Tekst Rianne Lindhout
Parasitaire aaltjes eten steeds meer mee van onze tomaten, aardappelen en andere voedselgewassen. Nematoloog Jose Lozano Torres kreeg 1,1 miljoen euro van NWO en grote zaadbedrijven om uit te zoeken hoe planten deze nematoden kunnen weerstaan.
Plantenetende nematoden infecteren plantenwortels, die vervolgens de kleine wormachtige diertjes voeden. Dat schaadt veel landbouwgewassen, waarvan voor ons dus minder overblijft. Lozano: ‘In Noord-Nederland zie je weleens akkers blank staan. Die truc om het aantal aaltjes door zuurstoftekort omlaag te krijgen, kwam in gebruik nadat in de Tweede Wereldoorlog akkers onder water werden gezet. Dat vermindert het probleem voor een paar jaar. Bestrijdingsmiddelen werken ook, maar die zijn zo giftig dat ze worden verboden.’
Een soort kanker
Tot nu toe richtte het onderzoek naar het aaltjesprobleem zich op de soorten die de meeste schade aanrichten. Wortelknobbelaaltjes bijvoorbeeld. Zij voeden zich met slechts vijf tot zeven wortelcellen, maar die zwellen vervolgens op tot wel vierhonderd keer de normale grootte. Het weefsel eromheen wordt tumor-achtig, zoals bij kanker. Cyste-aaltjes pakken het anders aan: zij breken de celwanden van tweehonderd tot vijfhonderd plantencellen af, zodat zij samen één groot voedingscelcomplex voor deze aaltjes worden.
Heel kleine plakjes
Lozano gaat het probleem anders benaderen. ‘Ik ga tomatenwortels infecteren met niet alleen de twee probleemsoorten, maar juist met veel verschillende soorten nematoden. Ook soorten die anders geëvolueerd zijn en veel minder schade toebrengen, doordat ze maar een paar cellen een beetje laten opzwellen.’ Lozano deelt de beurs van het NWO Open Technologieprogramma met de Utrechtse ontwikkelingsbioloog Rik Korswagen. ‘Hij ontwikkelde een tomografietechniek om de modelnematode Caenorhabditis elegans in heel kleine plakjes te bestuderen’, zegt Lozano. ‘Nu gaan we de geïnfecteerde wortels in plakjes snijden en bestuderen, in verschillende stadia van de infectie.’
Resistente varianten
De onderzoekers willen in al die plakjes precies zien welke plantengenen waar en wanneer actief zijn bij de parasitaire overname. ‘We brengen als een soort Google Maps in beeld waar welk planten-RNA aanwezig is. Daaraan zien we welke genen actief zijn bij het ombouwen van hun cellen tot een voedingscel voor nematoden. Met die kennis kunnen veredelingsbedrijven op zoek naar genvarianten waarmee ze het gewas kunnen veredelen en nematodenresistente zaden kunnen produceren.’
De benadering van uitzoeken hoe je de nematodennatuur de baas kunt worden, contrasteert met de toenemende roep om juist meer mét de natuur te boeren. Zou een gezonde bodem, met een grote diversiteit aan bodemleven, geen betere oplossing zijn voor aaltjesplagen? Lozano: ‘In die richting doen mijn collega’s van het Laboratorium voor Nematologie ook onderzoek. Maar ook als je meer met de natuur wilt boeren, is het vinden van nieuwe bronnen van resistentie voor nematoden topprioriteit voor de wereldvoedselvoorziening. Ik kreeg eerder een Veni- en een Vidibeurs van NWO, en ook deze beurs, mede door bedrijven gefinancierd, kreeg ik meteen bij de eerste aanvraag.’