De Q-koorts is laat opgepikt, maar is het nalatig? Ik ben geen jurist en het kritische oordeel over de overheid is twee jaar geleden al gegeven door de commissie onder leiding van collega-hoogleraar Gert van Dijk.’
‘Excuus over Q-koorts helpt patiënten
De slachtoffers van Q-koorts willen genoegdoening van de overheid en geitenhouders, de nationale ombudsman vindt dat de minister zijn excuses moet aanbieden. Excuus helpt, als mentale steun aan patiënten, zegt Maria Koelen, hoogleraar Gezondheid en Maatschappij.