Dat blijkt uit onderzoek van Gerrit Antonides, hoogleraar Economie van consumenten en huishoudens. Hij beoordeelde de antwoorden van zo’n 4.000 huishoudpartners in een Nibud-enquête. Die gaven aan hoe vaak zij en hun partner taken als koken, strijken, wassen, bedden opmaken en schoonmaken voor hun rekening namen. ‘Partners overschatten zichzelf in hun aandeel aan het huishouden. Dat zie je ook terug bij het financieel management van de huishoudens. De mannen vinden dat zij meestal het financieel beheer doen in het gezin, maar volgens de vrouwen doen zij dit zelf juist meestal in 9 van de 10 gevallen.’ Die overschatting van de eigen capaciteiten zie je volgens Antonides in meer onderzoek terug. ‘Van de chauffeurs vindt 75 procent zichzelf een betere autorijder dan gemiddeld. Dat zou eigenlijk 50 procent moeten zijn.’ Antonides weet niet wie van de huishoudpartners gelijk heeft. Hij wilde weten welke factoren de verdeling van huishoudelijke taken en financiële planning in huishoudens bepalen. Volgens de economische theorie doen mensen minder in het huishouden naarmate hun uurloon hoger is. Het loont dan meer om buiten de deur actief te zijn dan in het huishouden. Maar dat blijkt niet te kloppen, zegt Antonides. ‘Mannen doen niet minder in het huishouden als ze meer verdienen. Als de vrouw een goede opleiding heeft of ook werkt, doet de man juist meer in het huishouden. De huishoudelijke taken worden dan in overleg anders verdeeld. In huishoudens geldt het onderhandelingsmodel.’ Dat man en vrouw onderhandelen of ruziën over huishoudelijke taken en uitgaven, is niet nieuw. Bij verschillen van inzicht gaan de mannen vaak meer geld uitgeven zonder overleg en de vrouwen gedragen zich vaker hulpeloos, maar ze proberen er ook samen uit te komen. En dat loont. Bij meer conflicten over geld wordt er meer en beter gepland, zegt Antonides. Daardoor kunnen deze onderhandelingshuishoudens beter rondkomen dan huishoudens waarin de partners ieder hun geld vrij besteden. Huishoudens komen ook beter rond als ze aan ‘mentale budgettering’ doen, blijkt uit ander onderzoek van Antonides. ‘Dan maken ze potjes voor verschillende uitgaven in hun hoofd. Mensen die dat vaker doen, kunnen beter rondkomen. Volgens de economische theorie heeft deze vorm van budgetteren geen voordeel, omdat het rationeel gezien niet uitmaakt uit welk potje een uitgave komt, maar door maximum budgetten te bedenken houden mensen een beter overzicht over de uitgaven. In huishoudens is de psychologie belangrijker dan rationele economische afwegingen, aldus de hoogleraar.
Huishoudpartner overschat zichzelf
Het blijft een twistpunt tussen man en vrouw; wie doet het meeste in het huishouden? Mannen vinden dat ze 79 procent van het huishoudelijk werk doen, maar volgens de vrouwen is dat slechts 29 procent.