In de eregalerij in Omnia hangt het portret van een onbekende hoogleraar. Niemand weet wie hij is. Dat kan natuurlijk niet. Het (tussentijdse) verslag van een speurtocht.
Mijn eerste reactie is er eentje van ongeloof. Het is eind mei vorig jaar en de portrettengalerij in Omnia is net ingericht. Op de tafel bij de wand ligt een A4’tje met wie-is-wie. ‘Onbekend’ staat er bij nummer 31. Een schrijnender onverschilligheid voor de eigen geschiedenis is nauwelijks denkbaar. Dat schreeuwt om nader onderzoek.
De portrettengalerij – door Resource snerend ‘mannenwand’ gedoopt – bestaat uit 33 schilderijen van eminente Wageningse hoogleraren. Mannelijke hoogleraren. WUR bezit weliswaar een portret van Mien Visser, de eerste vrouwelijke hoogleraar in Wageningen, maar dat valt volgens de samenstellers van de wand qua stijl van schilderen zo uit de toon dat Visser niet tussen de mannen mag hangen.
Jachtterrein
Maar wie is Professor X? De mannenwand telt twee typen hoogleraren. De ene helft was bij leven rector magnificus. De andere helft was dat niet, maar kennelijk wel eminent (of ijdel?) genoeg voor een schilderij. Tot welke groep Professor X behoort, is niet bekend. Laat ik gemakshalve – het beperkt het jachtterrein – eens aannemen dat het om een rector gaat. Daarvan zijn er in de 105-jarige geschiedenis van WUR 46 geweest. Van 17 portretten is bekend dat het om een rector gaat. Dat laat nog 29 rectoren over als kandidaat.
Gelukkig zijn er meer aanwijzingen. De naam van de schilder is bekend. Het doek is geschilderd door Francois Jacob Diederich (Frans) Boers, een van origine Luikse schilder van portretten en landschappen. Boers leefde van 1914 tot 1987. Zijn werkzame periode beslaat volgens Wikipedia 1934 tot 1987. Dat beperkt het zoekvenster tot 16 hoogleraren. Helaas was Frans Boers geen vermaard schilder. Voor zover bekend ontbreekt een lijst met schilderwerken of opdrachtgevers. Het internet geeft slechts een paar biografische gegevens prijs. Ook het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie beschikt niet over verdere informatie.
Koninklijk
Een derde aanwijzing is een detail op het schilderij zelf. Professor X is koninklijk onderscheiden. Meerdere portretten vertonen dezelfde onderscheiding. Het blijkt om het ridderschap in de Orde van de Nederlandse Leeuw te gaan. Zou de Kanselarij der Nederlandse Orden een lijst van Wageningse ridders van die orde kunnen leveren? Nee, laat een woordvoerster van het kapittel weten. Zoeken in het online register kan alleen op naam en niet op woonplaats of plek van uitgifte. Jammer, maar het ridderschap blijft wel een selectiecriterium. Elke kandidaat moet in ieder geval deze ridderorde hebben ontvangen.
Wat rest is wroeten in de levens van de 16 kandidaten. Googelen dus.
En dan, op een vrijdagmiddag in december – dit is een loze-uurtjes-project – lacht het geluk me toe. Een van de eerste kandidaten op de lijst is hoogleraar Plantkunde Eildert Reinders (1885-1979). Hij was rector van 1939 tot 1940. Tot aan 1956 werden rectoren maar voor een jaar aangesteld. In de Geschiedenis van de Landbouwuniversiteit Wageningen door Jan van der Haar is een flink lemma aan Reinders gewijd. Op basis van de bijbehorende foto’s zou het ‘m kunnen zijn.
De aanwijzing wordt sterker als blijkt – uit een jaarrede van de toenmalige rector – dat de hoogleraar bij zijn afscheid in 1955 door vrienden en leerlingen een geschilderd portret kreeg aangeboden. Hij heeft bovendien in 1931 de vereiste ridderorde ontvangen. De info van het kapittel levert zelfs het laatst bekende adres van zijn oudste zoon. En op dat adres blijkt nog steeds familie te wonen. Het is de hoogbejaarde weduwe van de zoon. Zij heeft geen e-mail, maar ik mag gerust langskomen om het portret de laten zien, zegt ze aan de telefoon.
Overtuiging
En zo rijd ik op een dinsdagmorgen naar een klein dorpje boven Utrecht. Een afbeelding van het portret op zak en in de (bijna) volle overtuiging dat de zoektocht vandaag glorieus ten einde komt. De oude mevrouw Reinders-Stoutjesdijk woont in een prachtige houten villa. Zij is de schoondochter van Eildert Reinders en kent hem dus goed. Maar ze is ook zeer beslist: de man op het schilderij is niet haar schoonvader. En wat het schilderij betreft dat hij bij zijn afscheid heeft gekregen, daar heeft ze nog nooit van gehoord. Het is zeker niet in de familie.
Ook de vijftien andere rector-hoogleraren die in aanmerking komen, vallen om de een of andere reden af. Ze hebben niet de juiste onderscheiding en/of de beschikbare foto’s matchen niet met het schilderij. Alleen hoogleraar Dierfysiologie Ede Brouwer (rector van 1948 tot 1949) blijft een vraagteken. Van hem vind ik vooralsnog geen portret.
Geschrapt
En dan, een paar weken geleden, lijkt het raadsel ineens toch opgelost. Er ligt een nieuwe wie-is-wie op het tafeltje in Omnia. En achter nummer 31 prijkt ineens de naam van hoogleraar Cultuurtechniek Folkert Hellinga. Hij was rector van 1965 tot 1970. Hoe kan dat? Die had ik al van het lijstje geschrapt, omdat hij niet over de vereiste ridderorde bleek te beschikken. Mijn argwaan blijkt terecht. Navraag leert dat Hellinga per ongeluk als afgebeelde is aangewezen.
En zo blijft dit een verhaal zonder happy end. Voorlopig althans. De lijst met mogelijke (niet-rector)kandidaten is lang; zo veel loze uurtjes hebben Resource-redacteuren nou ook weer niet. Wie helpt Professor X aan een naam?
Wordt (ongetwijfeld) vervolgd.