Vergeet het Westland, vergeet de Betuwe. Daar begon het met een enkele tuinder en had honderd jaar de tijd om te groeien tot de bedrijvigheid van nu. Beijing wil vanaf scratch een combinatie van Westland en Betuwe neerzetten, plus woningen voor de 60.000 mensen die er gaan werken. Het plan volgt uit de ambitie om meer voedsel zelf te produceren. Beijing telt zo’n 20 miljoen mensen voor wie vrijwel al het benodigde fruit, groente, zuivel en vlees ‘snachts wordt aangevoerd. In de winter kost het tot vijf dagen om verse groenten vanuit Zuid-China naar de Chinese hoofdstad te brengen. Dat is een enorme dagelijkse logistieke operatie. Ook willen de Chinezen de herkomst van hun voedsel kunnen nagaan. Na het schandaal van de met melamine vervuilde babymelk is het vertrouwen in de voedselveiligheid laag.
Ecovallei
Beijing gaat daarom een compleet stadsdeel inrichten met kassen, akkers en boomgaarden. Er komen 60.000 mensen te wonen die het fruit en groente voor de inwoners van Beijing moeten gaan produceren. De burgemeester van Beijing heeft daartoe een gebied van drie bij drie kilometer aangewezen op veertig kilometer ten zuidoosten van het centrum. Deze zogeheten Eco Valley wordt ontwikkeld door Cofco, een Chinees voedingsbedrijf dat in grootte vergelijkbaar is met Unilever. Cofco vroeg Wageningen UR om een plan te maken. Het bedrijf wilde weten welke groentes en fruit er geteeld kunnen worden, gelet op klimaat, grondstoffen en afzetmarkt. En: hoe zet je die kassen en akkers op? Hoe borg je dat telers voldoen aan de standaarden voor pesticiden, mest en CO2-uitstoot? Ook moet Eco Valley een interessante leefomgeving worden voor 60.000 mensen. Het advies is inmiddels aan Cofco uitgebracht. Dat bestaat uit het ontwerp van een kascomplex voor de teelt van tomaten, paprika, komkommer en aubergine. Kolen blijken geschikte groenten voor open teelt. Voor de bewoners lijkt een combinatie van oerbos, een parkachtig landschap en enkele tuinen het best.
‘Een bijzondere opdracht’
‘Voor Wageningen UR was dit in meerdere opzichten een bijzondere opdracht’, vertelt projectleider Willie van den Broek. Zo sprak Cofco een veelheid van Wageningse expertises aan. Van den Broek schakelde experts in van het LEI, Food & Biobased Research, Praktijkonderzoek Glastuinbouw, PRI, Alterra, Van Hall Larenstein en het eigen WUR-office in Beijing. Ook wilde Cofco flexibel zijn, en niet, zoals in het westen gebruikelijk is, alles vooraf in contracten dichttimmeren. Dat bleek weleens lastig, bijvoorbeeld toen Cofco halverwege aangaf geen potplanten maar open-teeltbloemen te willen. Van den Broek: ‘Dan stap ik naar een andere business unit, inclusief budget. De eerste business unit heeft echter begroot en het risico genomen. De tweede unit heeft de opdracht niet ingepland, maar moet deze dan uitvoeren.’ De Wageningse kracht, beschikken over een veelzijdige expertise, is zo in de praktijk ook wel eens lastig, aldus Van den Broek. ‘Temeer omdat het allemaal erg snel af moest. In november hebben we een offerte uitgebracht, in december kregen we de opdracht en in maart moest het af zijn.’ Ook was er continu een projectleider bij Cofco. Van de Broek en mede-projectleider Xiaoyong Zhang, consumentenonderzoekster bij het LEI, gingen om de beurt twee weken naar Beijing. ‘Dat heeft goed uitgepakt, je krijgt beter en sneller inzicht in hun wensen en achterliggende gedachtes. Zeker omdat Cofco ook nog niet precies wist wat ze wilde. Uit eerdere projecten hebben we geleerd dat het werken op afstand met het opleveren van tussenrapportages toch vaak nog misvattingen oplevert.’