De Junushoff, dinsdag 10 april, half acht. In de garderobe hangen de kapstokken vol jassen en de foyer staat vol met familie, vrienden en studiegenoten van Dierwetenschapstudenten. Bestuursleden van de Veetelers, de studievereniging die de theateravond organiseert, wachten de gasten in pak op. Véater, de commissie binnen de Veetelers die elk jaar een toneelstuk opvoert, speelt dit jaar ‘De elfde mei’. Een verhaal vol intriges en onverwachte plotwendingen. Zodra de deuren open gaan, zoeken de toeschouwers, waaronder zelfs een erelid van de Veetelers, een plekje in de knusse zaal van de Junushoff.
Doodstil Het is doodstil als de eerste toneelspeler op het podium komt. Het verhaal gaat over Emma, die een pension bezit en daarin haar ex en de zes leden van haar nieuwe toneelclubje te gast heeft voor repetities en improvisatieoefeningen. Maar ook heel veel privézaken worden aan de orde gesteld en die hebben veel met 11 mei te maken. Deze vallen als een legpuzzel in elkaar en fantasie en werkelijkheid beginnen door elkaar te lopen. De acht hoofdrolspelers zijn sinds september aan het repeteren geweest, vertelt Petra van Dijk, een van hen. ‘Eerst één avond in de week en sinds januari twee. We hebben veel improvisatieoefeningen gedaan, om te leren wat je moet doen als je de tekst vergeet, of als het fout gaat. We wilden eerst ons eigen theaterstuk bedenken, maar dat kostte te veel tijd. Daarom zochten we naar een bestaand verhaal.’
Morbide grappen En dat verhaal valt in goede aarde. Als een van de hoofdrolspelers dronken thuis komt en ‘ssst’ zegt tegen zijn schoenen die geluid maken, ligt de hele zaal dubbel. Ook om de vele cynische en morbide grappen wordt flink gelachen. Als het lachen verstomt, zijn de toeschouwers vervolgens weer vol aandacht. ‘We hebben dit verhaal uitgekozen vanwege de verschillende verhaallijnen, zodat het publiek niet na een half uur het einde al weet,’ vertelt regisseur Robert Lentjes, die de acht studenten in korte tijd heeft zien uitgroeien tot echte spelers. ‘Ze tonen initiatief, hebben eigen input. Ze hebben mij onwijs trots gemaakt. Ze zijn boven hun eigen kunnen uitgestegen.’