Praktijkschool als proeftuin voor gezond gedrag

Met 1,4 miljoen NWO-subsidie wil gezondheidswetenschapper Kirsten Verkooijen jongeren gezonder laten leven.
Foto Shutterstock

Tekst Rianne Lindhout

Jongeren verleiden tot gezond gedrag is moeilijk. Hebben ze een licht verstandelijke beperking, dan is dat extra moeilijk. Met leerlingen, docenten en hopelijk ook ouders wil het onderzoeksteam van gezondheidswetenschapper Kirsten Verkooijen met 1,4 miljoen NWO-subsidie aan de slag om jongeren gezonder te laten leven.

Vier promovendi van WUR, TU Eindhoven en Universiteit Utrecht gaan in het project Healthy LIFestyle for low liTerate teenagers (LIFTS) komende september samen met de scholieren uitproberen hoe zij met bijvoorbeeld stappentellers en challenges te verleiden zijn tot meer bewegen en gezonder eten. Ook mentale gezondheid is een pijler. Mogelijk kunnen bijvoorbeeld bestaande mindfulness-apps in aangepaste vorm daaraan bijdragen.

Eerst bespreken de onderzoekers met onder andere leerlingen, docenten, GGD-adviseurs en ouders welke wensen en behoeften er zijn, zegt projectleider Kirsten Verkooijen, universitair hoofddocent bij de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij. ‘Worden kinderen bijvoorbeeld vaak met de auto naar school gebracht, moeten we ze uitdagen fietsend of lopend te komen?’ Een masterstudent interviewde al enkele ouders en docenten. ‘Daaruit bleek dat beweegactiviteiten na schooltijd met buurtsportcoaches interessant kunnen zijn en een appgroep waarmee jongeren elkaar kunnen vragen samen een balletje te trappen.’

Ouders

Verkooijen, gespecialiseerd in gezondheidsbevordering bij kwetsbare groepen, sprak zelf al met docenten. ‘Een van de grootste uitdagingen wordt om ouders bij het project te betrekken. Juist zij zijn heel belangrijk voor de gezondheid van hun kinderen. Het blijkt op praktijkscholen vaak moeilijk om ouders te bereiken of naar school te krijgen voor bijvoorbeeld een oudergesprek. Dat is meestal geen onwil, het kunnen heel praktische problemen zijn, zoals geen vervoer of oppas hebben.’

Relatief vaak groeien deze jongeren op in een lage sociaaleconomische omgeving. ‘Zo’n 30 procent van de ouders heeft zelf ook een licht verstandelijke beperking. Ze hebben niet zo’n goed netwerk, niet de gewoonte om naar sportclubs te gaan of met gezond eten bezig te zijn. Traditionele gezondheidsvoorlichting komt bij hen minder goed aan.’

Praktijkscholen willen wel

De gezondheidswetenschapper was positief verrast over de interesse vanuit scholen om mee te doen met haar onderzoek. ‘Er komt al zo veel op scholen af, dacht ik. Maar praktijkscholen vallen vaak buiten de boot.’ Kinderen van 12 tot 18 jaar krijgen er geen rekenen of taal, maar leren zich redden in de maatschappij met bijvoorbeeld kook- en techniekles en andere doe-vakken. ‘Gezondheidsprogramma’s maken vaak lesmateriaal dat niet geschikt is voor hen.’ En dat terwijl maar liefst zo’n 7,2 procent van de Nederlandse jongeren een licht verstandelijke beperking heeft.

Over vijf jaar hoopt Verkooijen een programma klaar te hebben dat op veel scholen gemakkelijk is in te passen. ‘De sectorraad van praktijkscholen is ook betrokken, net als bijvoorbeeld Stichting Special Heroes. Zij vinden het belangrijk en zullen zich als wij klaar zijn hard maken voor het toepassen van onze resultaten.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.