De rijstproductie in Zuidoost-Azië moet de komende decennia fors omhoog om de bevolkingsgroei in dit deel van de wereld bij te benen. Dat kan alleen als de productie per hectare toeneemt. Is zo’n productiviteitsstijging wel reëel? Een onderzoeksteam met Wagenings alumnus Alice Laborte en de Wageningse agronoom Martin van Ittersum sloeg aan het rekenen. De onderzoekers zetten de huidige rijstproductie in vier Aziatische landen af tegen de maximaal haalbare oogst, om zo de ‘yield gap’ tussen de actuele en potentiele rijstproductie uit te rekenen. Die bedraagt tussen de 2 en 5 ton rijst per hectare, ofwel een kwart tot ruim de helft van de maximaal haalbare productie. Ook bepaalden ze de opbrengst van de best presterende boeren per gebied. Het verschil tussen de gemiddelde productie en de opbrengst van de beste boeren bedraagt 1,2 tot 2,6 ton rijst per hectare. Als alle rijsttelers in Thailand, Vietnam en Indonesië evenveel gaan produceren als de boeren met de hoogste opbrengsten, is er in 2050 voldoende rijst beschikbaar voor deze drie belangrijke landen in ZO-Azië. Dit impliceert dat rijstboeren met bestaande rassen en technieken de productieverhoging kunnen realiseren. Voorwaarde is wel dat alle boeren toegang krijgen tot de noodzakelijke kennis en productiemiddelen, zegt Van Ittersum. Hij pleit voor gerichte programma’s waarin boeren leren van elkaar en van onderzoekers. De best presterende rijstboeren zijn doorgaans beter opgeleid en gaan efficiënter om met kunstmest en arbeid.
Op de Filippijnen volstaat dit beleid echter niet, concluderen de onderzoekers. Met de bestaande rijstrassen en productietechnieken lijkt de rijstproductie in deze archipel de komende decennia maar met 18 procent te stijgen, onvoldoende om de bevolkingsgroei op te vangen. Daarom zijn hier structurele veranderingen nodig, zoals nieuwe technologie, rassen, betere kennistransfer en een andere marktorganisatie. De Filippijnen is al een rijstimporterend land, net als Indonesië, terwijl Thailand en Vietnam juist rijst exporteren.