De appelbloesemkever houdt dit jaar flink huis in de Nederlandse boomgaarden, met grote oogstverliezen tot gevolg. Een simpel stukje plastic kan uitkomst bieden, ontdekten onderzoekers in Randwijk.
In veel vaderlandse boomgaarden mislukken dit jaar de oogsten. De oorzaak is een kleine snuitkever van amper 6 millimeter, die luistert naar de naam Anthonomus pomorum. Ook de appelbomen in de Proeftuin Randwijk, het centrum van het Nederlandse fruitonderzoek, dragen door deze appelbloesemkever dit jaar flink minder vrucht. WUR-onderzoeker Herman Helsen schat dat er in sommige percelen minstens de helft minder appels aan de bomen hangen.
De boosdoener is geen nieuweling in appelland. ‘Zolang er appels zijn, worstelen de telers al met deze kever’, vertelt Helsen. De appelbloesemkever slaat toe in het voorjaar. ‘Het grootste deel van het jaar is het beestje in rust’, legt Helsen uit. ‘Dan verschuilt-ie zich, bijvoorbeeld achter de schors van een boom. In het voorjaar wordt de kever actief en legt haar eieren in de bloemknop. Die bloem opent zich vervolgens niet, maar vormt een hulsje of kappertje. In mei ontstaat hieruit een nieuwe generatie kevers, die het jaar erop op zoek gaat naar bloemknoppen.’
Handmatig vangen
Vóór de ontwikkeling van chemische middelen werden de kevers onder meer handmatig gevangen. Daar werden volgens Helsen vaak schoolkinderen voor ingezet. ‘In oude Franse woordenboeken kom je het woord anthonomage tegen, wat het wegvangen van deze anthonomus betekent. De beestjes werden uit de bomen geschud en opgevangen op een kleed.
Bij één teler bleven 90 procent minder kevers over
Schoolkinderen verzamelden ze dan.’ De ontdekking van het insectendodende middel DDT vlak na de oorlog was een doorbraak in de bestrijding – met forse negatieve gevolgen voor de rest van de natuur. Inmiddels zijn chemische middelen nog maar mondjesmaat toegelaten.
Op zoek naar natuurlijke middelen is veel onderzoek gedaan naar de inzet van sluipwespen, die eitjes leggen in het achterlijf van de kever of in de kappertjes. Helsen: ‘Maar sluipwespen krijg je niet in zodanige aantallen in de boomgaard dat ze de kever afdoende bestrijden. De omstandigheden die sluipwespen vragen, zijn namelijk ook ideaal voor de appelbloesemkever. Sluipwespen kunnen een rol spelen in de bestrijding, maar je redt het er niet mee.’
Doorbraak
Toch is er nu een succesje in de strijd tegen de kever. Helsen zelf noemt het zelfs een doorbraak. ‘Een doorbraak in die zin dat we nu met niet-chemische middelen meer dan de helft van de kevers kunnen opruimen.’ De vondst vindt haar oorsprong in een min of meer toevallige ontdekking van vijftien jaar geleden. Helsen en een toenmalige collega vroegen zich af waar appelbloesemkevers overwinteren. ‘Normaal schuilen kevers veel in boomschors. Maar in de moderne boomgaard worden appelboompjes niet zo oud dat ze een ruwe schors ontwikkelen.
Zolang er appels zijn, worstelen telers al met deze kever
De stammetjes zijn glad. Dus zoekt de kever een alternatieve schuilplek. Die collega knipte destijds met zijn snoeischaar een stukje band af waarmee fruitbomen aan paaltjes worden bevestigd. In dat holle plastic bandje zagen we er eentje zitten.’ Die observatie bracht Helsen op het idee bundeltjes van dat bindmateriaal in de boom te hangen, om daarmee de kevers weg te vangen.
‘We zijn ook aan de slag gegaan met het testen van allerlei andere materialen’, vertelt hij. ‘Maar uiteindelijk blijkt dit bindmateriaal het best te werken. Je hangt trosjes band in de zomer op en in de winter haal je ze binnen en stopt ze in een plastic zak of in de koelcel tot de kevers dood zijn. In het voorjaar gebruik je die bundels vervolgens opnieuw.’ Grootschalige veldproeven bij biologische telers laten forse vangsten zien. ‘Bij één teler bleven in behandelde velden zelfs 90 procent minder kevers over dan in referentievelden.’
Koel voorjaar
Maar daarmee is de slag nog niet gewonnen, onder meer doordat een deel van de kevers buiten de boomgaard overwintert. Per saldo groeit de populatie appelbloesemkevers nog steeds. Met dit jaar dus als vervelend hoogtepunt. Het koele voorjaar is volgens Helsen een mogelijke oorzaak voor die piek.
Sluipwespen kunnen een rol spelen in de bestrijding, maar daar red je het niet mee
‘Door het koele weer is de ontwikkeling van de appels langzaam gegaan. De kevers hadden daardoor langer de tijd om eitjes te leggen. Ook speelt mee dat er door de overheid dit jaar, in tegenstelling tot voorgaande jaren, geen vrijstelling werd verleend om Raptol te gebruiken, een insecticide gebaseerd op pyrethrum uit chrysanten.’
Helsen werkt intussen aan het praktijkrijp maken van de vondst. ‘Dit is een prototype, maar er valt nog genoeg te ontwikkelen. Welke eigenschappen van het materiaal zijn bijvoorbeeld van belang? Is het de diameter of de kleur? Wat doet transparantie? Hoe hoog moet je die trosjes hangen in de boom?’ Een handvol biologische telers past het prototype op dit moment al toe op het bedrijf, om de keverdruk naar beneden te krijgen. Toch ziet Helsen nog wel een paar beren op de weg. De oplossing op zichzelf is weliswaar lowtech – zelfs zo lowtech dat geen patent mogelijk is – maar het kost hoe dan ook geld. Helsen: ‘Het is arbeidsintensief om die dingen te maken en op te hangen. Aan iedere boom eentje, drieduizend bomen per hectare, reken maar uit. Zelfs voor een minimumloon ben je dan al snel een paar duizend euro per hectare kwijt. We onderzoeken daarom ook gemechaniseerde productie van de trosjes en snellere manieren om ze op te hangen.’