Een landbouwakkoord zit er niet meer in, bleek toen landbouworganisatie LTO zich woensdagavond terugtrok van de onderhandelingstafel. Achter de schermen keek de Wageningse agronoom Roel Jongeneel van dichtbij mee met de (bijna-) totstandkoming van dat akkoord. ‘Jammer dat het niet haalbaar bleek’, zegt hij erover.
Jongeneel is op verschillende manieren betrokken bij het landbouwakkoord. Met nog negen agro-experts van andere universiteiten vormt hij de zogenoemde Reflectietafel, die zorgt voor de wetenschappelijke inbreng en reflectie op het landbouwakkoord. Daarnaast deed hij meermaals onderzoek naar het economisch perspectief van bepaalde denkrichtingen rond landbouwakkoord. Ook was hij betrokken bij de aan WUR gevraagde ‘appreciatie’ van het concept-landbouwakkoord, ofwel: een onderbouwde inschatting, want voor grondige doorrekeningen was de tijdsdruk te hoog.
Jongeneel vindt het jammer dat de onderhandelingen voor het landbouwakkoord zijn stukgelopen. ‘Al was van tevoren al wel duidelijk dat het een welhaast onmogelijke opgave zou worden’, zegt hij. Dat het zo lastig bleek, komt volgens hem enerzijds vanwege de enorm grote belangen die op het spel staan, zeker aan de landbouwkant. Anderzijds hebben bestuurlijke onduidelijkheden een rol gespeeld, vermoedt hij. Hij noemt twee voorbeelden: ‘Minister Adema voerde de gesprekken, terwijl minister Van der Wal over het geld gaat. Wat de helderheid ook niet ten goede komt: dat Den Haag onderhandelt over een landbouwakkoord, terwijl de provincies ondertussen het Nationaal Programma Landelijk Gebied uitwerken. Maar ze gaan over hetzelfde vraagstuk.’
Volgens de econoom speelde EU-beleid op de achtergrond ook mee bij het stuklopen van de onderhandelingen. ‘Zaken zoals de ingetrokken derogatie (de ruimere norm voor gebruik van dierlijke mest, red.) en de potentiële impact van de nieuwe Natuurherstelwet op het landbouwareaal zetten extra druk op de onderhandelingspositie van LTO. De achterban stond behoorlijk op scherp’.
Deur niet dicht
Hoe het nu verder gaat, is ook voor Jongeneel vooralsnog gissen. Gaan de partijen misschien toch nog op een andere manier verder praten, of is overleg een gepasseerd station? Jongeneel: ‘Ik heb niet de indruk dat LTO de deur compleet heeft dichtgegooid.’ Of neemt de overheid snel maatregelen, en zijn die dan wel of niet in de geest van de onderhandelingsresultaten?
De kans bestaat dat in het vervolgtraject ook Wageningse ideeën zullen weerklinken. Samen met Wim de Vries, Martin van Ittersum en Gerard Ros schreef Jongeneel onlangs een essay over een set aan gebieds- en bedrijfsgerichte oplossingen die de Nederlandse landbouw nieuw toekomstperspectief bieden. ‘Zowel de landbouworganisaties als de minister hebben laten weten dat ze hebben kennisgenomen van dat essay, en dat ze er interessante aanknopingspunten in zien’, aldus Jongeneel.
Ook al blijft het gehoopte landbouwakkoord dan uit, Jongeneel is toch positief over het proces van de afgelopen maanden. ‘Het is de partijen gelukt om uit de enorme polarisatie te komen. Ik denk dat dit veel heeft opgeleverd, inclusief een beter gevoel aan beide kanten voor de knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen. Partijen doen er in mijn optiek wijs aan om zaken waar wél overeenstemming over was, zoals inzet voor een duurzaamheidsstandaard, werken aan doelsturing en op een goede manier omgaan met grond, mee te nemen in het vervolg. Hoe dat vervolg er ook uit moge zien.’