Wat begrijpen honden van menselijke kennis? Dat is centrale vraag van het promotieonderzoek van Jori Noordenbos (Behavioural Ecology), waarvoor tientallen honden komen puzzelen in Carus.
Honden zijn meesters in het ‘verstaan’ van mensen. Ze begrijpen razendsnel wat mensen bedoelen met bepaalde aanwijzingen, lezen onze lichaamstaal vaak beter dan wijzelf en zijn zelfs in staat om te onderscheiden of een mens een object wel of niet kan zien. En misschien kunnen honden nog wel veel meer op dat vlak, peinsde gedragsecoloog Noordenbos. Is hun sociale cognitie bijvoorbeeld zo goed ontwikkeld dat ze weten wat mensen weten? Of concreter: zijn ze in staat te onderscheiden welke mensen de kennis hebben om een specifiek probleem te helpen oplossen, en welke niet?
Om die vraag te kunnen beantwoorden, ontwikkelde ze een diervriendelijk gedragsonderzoek. In het hondenlab in Carus, vol camera’s en een ‘spiegelwand’ zoals bij politieverhoren, krijgen de dieren opeenvolgend twee hondenpuzzels voorgeschoteld, waarbij ze met hun neus elementen moeten verschuiven om een brokje te ‘ontgrendelen’. Vrijwel elke hond kan zo’n puzzel, na een korte introductie, zelfstandig oplossen.
Nadat de honden de puzzel een paar keer met succes hebben opgelost, observeert Noordenbos wat ze doen bij een gesaboteerde versie waarbij de beloning niet valt te ontgrendelen. Naar wie kijken ze dan om te vragen om hulp? Is dat degene waarvan de hond heeft gezien dat die de lekkernij in de puzzel heeft gestopt (en dus kennis heeft over hoe het brokje eruit valt te halen)? Is het hun eigenaar? Of is het een derde persoon die bij het experiment staat? Valt daar een patroon in te ontdekken?
Oogcontact
Om het ‘Kluger Hans’-effect te vermijden (vernoemd naar het paard dat zogenaamd kon rekenen, maar in werkelijkheid reageerde op minieme veranderingen in menselijke expressie) moet Noordenbos zorgvuldig te werk gaan. Zo zit de eigenaar tijdens de test achter de hond, uit het zicht van het dier, en hebben de ‘puzzelaar’ en de ‘observator’ strikte instructies over hun blik en lichaamshouding terwijl de hond aan het puzzelen is.
Daarnaast heeft Noordenbos een check ingebouwd voor de invloed van geur. Mogelijk maken honden, met hun magnifieke reukvermogen, liefst oogcontact met degene met de meeste geursporen van de lekkernij uit de puzzel. De testopzet regelt daarom dat ‘de observator’ op enig moment de lekkernij evenveel in handen heeft gehad als ‘de puzzelaar’.
Geen bullebakken
In haar onderzoek kijkt Noordenbos ook naar de training- en opvoedstijl van de eigenaar, waarover ze alle deelnemers bevraagt via een vragenlijst. Want misschien maken honden met een superstrenge eigenaar sowieso liever (oog)contact met iemand anders dan hun eigen baas? Echte bullebakken is ze overigens niet tegengekomen, vertelt Noordenbos, die dit promotieonderzoek doet naast haar werk als onderzoeksassistent bij de Gedragsecologie-groep. ‘Mensen melden zich vrijwillig aan, dus er zit wel een zekere bias in het type deelnemer.’
Noordenbos en haar haar team – ze krijgt hulp van verschillende studenten – hebben inmiddels zo’n tachtig tests afgenomen (zie Resource’s Instagram-filmpje). En: de testperiode wordt verlengd. ‘Aanvankelijk was het plan om de experimenten tot kerst te doen, maar er blijkt ruimte om er tot in maart mee door te gaan’, vertelt ze. Er is nog plek voor nieuwe deelnemers; ook WUR-hondenbezitters kunnen zich aanmelden.
Link lijkt niet te werken
om aan te melden
Klopt, heel vervelend! Je kunt ook mailen naar gedragsonderzoek@wur.nl! De website met de aanmeldvragenlijst is dierenwetenschap.com, maar de server ligt er helaas even uit.
De server van de site ligt er helaas uit. Aanmelden kan ook via de mail: gedragsonderzoek@wur.nl