Met daarboven: Out of Africa, into the Polder. Nu heb ik voor mijn Wageningse onderzoek het voorrecht gehad om diverse malen de Afrikaanse wildparken te bezoeken, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik daarbij nog nooit aan onze eigen Oostvaardersplassen heb gedacht; de edelherten, heckrunderen en konikpaarden ten spijt. Op mijn witte fiets onderweg van de ingang in Otterlo naar het museum Kröller-Müller doen delen van de Hoge Veluwe me trouwens wel aan de Afrikaanse vlakten denken, en ja, dat geldt ook voor de Beekse Bergen bij Hilvarenbeek. Die Beekse Bergen hebben overigens meer gemeen met de Oostvaardersplassen dan je misschien zou denken. De aanwezige grazers zorgen in beide gebieden voor het beheer en zowel voor de plassen als voor de bergen heeft de mens de nodige randvoorwaarden geschapen. De rondwarende herbivoren zijn er niet vanzelf gekomen en grotendeels uitheems, en … je moet entree betalen wil je dieren kunnen bekijken. In Afrika worden de wildparken alleen door rijke blanken bezocht, en dát is dan wel weer een overeenkomst met de Oostvaardersplassen, als ik de intenties van het Staatsbosbeheer goed begrijp. Een excursie van twee uur met maximaal vijf personen gaat zo’n slordige 300 euro kosten (exclusief btw), lees ik in de folder. Als je dat leuk vindt, wordt midden tussen de wilde dieren een tafel voor je gedekt, voor een optimale natuurbeleving. Dat is dan weer iets dat je in de Afrikaanse wildparken beter niet kunt doen.
Exclusief
Exclusief Oostvaardersplassen, zo luidt de aanhef van een glanzende brochure van het Staatsbosbeer over dit uitgestrekte moerassengebied, die me deze week onder ogen kwam.