Eenvoudige horren besparen gezinnen in Zambia niet alleen ziekte, maar ook inkomensverlies, blijkt uit onderzoek van promovendus Brian Chisanga en collega’s. Dilemma: ‘Je vergroot er wel de ongelijkheid mee. Want de huizen van de allerarmsten zijn ongeschikt voor de maatregel.’
Ontwikkelingseconoom Brian Chisanga moest wel even nadenken toen zijn promotiebegeleider Erwin Bulte hem vroeg mee te doen aan dit project. Moest hij, met tot nu toe zijn focus vooral op landbouw, markten en beleid, echt met entomologen en parasitologen onderzoek gaan doen naar horren en malaria? Hij heeft er achteraf geen spijt van. ‘Ik was de enige econoom in de groep en dat was soms wel vreemd. Maar we hebben veel van elkaar geleerd. Hoe entomologen muskietendichtheid meten bijvoorbeeld. En de netwerken van de anderen binnen de gezondheidszorg kwamen goed van pas. Andersom herinner ik me dat ik tijdens de nulmeting moeite had om sommige economische concepten uit te leggen, zoals ‘betalingsbereidheid’ voor horren via een biedingsmechanisme. Later begreep iedereen het en vonden ze het heel interessant.’
Malaria-hotspot
Het team wees in 89 dorpen in de Zambiaanse malaria-hotspot Nyimba willekeurig 800 huizen met gezinnen aan. Bij de helft van die huizen plaatsten ze horren voor de ramen en deuren. Dat kostte zo’n 85 dollar, en de vraag was of die investering economisch rendabel zou zijn. ‘In het oostelijke deel van Zambia komt veel malaria voor. Jaarlijks krijgt zo’n 40 procent van de volwassenen de ziekte en is er een paar dagen te ziek van om te werken. Kinderen worden zieker. Als ze onder de vijf jaar zijn, overlijden ze er vaak aan.’
Er zijn al interventies, maar er is meer nodig, legt Chisanga uit. ‘De regering deelt gratis bednetten uit, die bespoten zijn met insecticide. Ook spuiten mensen de muren in met zo’n middel dat een paar maanden lang de muggen doodt die erop gaan zitten. Maar die middelen zijn slecht voor het milieu en de muggen worden resistent. Onze interventie is milieuvriendelijk en is bedoeld als aanvulling op de andere maatregelen.’
Piek tijdens oogst
De bevolking van Nyimba werkt hoofdzakelijk in de landbouw. Chisanga: ‘De piek van het malariaseizoen valt net in de periode waarin er ook geoogst moet worden en onkruid gewied. Als je juist dan een paar dagen niet kunt werken, omdat je zelf ziek bent of voor een ziek kind moet zorgen, kost dat het gezin geld.’ De onderzoekers schatten dat de horren per gezin gemiddeld 4,6 dagen bespaart waarop de volwassenen door malaria niet kunnen werken. Kinderen profiteren minder van de maatregel. ‘In de zomer werd het door de horren binnen veel warmer. Waarschijnlijk waren de kinderen daardoor meer buiten.’
De horren kosten per huis gemiddeld 85 dollar en leverden door de extra gewerkte dagen een stijging van 55 dollar op voor het huishoudinkomen. ‘We gaan ervan uit dat de horren vier jaar meegaan, dus ze zijn de investering meer dan waard. Maar zo simpel ligt het helaas niet: ‘Deze mensen zijn te arm om deze aankoop te doen. Hun geld gaat op aan eten en schoolgeld en de rente op de lening is te hoog.’
Gratis horren?
Uit informele gesprekken bleek dat mensen heel blij waren met hun horren. ‘Ze waren heel enthousiast, ze vonden ze ook mooi staan op hun huizen.
Als je ziek bent of voor een ziek kind moet zorgen, kost dat het gezin geld
Als we genoeg geld hadden gehad, hadden we ze na afloop van het onderzoek aan iedereen in het onderzoeksgebied gegeven.’ Toch moet er eigenlijk eerst nog iets anders gebeuren, merkt Chisanga op. ‘Hoewel het economische voordeel opvallend is, moeten we wel beseffen dat horren ook de ongelijkheid vergroten. Eerst moeten de huizen van de allerarmsten worden verbeterd. Hun huizen zijn namelijk ongeschikt om horren te plaatsen en dit zijn juist de mensen die het meest blootstaan aan de schadelijke effecten van malaria.
De econoom hoopt dat zijn onderzoek het debat over het elimineren van malaria levend houdt en dat er financiering komt om de plannen uit te voeren. ‘Ik hoop dat dit onderzoek meer oplevert dan alleen kennis. Dat het ook impact heeft op de maatschappij.’
Concrete voortuitgang
Ontwikkelingseconoom Erwin Bulte, begeleider van Brian Chisanga, doet veel onderzoek naar wat interventies kunnen opleveren in ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld of een droogteverzekering voor veeboeren in Kenia helpt tegen lokale conflicten. Bijna altijd zijn ngo’s, overheden of bedrijven betrokken bij het onderzoek.
Leiden de resultaten weleens tot concrete veranderingen? Bulte: ‘In Sierra Leone bleek dat bosbescherming beter lukte als je lokale gemeenschappen ervoor betaalt. Deze studie leidde tot aanpassing van het hele systeem van betalingen en het was de basis voor een project van REDD+, een VN-programma tegen klimaatverandering.’ Ook onderzocht hij een business and gender-training die een ngo in Vietnam aanbood aan haar vrouwelijke leden. ‘De training leidde verrassend genoeg tot een toename van huiselijk geweld omdat sommige mannen zich buitengesloten voelden en vonden dat hun vrouwen te zelfstandig werden. De organisatie nodigt sindsdien ook mannen uit bij de training en betrekt ze bij het proces.’