Peerfeedback: veel potentie, mits juist ingezet

Studenten die elkaars werk van commentaar voorzien. Is dat een goed instrument?
Illustratie Valerie Geelen

Omid Noroozi, universitair hoofddocent Technology-Enhanced Transformative Learning, doet ruim tien jaar onderzoek naar peerfeedback, waarbij studenten elkaars werk becommentariëren. Om de potentie van het instrument optimaal te benutten, moet het wél op de juiste manier worden ingezet, blijkt uit zijn onderzoek en een rondvraag onder studenten.

‘Het geven, ontvangen en verwerken van kwaliteitsfeedback draagt bij aan het leerproces van studenten, de ontwikkeling van hun kritisch denkvermogen, betrokkenheid bij het vak, motivatie en meer’, vertelt Noroozi. ‘Ook kan peerfeedback de werkdruk van docenten behoorlijk verminderen, vooral in grotere klassen. Maar om de volledige potentie ervan te benutten, is het niet voldoende om studenten simpelweg te vragen elkaar feedback te geven.’

Dat blijkt ook uit een rondvraag onder Resource-studentredacteuren (zie kader). Zo wordt commentaar van medestudenten vaak als minder betrouwbaar ervaren dan dat van docenten. Ook fluctueert de ‘feedback-geletterdheid’ van studenten, zegt Noroozi. ‘En dan heb je ook nog cultuurverschillen die een rol kunnen spelen.’

Hierdoor verschilt de laatste versie van het werk van studenten (na bijvoorbeeld twee feedbackrondes) soms amper van de eerste versie. Noroozi: ‘Als dat het geval is, moeten we onszelf afvragen welk nut deze feedback heeft. Gelukkig kunnen we met een paar eenvoudige aanpassingen in hoe we peerfeedback inzetten, de leerresultaten significant verbeteren.’

‘Dit kan beter’

Om te zorgen dat studenten elkaar waardevol commentaar kunnen geven, moeten docenten allereerst zorgen voor duidelijke instructies over wat er van hen wordt verwacht. Een algemene richtlijn met basisprincipes zou helpen om de potentie van peerfeedback beter te benutten, denkt Noroozi. Ook pleit hij voor een korte verplichte feedbacktraining voor alle studenten—die is er nu namelijk nog niet. ‘Daarin moeten ze leren om de problemen in het werk van een ander te identificeren; hoe je die problemen van duidelijk commentaar voorziet; hoe je constructieve suggesties geeft—ook wel feedforward genoemd, want je helpt iemand vooruit; leren aangeven welke aspecten van het werk goed zijn en welke verbetering behoeven; enzovoort. Soms schrijven studenten simpelweg ‘dit kan beter’ of ‘dit is goed’, maar daar heb je weinig aan. Vertel ook wát er goed aan is.’

Een belangrijk aandachtspunt in zo’n training zou onderbouwing moeten zijn. ‘Goed onderbouwde feedback wordt vaker geaccepteerd en verwerkt door ontvangers’, zegt Noroozi. ‘Bovendien zorgt onderbouwen van commentaar voor een betere leerervaring voor de feedbackgever. Uit onderzoek blijkt dat zij er zelfs meer van kunnen leren dan de ontvangers.’

Als de feedback meetelt voor een cijfer doen studenten beter hun best

Ook voor het ontvangen van feedback moet aandacht zijn in de training, aldus Noroozi. ‘Je moet leren om kritisch commentaar niet persoonlijk op te vatten, maar die te analyseren, erop te reflecteren en ernaar te handelen.’

Constructief kritisch

Als docent heeft Noroozi twee tips uit zijn eigen praktijk voor zijn collega-docenten: ‘Ik laat mijn studenten een video zien over feedbackbasisprincipes. Dan wordt de kwaliteit ervan beter.’ Ook geeft hij ze duidelijke richtlijnen. ‘Ik stel het sandwichmodel voor, waarbij je begint met iets positiefs, dan kritisch commentaar geeft, om vervolgens weer te eindigen met iets positiefs.’ Positieve geluiden laten de ontvanger zien dat de ander, naast verbeterpunten, ook sterke punten in het werk ziet.

Peerfeedback de werkdruk van docenten behoorlijk verminderen

Dat schept vertrouwen, stelt Noroozi. ‘Dan krijg je feedback die kritisch maar constructief is, in plaats van kritisch en destructief.’

Ten slotte moedigt Noroozi in zijn lessen feedbackontvangers aan om goed te reflecteren op het commentaar, sterke punten eruit te halen en actieplannen te maken voor verbetering van hun werk. ‘En als er ruimte voor is, een laatste stap om er echt álle potentie uit te halen: feedbackgevers en -ontvangers met elkaar laten praten. In een dialoog kun je eventuele onduidelijkheden ophelderen en kunnen nieuwe inzichten aan het licht komen waar beiden baat bij hebben.’

Studenten over de praktijk
Drie Resource-studentredacteuren reflecteren kort op peerfeedback in het Wageningse onderwijs.

Ilja Bouwknegt (masterstudent Forest and Nature Conservation):
‘Ik merk dat peerfeedback serieuzer wordt genomen in mijn master dan in mijn bachelor. Laatst bleek mijn feedback—vier opmerkingen op het werk van een medestudent—opeens mee te tellen voor een cijfer. Ik kreeg een ‘min 1’. Bij het volgende feedbackmoment ging ik overdreven mijn best doen en gaf ik veertien opmerkingen. Daarvan vond ik er maar een paar echt belangrijk—de rest was meer voor het oog, zodat ik een beter cijfer zou krijgen. Dat werkte: ik kreeg een ‘plus 1’. Maar ik vraag me af of de ontvanger er meer aan had dan aan mijn feedback bij de eerste opdracht.’

Linde Klop (bachelorstudent Environmental Sciences):
‘Goede feedback geven kost tijd. Aangezien bijna niemand tijd heeft, doet men het vaak op halve kracht, maar dan heb je er eigenlijk helemaal niks aan. Als de feedback meetelt voor een cijfer doen studenten beter hun best. Voordeel van peerfeedback is dat je een beeld krijgt van het niveau van je medestudenten. Dat kan bevorderend werken, maar ook zorgen voor stress, als hun werk bijvoorbeeld van erg hoog niveau is.’

Femke van den Dries (masterstudent Geo Information Science):
‘Bij mijn eerste bachelorvak kreeg ik uitleg over hoe je feedback geeft, bijvoorbeeld om naast verbeterpunten ook de sterke punten op te merken in het werk van je medestudent en concrete tips te geven. In bijna elk vak dat ik volg wordt peerfeedback gebruikt. Je ziet wat iemand anders doet en daar kun je iets van leren. Het geven van feedback is een goede skill om te hebben. Wel is het jammer als je veel moeite in je feedback stopt en dan zelf maar een klein beetje feedback terugkrijgt van een medestudent.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.