Om tot goed klimaatbeleid te komen, moeten we de vrijemarkteconomie ter discussie stellen, zegt techniekfilosoof Vincent Blok.
Volgens Vincent Blok, universitair hoofddocent Techniekfilosofie en Verantwoord Innoveren, laat klimaatverandering zien dat de wereld om ons heen niet zo stabiel is als we altijd dachten. Dit voorjaar verscheen zijn boek Van wereld naar aarde. Filosofische ecologie van een bedreigde planeet. Hierin doet hij een aanzet tot een denkwijze waarin we ecosystemen centraal zetten in plaats van ons eigen belang. De vraag is of de mens bereid is haar centrale plek op te geven.
De titel van je boek is ‘Van wereld naar aarde’. Wat is het verschil tussen die twee?
‘Met wereld bedoel ik de omgeving waarin je thuis bent; het klimaat. Doordat je vertrouwd bent met die stabiele omgeving weet je waartoe de gebouwen waarin je woont en werkt dienen en hoe je bijvoorbeeld met mensen samenleeft. Daaronder ligt de aarde; die de wereld kan ondermijnen door vulkaanuitbarstingen, stormen en tektonische platen die verschuiven. De filosofische traditie heeft nauwelijks aandacht gehad voor dit eruptieve aspect van de aarde. Je bent afhankelijk van de aarde maar je hebt er geen relatie mee zoals je met de wereld hebt.’
Indirect natuurlijk wel. De mens veroorzaakt klimaatverandering en daardoor neemt het aantal tropische stormen bijvoorbeeld toe.
‘Het vreemde is dat klimaatverandering ons voor het eerst bewust maakt dat we überhaupt in een klimaat zitten. We zagen de wereld als iets relatief stabiels waar we verder geen aandacht aan hoefden te schenken. Nu blijkt dat de wereld instabiel is geworden.
We zetten de verwarming lager en met de besparing, vliegen we voor de derde keer dit jaar naar Ibiza
We doen nu net of we die instabiele wereld weer naar onze hand kunnen zetten maar ik betwijfel of dat kan. Waarmee ik niet wil zeggen dat het niet gelegitimeerd is om klimaatverandering aan te pakken. Die discussie zijn we allang voorbij.’
Welke discussie moeten we dan wel voeren?
‘Wat betekent klimaatverandering voor de zin van het leven? Wat is de rol van de mens in het keren van klimaatverandering? Wat vermogen wij wel en niet? Omdat de urgentie van klimaatverandering roept om actie, vergeten we dit soort existentiële vragen te stellen.’
Was dat de reden dat je dit boek schreef?
‘Ik kwam op het idee tijdens een cursus ‘Inleiding in de filosofie’, die ik ontwikkelde voor niet-filosofen in Wageningen. Bij die cursus stappen we uit de oplossingsgerichtheid en vragen we naar de zin van een wetenschappelijk leven op een bedreigde planeet. Het boek is een uitwerking van die colleges.’
In hoeverre is de mens bereid zijn centrale positie op te geven, denk je?
‘Ik denk dat we dat heel lastig vinden omdat dit enorme consequenties heeft voor ons doen en laten. Wij doen dit gesprek bijvoorbeeld met een mobiele telefoon. Als wij daadwerkelijk de natuur centraal zouden stellen is de vraag of wij überhaupt zouden kunnen bellen. Onze telefoons zijn technisch wel recyclebaar maar dat is ongelooflijk duur dus dat gebeurt amper. Duurzame en circulaire economie klinken mooi maar zolang de economie het uitgangspunt is, zal het ecosysteem daaronder lijden.’
Heb je daar een voorbeeld van?
‘Ik was vorige week in Berlijn en iedereen rijdt daar op een elektrische step. Mensen noemen dat een typisch voorbeeld van een duurzame oplossing. De vraag is of dat wel zo is. Die stepjes zijn zo waanzinnig populair; is het netto energieverbruik hierdoor niet gewoon toegenomen?
Duurzame en circulaire economie klinken mooi maar zolang de economie het uitgangspunt is, zal het ecosysteem daaronder lijden
Dat heet de Jevons paradox: interventies die energie moeten besparen, zorgen er vaak voor dat we netto meer energie verbruiken. We zetten de verwarming lager en met het geld dat we besparen, vliegen we voor de derde keer dit jaar naar Ibiza. Met andere woorden: we zeggen het ecosysteem centraal te stellen, maar de economie blijft maatgevend. Zolang we, als we over duurzaamheid denken, niet nadenken over hoe het kapitalisme de economie tot consumentisme reduceert, leidt dat alleen maar tot interventies als die steps.’
Komt dat door die focus op oplossingen denk je?
‘Ja. We moeten onszelf eerst bezinnen voordat we een transitie kunnen maken. Is de zin van de mens bijvoorbeeld om continu zijn behoeftes te bevredigen? Je kunt economie ook verankeren in de mens als verlangend wezen. Niet elk verlangen gaat uit naar kortetermijn-behoeftebevrediging. Het bevredigen van verlangens als kennis en schoonheid werkt bijvoorbeeld vaak op de lange termijn en verkleint doorgaans onze footprint juist.’
Wat zou je je WUR-collega’s mee willen geven?
‘In de klimaatdiscussie heb je mensen die heel veel vertrouwen hebben in technische oplossingen; de eco-modernistische stroming die gelooft in een techno-fix. Die stroming heeft veel aanhangers in Wageningen. Hun zou ik vragen na te denken over de politiek-economisch context van hun technologische interventies en de consequenties voor het menselijk bestaan. Aan de andere kant heb je mensen die de oplossing voor het klimaatprobleem zien in gedragsveranderingen zoals consuminderen en geboortebeperking en vaak kritisch staan ten opzichte van technologische oplossingen. Hun zou ik willen vragen: ‘Is technologie het probleem? Of de koppeling van economie aan technologie?’ Er zijn ook alternatieven, zoals zogenaamde biomimetische technologieën die geïnspireerd zijn op natuurlijke processen. Die exploiteren de natuur niet per se. Technologie is volgens mij het probleem niet en misschien hebben we het zelfs nodig om ons pleidooi voor klimaatoplossingen ook verteerbaar te maken voor ‘lagere’ sociaal economische klassen.’
Juist in Wageningen moeten we onszelf die existentiële vragen stellen denk ik. Helemaal eens Vincent! En in het onderwijs zijn er ook al heel veel studenten die merken dat ze zelf ook existentieel aan het klimaat verbonden zijn en daar eigen existentiële vragen over stellen. Ik denk dat die eigen vragen een goede toegang zijn om het over die grote existentiële vragen te hebben. Want dan ga je in gesprek vanuit een verbinding met die vragen en voelen mensen zichzelf er ook een onderdeel van. In mijn visie is een existentiële vraag een vraag die verweven is met je eigen biografie en die je dus niet kunt loslaten. Als je gaat praten over grote vragen waar mensen zich niet meteen mee verbonden voelen, of die niet gerelateerd zijn aan hun eigen existentiële vragen, dan ga je denk ik aan je doel voorbij en ontstaat er nog steeds geen echte verbinding met de aarde.
Mijn promotietraject gaat over het ruimte creëren voor studenten in het hoger onderwijs om hun existentiële vragen te kunnen leven. Zie ook: http://www.livingthequestion.eu