Jaarlijks komen er zo’n zevenhonderd internationale studenten naar Wageningen voor een bachelor- of een masterstudie. Ze zijn enthousiast en opgewonden over hun buitenlandse avontuur en worden door de universiteit warm ontvangen. Maar na het warme bad van de introductiedagen komt de koude douche: studiestress, heimwee en het Nederlandse klimaat. Dat leidt soms tot grote problemen. Enkelen raken depressief en dreigen het bijltje erbij neer te gooien. Een van de belangrijkste struikelpunten is de studie zelf, zeggen de studenten. ‘De aanpak is zo anders dan ik gewend was in Vietnam’, zegt Nhan Tran Van (32), die in augustus 2010 naar Wageningen kwam voor een master Animal sciences. ‘In Vietnam bestudeer je de literatuur en dan doe je examen. Hier ga je veel dieper op de stof in. Je moet nadenken over het ‘hoe’ en ‘waarom’.’ Het Wageningse onderwijssysteem kan de eerste maanden inderdaad voor een hoop stress zorgen bij internationale studenten, erkent Jeroen Ouburg. Hij is teamleader International Students bij het Student Service Center en heeft regelmatig te maken met buitenlandse studenten die moeite hebben zich aan te passen aan hun nieuwe universiteit. Volgens Ouburg zijn de studenten niet gewend aan de interactieve manier van lesgeven in Wageningen en ook het studieritme is anders. ‘De periodes zijn hier relatief kort, dus studenten moeten de eerste weken al vol aan de bak. Dat vraagt wat meer van ze.’ Voor de 31-jarige Nadine Tchetkoua Wacka was het groepswerk een flinke drempel. ‘In Kameroen, waar ik vandaan kom, is het niet beleefd om je mening publiekelijk te verkondigen. Nu werd dat ineens wel van de masterstudente Environmental Technology verwacht. ‘Omdat je er op beoordeeld wordt, denk je wel twee keer na voordat je je mond opent. Ik vroeg me constant af: "Moet ik wat zeggen?"’ Niet alleen colleges maken de studie zwaar, veel buitenlandse studenten ervaren ook een druk vanuit familie, of de sponsor die voor de studie betaalt. Voor hun eigen gevoel moéten de studenten presteren, weet Ouburg. ‘Ouders hebben vaak jaren gespaard om een kind in het buitenland te laten studeren, waardoor de student het gevoel heeft niet te mogen falen.’ Nadine herkent zich in dat beeld. ‘Mijn ouders betalen mijn studie en mijn huur. Ze hebben een enorm offer gebracht door mij te laten studeren in Wageningen. Dus ik werkte ontzettend hard.’ Alles stond in het teken van Nadine’s studie. Ze studeerde iedere dag, doordeweeks en in het weekend. ‘Ik wilde niet alleen mijn vakken halen, maar ook goede cijfers. Als ik door mensen werd uitgenodigd zei ik altijd: "Sorry, ik heb het te druk".’ Ook voor Nhan was het papiertje het allerhoogste doel. Hij weigerde terug te keren naar Vietnam zonder diploma. ‘Iedereen zou me uitlachen. De druk was zo hoog dat ik ‘s nachts urenlang wakker lag. Overdag was ik dan te moe om me te concentreren.’
Sneeuw, wind, kou
De meeste buitenlandse studenten komen uit warmere streken dan Nederland. Het kille klimaat speelt hen parten. Nhan: ‘Het is lastig om contact te maken met andere studenten als het regent of koud is. Mensen willen zo snel mogelijk naar huis. Meer dan een "Hoi, hoe gaat het?" kan er niet vanaf.’ Met zijn huisgenoten had Nhan in het begin weinig contact. Ze spraken elkaar af en toe in de keuken, tijdens het koken. Maar daar bleef het bij. ‘Ik zat ‘s avonds vaak alleen op mijn kamer.’ Nadine werd vaak somber van het gure weer. ‘Ik haatte het. De dagen waren zo kort. Als ik ‘s ochtends naar de universiteit ging, was het donker, en als ik weer naar huis ging, was het ook donker. Ik werd er depressief van. Ik durfde de straat niet op als het gevroren had, omdat ik bang was onderuit te gaan.’ Liever bleef ze thuis. In hun studentenkamer sloeg de heimwee vervolgens toe. Nhan woonde in Vietnam nog bij zijn ouders en zag ze iedere dag. Hij was nooit langer dan een maand weg geweest. ‘Ook nu sprak ik ze regelmatig, maar kon ze niet vertellen waar ik mee worstelde. Ze waren al zo bezorgd om me. Bovendien hebben ze zelf geen academische achtergrond, dus ze zouden het niet begrijpen.’
