‘Als docent doet Birgit veel meer dan geweldig werk. Wat zij doet, is niets minder dan ‘a labour of love’. Van alle mooie woorden die studenten spraken over Docent van het Jaar Birgit Boogaard, waren dit misschien wel de mooiste. Resource schoof aan bij het slotcollege van haar inmiddels befaamde vak African Philosophy – en voelde die liefde ook.
Toen Boogaard eerder dit studiejaar werd gehuldigd als Docent van het Jaar, roemde ze haar studenten ‘voor hun moed om open te staan voor kritische zelfreflecties en andere wereldbeelden’. Ook liet ze weten de prijs te zien als blijk van waardering ‘voor haar creatieve en bevrijdende onderwijsmethoden’. Die omschrijvingen prikkelden de nieuwsgierigheid. Daarom schoof Resource aan bij het slotcollege African Philosophy, een van Boogaards belangrijkste vakken.
Aan het begin van dat college staan de circa zeventig stoelen nog keurig gerangschikt richting scherm; Afrikaanse popmuziek klinkt uit de speakers. ‘Van een playlist die de studenten en het docententeam tijdens deze collegereeks voortdurend aanvullen’, legt Boogaard uit. Niet alleen vanwege de lol van het uitwisselen van muziektips, maar ook om te onderstrepen dat Afrikaanse filosofie niet primair draait om geschreven bronnen. ‘In dit vakgebied zijn mondelinge en muzikale tradities minstens zo invloedrijk’, verduidelijkt ze. De eerste creatieve onderwijsmethode kan Resource dus meteen afvinken: samen playlists maken.
Andere kijk
Het is inmiddels de vijfde keer dat Boogaard dit vak geeft. Een jubileumeditie dus, maar wel eentje waarover ze vooraf wat nerveus was. Want doordat op de campus rondzoemde dat African Philosophy zo’n goed vak is, had Boogaard ineens geen overzichtelijke 30 à 35 studenten meer om te onderwijzen, maar twee keer zo veel – en van wel 26 verschillende opleidingen.
Eigenlijk zou iedereen bij WUR dit vak moeten volgen
Lukt het met zo’n grote groep nog om de juiste, intieme setting te creëren voor de soms life changing persoonlijke reflecties die het vak zo bijzonder maken?
Ja, ziet Resource bij dit slotcollege – en de studenten beamen dat volmondig. ‘Mijn kijk op de wereld is behoorlijk veranderd door dit vak’, vertelt masterstudent Organic Agriculture Myriam de Vroome. ‘Deels zit dat al in de leerstof. Maar het heeft zeker ook te maken met de manier waarop Birgit zich opstelt. Er zit veel emotie in haar manier van lesgeven. Net als bij Pius.’
Pius is co-docent Pius Mosima, docent interculturele filosofie aan de universiteit van Bamenda (Kameroen) en regelmatig in Nederland vanwege nauwe onderzoeksbanden met onder meer de Vrije Universiteit. Maar bovenal kent hij Boogaard al jaren. Hij weet de Afrikaanse perspectieven op zo’n manier te verwoorden dat je ze nooit meer vergeet. Zo benadrukt hij tijdens dit college meermaals dat kennis en wijsheid meer zijn dan je rechter hersenhelft. ‘Ook lichamen ‘weten’ bepaalde dingen. Onderschat niet wat je lichaam je te vertellen heeft’, houdt hij de studenten voor.
Praten met je voeten
Boogaard brengt die lichamelijkheid later ook in stelling, via een evaluatie waarbij de stoelen aan de kant gaan en de studenten praten met hun voeten. In concreto: Boogaard poneert stellingen en de studenten spreken zich erover uit via de richting waarin ze bewegen – en onbewust ook via de manier waarop: een vastberaden tred vertelt iets anders dan een paar aarzelende stapjes. Boogaard observeert, vraagt soms om een toelichting, trekt samen met Mosima parallellen met de leerstof. ‘Nee, een elder (wijs persoon in een gemeenschap, red.) heeft niet per se het laatste woord. Die heeft vooral de taak om nieuwe gedachten en inzichten los te maken binnen een groep. Eigenlijk precies wat Birgit doet’, reageert Mosima bijvoorbeeld op een vraag over de dynamiek van Afrikaanse besluitvorming.
