De eerste hooggeleerde viroloog

Biografie over Hiang Tjeng Thung.
Bezoek van Koningin Juliana aan het Instituut voor Fytopathologie in september 1951 ter gelegenheid van 75 jaar Landbouwonderwijs.

De oudste zoon van een Chinees-Indische zakenman werd de eerste professor in de Virologie ter wereld. Zijn biograaf Frans Glissenaar vertelt hoe dat kwam.

‘As far as I know, Holland now leads the world in being the first country to elect a professor exclusively for viruses.’ De woorden zijn van de Britse plantenziektekundige en viroloog Sir Frederick Bawden. En die professor virologie is Hiang Tjeng Thung. Het is 1950 als Thung Bawdens woorden herhaalt tijdens zijn inauguratie in Wageningen. Wageningen is op dat moment toonaangevend in het virusonderzoek. Dankzij Thung, een Chinees-Indische onderzoeker die hier inmiddels vrijwel vergeten is.
Aan die vergetelheid is Thung sinds kort ontrukt. Freelance journalist Frans Glissenaar schreef een kloek boek over het leven en werk van Thung. Tussen de vier zeeën heet de biografie, met de ondertitel Het leven van Thung Tjeng Hiang (1897-1960). De achternaam voorop, zoals gebruikelijk in China. Het is de eerste biografie over een Wageningse wetenschapper. De afdeling Speciale Collecties van de bibliotheek wijdt daarom een expositie aan Thung. WUR kreeg deze zomer Thungs archief:  tien dozen vol brieven en documenten. Het is een goudmijn die Glissenaar de afgelopen jaren uitputtend heeft bestudeerd.

Wageningen

Het idee voor een biografie kwam van de nazaten van de professor, zegt Glissenaar. Dochter Mady Thung (96) benaderde hem in het najaar van 2019 om een biografie over haar vader te schrijven. Glissenaar had op dat moment nog nooit van de eens gevierde viroloog gehoord. Dat de dochter bij hem aanklopte is verklaarbaar. ‘Ik heb een aantal boeken over Nederlands-Indië geschreven, waaronder een biografie over Ernst Douwes Dekker, een achterneef van Multatuli die een belangrijke rol speelde in de nationalistische beweging in Nederlands-Indië. Eigenlijk zou Mady’s oudere broer Paul, hoogleraar in Leiden, de biografie schrijven. ‘Maar hij kwam er niet uit. Paul overleed in 2016 en had het archief van zijn vader.’
Glissenaar had niet onmiddellijk tijd, maar zag wel direct dat Thung een boeiende figuur was. ‘Mady had mij kort verteld wie haar vader was en wat hij gedaan had. Ik vond het op zich al intrigerend dat hij van origine Chinees was, naar Nederland was gekomen en met een Nederlandse vrouw was getrouwd.

Zijn kist werd gedragen door vertegenwoordigers van alle Wageningse studentenverenigingen

Ik wist toen nog helemaal niet dat hij in Wageningen had gewerkt.’ Dat Thung viroloog was, maakte de opdracht – we zijn dan een paar maanden verder – extra interessant, doordat corona uitbrak. Er was bovendien materiaal genoeg. ‘Thung bewaarde al zijn correspondentie. Niet alleen die met zijn familie, maar ook met alle wetenschappers met wie hij contact had. Ik denk dat hij zelden of nooit een brief heeft weggegooid. En hij bewaarde ook veel kopieën van brieven die hij zelf verstuurde.’ 

Overzee

Hiang Tjeng Thung werd in 1897 geboren op West-Java. Hij kwam uit een gegoede Chinese familie die op dat moment al generaties lang op West-Java woonde. Zijn vader was de jongste uit een gezin van negen jongens en had een rijstpellerij en theeplantage. ‘Veel van zijn ooms waren rijke vooraanstaande Chinese ondernemers’, vertelt Glissenaar. Thung werd in 1916 naar Wageningen gestuurd om landbouwkunde te gaan studeren aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin-, en Boschbouwschool, de voorloper van wat nu Wageningen University is. Dat studeren overzee was duur. ‘Zijn vader kon dat in zijn eentje niet betalen. Daarom sprongen zijn ooms bij.’ Een terugkerend patroon, volgens Glissenaar. ‘Thung kampte in zijn leven regelmatig met geldgebrek. Hij gaf geld makkelijk uit en vroeg bij zijn familie voortdurend om extra geld.’ Dat is volgens Glissenaar ten koste gegaan van zijn relatie met zijn broers en zussen. ‘Zij hadden het idee dat hij voor het gezin naar Nederland was gestuurd en daarna terug zou komen om hen te helpen.

Thung was ontzettend goed in sociale contacten

Dat is nooit gebeurd. Hij heeft wel lang gewerkt voor de tabaksplantages in Nederlands-Indië, maar dat was op een heel andere plek dan waar de gezinsleden woonden. Hij kwam daarmee weg, doordat zijn ooms hem in bescherming namen. Die zagen dat hij slim was en veel contacten had op allerlei niveaus, waar ze wat aan hadden.’De studie in Wageningen vond met tussenpozen plaats. In het derde jaar brak Thung zijn studie af om in Leiden filosofie en sinologie te gaan studeren. In Leiden raakte hij overwerkt. Om tot rust te komen, verbleef hij daarop tijdelijk bij een domineesgezin in het Limburgse Gennep.