Bij Nadine (foto links) speelden er andere zorgen mee. Haar vader werd in oktober 2010 ernstig ziek. ‘Ik moest constant aan hem denken, kon me niet meer concentreren op mijn studie.’ Ze wilde graag naar huis om bij haar vader te zijn, maar haar moeder ried het af. ‘Ze zei dat ik beter hier kon blijven, omdat ik anders twee weken college miste.’ Met tegenzin bleef Nadine in Wageningen. Nhan overwoog zelfs voorgoed terug te keren naar Vietnam. Van de drie vakken die hij in de eerste periode volgde, wist hij er maar een te halen. Toen hij in de tweede periode weer twee hele zware vakken voor zijn kiezen kreeg, werd het hem te veel. ‘Ik had al een mail geschreven aan mijn sponsor, waarin ik vertelde dat ik ermee wilde stoppen. Ik zag het echt niet meer zitten.’ Maar toen hij het moest versturen aarzelde hij. ‘Ik dacht; er zijn me al honderden andere internationale studenten voorgegaan. Als het hen is gelukt, waarom zou het mij dan niet lukken?’ Het mailtje verdween uiteindelijk in de prullenbak. Niet alle internationale studenten hebben moeite om hun draai te vinden. De een is wat beter in staat om met veranderingen om te gaan dan de ander. Ouburg: ‘Sommige studenten accepteren gewoon dat ze het even moeilijk hebben en dat de omschakeling tijd kost.’ Neem bijvoorbeeld de Indiase Satya Sriram Valluri (24) (foto rechts), tweedejaars masterstudent Food Technology. ‘Naar Nederland komen voelde heel raar, ik was nog nooit in het buitenland geweest en de Nederlandse cultuur is zo anders.’ Maar Satya besloot dat deze wereld nu zijn nieuwe thuis was. ‘Je krijgt niet vaak de kans om in het buitenland te studeren.’ Bovendien wist hij dat als hij dit zou halen, het voor hem makkelijker zou zijn om in India carrière te kunnen maken. Dat neemt niet weg dat ook Satya moeilijke momenten kende. Zo haalde hij zijn eerste vakken niet (‘Ik was in shock, ik had nog nooit onvoldoendes gehaald!’ ) en voelde hij zich in het begin vaak alleen. ‘Tijdens de AID ontmoette ik allemaal toffe mensen en ik was constant bezig. Dat veranderde toen de colleges begonnen, omdat iedereen zijn eigen weg ging. Toen kreeg ik heimwee.’ Satya’s extraverte karakter sleepte hem erdoorheen. ‘Ik nodigde mensen uit om samen te eten of voor een drankje, ik deed mee aan activiteiten van ISOW en IxESN en ik ging sporten bij De Bongerd. Ook schreef ik voor het krantje van de studievereniging. Zo hield ik de eenzaamheid tegen.’ Andere mensen hebben wat meer ondersteuning nodig. En die heeft de universiteit volop. Studieadviseurs helpen bij de studieplanning, als je persoonlijke problemen hebt zijn er decanen en studentpsychologen, en mis je het ‘familiegevoel’ dan zijn er gastgezinnen en buddyprogramma’s. Maar studenten moeten zelf het initiatief nemen om hulp te zoeken. En dat is voor sommigen toch lastig.