Denkframes
Zo hebben Boogaard en Mosima meer mooie een-tweetjes. De studenten hebben grote waardering voor die wisselwerking, blijkt als Boogaard de vragen en reacties op de leerstof behandelt. Een van de ingestuurde vragen luidt bijvoorbeeld: zijn Birgit en Pius het ooit ergens over oneens? Naast een bulderende lach leidt het ook tot een bloedserieus antwoord: jazeker, bijvoorbeeld over een semantische kwestie rondom de moderne Afrikaanse geschiedenis. Boogaard en Mosima zijn er niet over uit of het woord ‘dekolonisatie’ de voorkeur verdient, of juist ‘bevrijding’. Die kwestie doet er filosofisch toe, benadrukken ze, want woordkeuze definieert denkframes.
Snappen wat je ziet
Bij dit slotcollege reikt Boogaard de studenten een A3’tje uit met een grote illustratie, als een soort visuele samenvatting van de afgelopen zes weken.
Er zit veel emotie in Birgits manier van lesgeven
Ze maakte en animeerde de illustratie zelf, om tijdens de colleges snel te kunnen schakelen tussen details en grote lijnen van dit vak, zonder dat studenten de draad kwijtraken. ‘Als je iets uit de illustratie niet goed kan plaatsen, moet je nú aan de bel trekken’, waarschuwt Boogaard. Niet nodig, de studenten snappen prima wat ze zien: zes weken African Philosophy in één plaat. Van de historie en trends in Afrikaanse filosofie en een wake-upcall over een (te) Eurocentrische blik uit de eerste colleges, tot een verkenning van Ubuntu en het ethische principe van Motho ke motho ka batho (= een mens is een mens dankzij andere mensen) uit de latere bijeenkomsten. Nu nog de eindopdracht en dan zit het vak er alweer op.
Hoewel de voertaal van het vak Engels is, vraagt Boogaard de studenten een deel van die eindopdracht ook in hun moedertaal te schrijven. ‘In geen enkele taal formuleer je zo nauwkeurig als de taal waarmee je bent grootgebracht. En nauwkeurigheid is belangrijk bij een filosofisch essay en bij het leren duiden van je eigen achtergrond en denkframes’, verduidelijkt Boogaard haar intentie.
Ogen geopend
Tot besluit ruimt Boogaard tijd in om terug te blikken op de hoop en verwachtingen waarmee de studenten zes weken eerder aan dit vak begonnen. Het regent mooie woorden. Vrijwel iedere student roemt de nieuwe perspectieven op de wereld en een andere kijk op jezelf die dit vak losmaakt – ‘eigenlijk zou iedereen bij WUR dit moeten volgen’. Als laatste spreekt Boogaard haar dankbaarheid uit naar haar Afrikaanse co- en gastdocenten, onder wie de toonaangevende Zuid-Afrikaanse filosoof Mogobe Ramose (‘een droom die uitkwam’) en niet te vergeten haar studenten. En dan luisteren ze nog één keer samen naar muziek: Sawubona, ‘ik zie jou’. Studenten en docenten zeggen gedag, omhelzen elkaar innig. De uitzwaaier komt van Mosima: ‘Spiritually we will stay connected.’
Tot op de minuut georkestreerd
‘Extreem goed voorbereid, maar op een andere manier dan je zou denken’, zegt co-docent Pius Mosima over Boogaards bijzondere onderwijsaanpak. Daarnaar gevraagd laat Boogaard een schema zien waarin ze per college tot in detail heeft beschreven wanneer ze met welke oefeningen en welke technieken toewerkt naar welk leerdoel. ‘Studenten merken het niet, maar die colleges zijn bijna tot op de minuut georkestreerd’, beaamt ze. De voorbereiding van haar vakken bestaat tot wel 50 procent uit het ontwerpen van het leerproces, schat ze. ‘Dat wijkt behoorlijk af van wat gebruikelijk is in het academische onderwijs waar meestal 80 procent gaat naar de inhoud.’
In haar colleges maakt de Docent van het Jaar veel gebruik van zogenoemde Liberating Structures, een serie werkvormen die de potentie van een groep maximaal ontsluit doordat ieder groepslid zich uitgenodigd voelt om vrijelijk bij te dragen. ‘Als docent levert je dat hele goede en leerzame vragen op, doordat iedereen meedenkt. Ander pluspunt is dat het een veilige leeromgeving creëert, zodat iedereen kritisch durft te reflecteren – ook op zichzelf. Dat leidt tot mooie, bijzondere groepsgesprekken waarin de meningen echt wel uiteenlopen, maar waarin iedereen uiterst respectvol met elkaar omgaat.’ Meer is te vinden op liberatingstructures.com.