Teken-encefalitisvirus leeft langer in gastheer dan gedacht

Geduld, volharding en een veiligheidspak: de ingrediënten voor onderzoek naar teken-virussen.
Schapenteek (Ixodus ricinus). Foto Hans Smid

Tekst Rianne Lindhout

Dat je de ziekte van Lyme kunt oplopen door een teek die besmet is met de bacterie Borrelia burgdorferi is bekend, maar een teek kan ook hersen- of hersenvliesontsteking overdragen. Die kans bestaat als de teek besmet is met het teken-encefalitisvirus. Julian Bakker, die 17 mei promoveert bij het laboratorium voor Entomologie zette het onderzoek naar dit virus in de steigers. ‘Dit is lastig onderzoek waarvoor je veel geduld nodig hebt.’

‘Met het teken-encefalitisvirus zijn veel minder teken besmet, maar na een beet kan de overdracht al na een kwartier plaatsvinden in plaats van pas na 24 uur, zoals bij Borrelia’, zegt Bakker. In Nederland worden sinds 2015 teken gevonden die besmet zijn met het teken-encefalitisvirus. In Oost-Europa, Rusland en het Verre Oosten is het een bekend probleem. ‘Het verschuift naar het westen, na Nederland is het ook in Engeland voor het eerst gevonden.’

Kunsthuid

Het onderzoek was lastig, vertelt Bakker. ‘Voor het muggenonderzoek in ons lab hebben we kweeklijnen, voor teken niet. Teken leven wel vier jaar en hebben als larf, nimf en volwassen dier verschillende gastheren nodig.’ Daarnaast vereiste het virus strenge veiligheidsmaatregelen. ‘Ik moest altijd een speciaal pak aan en mocht niet zomaar een epje met virus openmaken.’ Als een van de weinige labs in Nederland heeft WUR voor het werk met gevaarlijke ziekteverwekkers een speciaal BSL3-laboratorium: biosafety level 3.

Bakker ving teken in de bossen van de Sallandse heuvelrug en Wageningen. De gevangen teken kregen hun bloedmaaltijd via een kunsthuid waaruit ze runderbloed konden opzuigen. In dat bloed zat virus zodat de teken geïnfecteerd raakten. Bakker ontdekte per tekenpopulatie en per virusstam verschillen in het percentage teken dat met die aanpak geïnfecteerd raakte met het virus. ‘Blijkbaar zijn er lokale verschillen in vatbaarheid voor bepaalde virusstammen.’

Bacterie maakt actiever

Bakker vond mogelijke oorzaken voor zulke lokale verschillen in de besmettingsgraad onder teken. ‘De aanwezigheid van andere micro-organismen in een teek kan invloed hebben op wat de teek doet. Infectie met de Borrelia-bacterie maakt een teek bijvoorbeeld actiever, waardoor hij sneller een gastheer vindt. Sommige andere micro-organismen zorgen dat een teek meer bloed zuigt en groter wordt. Ik zag ook dat sommige teken kleiner waren dan normaal, waarschijnlijk door de aanwezigheid van andere micro-organismen.’

Om uit te zoeken hoe de besmetting in de gastheer verloopt, ving de onderzoeker wilde bosmuizen en infecteerde die met het teken-encefalitisvirus. ‘Labmuizen kunnen die besmetting niet aan.’ Bakker ontdekte dat de bosmuizen tot nog wel drie weken later virusdeeltjes in hun bloed hadden. Horizontale besmetting – van teek tot teek via een muis – is daardoor kansrijker dan gedacht: ‘We dachten dat het virus maar twee tot vier dagen van de muis terug in een andere teek kon komen.’ Bakkers onderzoek is, zegt hij,  vooral een aanzet tot meer onderzoek naar teken-ecologie.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.
  1. Zijn jullie zich ervan bewust, dat volgens jullie definitie ” Oost-Europa ” al 50 km ten oosten van Wageningen begint??? In Duitsland werdt al 30 jaar opgeroepen om zich te laten vaccineren tegen FSME! Misschien was er 30 jaar geleden nog geen FSME direct aan de grens, maar zeker al in het Sauerland,. Dus op 200km van Wageningen. vindt je al velen jaren besmette teken.