Studentpsycholoog
Nhan en Nadine hebben uiteindelijk wel de stap gezet. Nhan ging langs bij zijn studieadviseur, die hem vertelde welke vakken hij het beste kon volgen. Zijn herexamens liet hij voorlopig voor wat ze waren. ‘Ik moest me focussen op het hier en nu,’ vertelt Nhan. ‘Die herexamens kon ik ook in de zomer doen.’ De nieuwe werkhouding wierp z’n vruchten af. In de derde periode volgde hij twee vakken die hij allebei haalde. ‘Dat gaf mij het vertrouwen dat ik wel zou redden.’ Nadine werd door haar studieadviseur doorverwezen naar de studentpsycholoog. Die deed Nadine beseffen dat ze de lat veel te hoog voor zichzelf had gelegd, en dat haar hersens ook rust nodig hadden. ‘Zij wees me op dingen waar ik zelf nog niet aan gedacht had. Ze dwong me bijvoorbeeld om beter te eten. Ik at alleen maar brood, omdat ik de tijd niet nam om te koken. Maar als je niet goed eet, kun je ook niet functioneren.’ Ze spraken af dat Nadine een keer in de week een vriend of vriendin zou uitnodigen om samen te eten. Zo at ze goed en bouwde ze tegelijk een sociaal leven op. Het gaf haar de energie die ze nodig had. ‘Het was zó gezellig. Het voelde heerlijk om even de studie te vergeten. En het leuke was, dat het leren me daarna ineens veel beter af ging. Mijn hoofd voelde niet meer zo zwaar aan en ik kon me beter concentreren.’ Het studiesucces van internationale studenten wordt niet centraal bijgehouden, maar uit onderzoek van enkele jaren geleden blijkt dat de meeste internationale studenten hun studie ondanks alle problemen op tijd weten af te ronden. Van de niet-westerse studenten haalt zelfs 80 procent binnen twee jaar het diploma. ‘Natuurlijk speelt druk van buitenaf mee bij het tijdig afstuderen,’ verklaart Ouburg de hoge cijfers. ‘Maar studenten realiseren zich zelf ook dat het veel voor ze betekent als ze de studie afmaken. Wageningen staat goed aangeschreven, dus ze zijn bij terugkomst verzekerd van een goede baan en een goede toekomst voor zichzelf en hun familie. Ze hebben een enorme interne drang om het te halen.’ Nhan, Nadine en Satya zijn inmiddels helemaal gewend aan hun Nederlandse leven. Sterker nog, ze willen best langer blijven. Nhan denkt na over een tweede studie en Nadine gaat op zoek naar een PhD-plek wanneer ze haar masterthesis heeft ingeleverd. Satya maakt tegenwoordig een afspraak met zijn ouders wanneer hij met ze wil skypen. ‘Daar stonden ze wel raar van te kijken. In India bel je gewoon op, zonder afspraak. Ze zijn een beetje bang dat ik te Nederlands word!’ Buddy Families Bij de universiteit doen verschillende partijen van alles om de studenten zich snel thuis te laten voelen; het Student Service Center, studieadviseurs, studieverenigingen en studentenverenigingen als IxESN en ISOW. Ze lichten de studenten voor over wat ze kunnen verwachten, over alle mogelijkheden die er zijn, maar ook over de noodzaak om zelf initiatief te nemen. In december kreeg IxESN 25.000 euro van het Wageningen Alumni Fonds voor haar buddy programme, als prijs voor het ‘beste idee om het interculturele studentenleven te bevorderen’. In het buddy programme wordt een groep internationale studenten gekoppeld aan een paar Nederlandse studenten in ‘Buddy Families’, die ook na de introductietijd blijven bestaan. De Nederlandse studenten helpen de buitenlandse student met allerhande praktische zaken, maar de familie gaat ook samen naar feestjes en etentjes. Het onderlinge contact helpt de internationale student om zich sneller thuis te voelen. Bovendien bevordert het de integratie tussen Nederlandse en internationale studenten.