Hij deed eigen onderzoek naar de werking van tabaksvirussen

De dominee kende een docent van Thung in Leiden. Zijn vrouw Fernanda was overigens de dochter van een plantagemanager in Nederlands-Indië. Het jonge domineesgezin had twee kleine kinderen, maar het was volgens Glissenaar geen gelukkig huwelijk. Hiang en Fernanda konden het daarentegen wel heel goed met elkaar vinden en werden verliefd op elkaar. ‘Zij is vervolgens gescheiden, wat een heel drama was natuurlijk, zeker in die tijd. Via de rechter werden bovendien haar kinderen afgenomen. Die heeft ze lang niet kunnen zien. Later is dat overigens wel weer goed gekomen.’ Thung pakte na wat omzwervingen uiteindelijk zijn landbouwstudie weer op en studeerde in 1925 als ingenieur af aan de Landbouwhogeschool, negen jaar na zijn eerste stappen in Wageningen. Inmiddels getrouwd met Fernanda, kwam hij als assistent in dienst bij het pas opgerichte Instituut voor Mycologie en Aardappelonderzoek aan de Binnenhaven, dat onder leiding stond van professor Plantenziektekunde Hendrik Quanjer. Thung promoveerde drie jaar later (met lof) bij Quanjer op een baanbrekende studie naar de bladrolziekte bij aardappelen.

Ansichtkaarten

Het promotieonderzoek legde de basis voor Thungs carrière als viroloog. Die kreeg verder gestalte in Nederlands-Indië bij het Proefstation voor Vorstenlandsche Tabak en het Instituut voor Plantenziekten in Buitenzorg. Glissenaar: ‘Hij deed veel onderzoek naar tabaksvirussen. Dat onderzoek was er natuurlijk vooral op gericht virussen te bestrijden en voorkomen, maar daarnaast deed hij eigen onderzoek naar de werking van die virussen. Hij correspondeerde daarover met virologen uit met name Engeland. Dat leverde hem een groot internationaal netwerk op.’
Na de Tweede Wereldoorlog was Thung kort landbouwhoogleraar op de nieuwe Universiteit Indonesië, voordat hij naar Nederland werd geroepen om de virologische afdeling te gaan leiden van het nieuw op te richten Instituut voor Plantenziektekundig Onderzoek (IPO) in Wageningen. Die functie ging gepaard met een buitengewoon hoogleraarschap Virologie aan de Landbouwhogeschool, de primeur in 1950 waar dit verhaal mee begint. Zes jaar later werd Thungs ‘buitengewone’ positie omgezet in leerstoelhouder en werd virologie een zelfstandige studie aan de Landbouwhogeschool.

Thung bewaarde al zijn correspondentie. Niet alleen die met zijn familie, maar ook met alle wetenschappers met wie hij contact had

Voor eigen onderzoek was weinig tijd meer. Hij was volgens Glissenaar vooral manager en organisator. ‘Hij reisde veel naar allerlei landen in de wereld.En vanuit het buitenland kwamen veel wetenschappers voor korte of langere periode in Wageningen werken. Er vond veel uitwisseling plaats. Het lab in Wageningen stond in hoog aanzien, evenals Thung zelf. Wat daarbij van pas kwam, is dat hij ontzettend goed was in sociale contacten. Een Amerikaanse viroloog die na zijn werk in Wageningen nog wat wilde reizen door Europa, vond op elke hotelkamer waar hij kwam een ansichtkaart van Thung. Dat soort dingen deed hij en dat werd natuurlijk enorm gewaardeerd. Iedereen die hem heeft gekend was gek op die man. Hij hield van grapjes en dolletjes en van gezelligheid en uitstapjes. Hij was daar goed in.’

Sigaren

Zijn leerstoel heeft Thung maar vier jaar geleid. Hij stierf in november 1960 aan een hartaanval. ‘Hij had al langer hartfalen’, zegt Glissenaar. ‘Hij rookte stevig. Een bevriende Chinese arts schreef hem regelmatig dat hij daarmee moest stoppen, maar daar luisterde hij niet naar. Dat was natuurlijk ook moeilijk; hij was onderdeel van de tabakslobby. Hij was betrokken bij het allereerste congres voor de tabaksindustrie in Amsterdam. Bij zijn bezoeken aan buitenlandse contacten nam hij altijd een doos Nederlandse sigaren mee.’
Hoe geliefd Thung was, bleek onder meer uit de twee kilometer lange rouwstoet bij diens begrafenis in Wageningen. Zijn kist werd gedragen door vertegenwoordigers van alle Wageningse studentenverenigingen. Alle kranten maakten melding van diens overlijden. Zijn vrouw Fernanda ontving honderden condoleances vanuit de hele wereld. In de decennia daarna raakte hij evenwel vergeten. Het boek van Glissenaar en de expositie in Forum doen hem recht.

Foto WUR library

Tussen de vier zeeën. Het leven van Thung Tjeng Hiang (1897-1960).
Frans Glissenaar |Uitgeverij Verloren, Hilversum | 29 euro | ISBN 9789464550931

Fascinating Viruses | Expositie Speciale Collecties |Forum Bibliotheek

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.