Minder uitstoot zonder dure snufjes

Resource bezocht een boer uit het Netwerk Praktijkbedrijven.
Richard Korrels koeien staan zoveel mogelijk buiten. ‘In de wei plast en poept de koe niet op dezelfde plek en zo kan er geen ammoniak door vermenging ontstaan. Daardoor daalt de stikstofuitstoot.’ Tekst en foto’s: Marianne Wilschut

Voor het terugbrengen van de uitstoot van ammoniak en methaan pleit een deel van de melkveehouderijsector voor technologische innovaties. Maar met voer- en managementmaatregelen kunnen al grote stappen worden gezet in het reduceren van emissies. Dat bewijzen de 108 boeren die deelnemen aan het Netwerk Praktijkbedrijven, een samenwerking tussen WUR en LTO Noord. Resource bezocht zo’n boer.

In de zonovergoten weide van polder de Rondehoep bij Ouderkerk aan de Amstel ligt de kudde koeien van melkveehouder Richard Korrel gemoedelijk te herkauwen. ‘Elke dag dat de dieren buiten kunnen staan, is meegenomen, maar als het straks te nat wordt dan halen we ze naar binnen’, vertelt Korrel. ‘Anders trappen ze het weiland stuk.’

Het weiland is voor Korrel een belangrijk instrument om zijn emissies terug te brengen. Door op het juiste moment van het jaar te maaien, kan hij sturen met het eiwitgehalte van het gras. ‘Daarmee kan ik de stikstofuitstoot terugbrengen. Want wat er niet inkomt, komt er ook niet uit. Als er minder eiwit in het voer zit dan bevat de ontlasting minder ammoniak, een stikstofverbinding. Zo kan ik mijn stikstofemissie verlagen.’ Ook laat Korrel zijn 140 melkkoeien en 60 stuks jongvee zoveel mogelijk in de wei rondlopen. ‘In de wei plast en poept de koe niet op dezelfde plek en zo kan er geen ammoniak door vermenging ontstaan. Daardoor daalt de stikstofuitstoot. Bovendien eten de koeien meer vers gras, wat weer goed is tegen de methaanuitstoot.’

Met deze en andere maatregelen zoals minder kunstmest en het met water verdunnen van de mest die hij uitrijdt, heeft Korrel de ammoniakuitstoot van zijn bedrijf al met ruim 30 procent weten terug te brengen. Dankzij zijn aangepaste stal met een geïsoleerd dak en een emissiearme vloer kwam daar nog eens 20 procent bij. Toch meldde hij zich aan als deelnemer voor het Netwerk Praktijkbedrijven, een samenwerkingsverband van de Wageningen Universiteit en LTO Noord.

We zoeken naar praktische én betaalbare oplossingen

‘Stikstof heb ik aardig in de vingers, maar het terugdringen van de uitstoot van methaan is op mijn bedrijf een stuk lastiger omdat ik op veengrond boer. Daardoor kan ik geen mais telen voor mijn koeien en mais zorgt voor minder methaanuitstoot. Dus hoop ik via het netwerk te leren van de adviezen van experts en de ervaringen van anderen.’

Milieu en portemonnee

‘Methaanuitstoot is het wezen van de koe’, weet WUR-onderzoeker Gerard Migchels. ‘Bij het verteren van gras en ander voedsel ontstaat methaan. Dat komt er weer uit via boeren die de koe laat en de mest. Door te sturen met het dieet proberen we die methaanuitstoot te verminderen.’ Het doel van het Netwerk Praktijkbedrijven is namelijk om niet alleen de stikstofuitstoot, maar ook de methaanuitstoot in 2024 met 30 procent terug te dringen.

Migchels is samen met Cathy van Dijk van LTO Noord projectleider van het netwerk waarin Wageningen de experts op het gebied van onder meer graslandmanagement, stallen en veevoer levert en LTO voor de kennisoverdracht en begeleiding zorgt. Het ministerie van LNV financiert het project waaraan 108 melkveehouders deelnemen. De deelnemers maken gebruik van eerdere inzichten uit de Proeftuin Natura 2000 en Proeftuin Veenweiden. Migchels: ‘Daarin hebben we veel kennis opgedaan over hoe we stikstofuitstoot kunnen verminderen. Het lukte participanten van die proeftuinen zelfs die uitstoot met 20 tot 40 procent terug te brengen.

Ik hoop via het netwerk te leren van de adviezen van experts en de ervaringen van anderen

Omdat de samenleving de komende jaren meer eisen aan boeren zal stellen op het gebied van klimaat, water, biodiversiteit en dierenwelzijn kiezen we in dit project voor een integrale aanpak waarin naast ammoniak en methaan ook gekeken wordt naar nitraat, biodiversiteit en dierenwelzijn.’

‘We zoeken naar praktische én betaalbare oplossingen’, vult Van Dijk van LTO Noord aan. ‘Het milieu, maar ook de portemonnee van de melkveehouder moeten er baat bij hebben. Dat betekent dat dure technologische snufjes zoals stallen met onderafzuiging die de uitstoot die onder de roosters in de stal hangt, wegzuigt, niet tot de kern van onze aanpak horen. De markt pakt die technologische innovaties wel op. Wij kijken vooral naar maatregelen op het gebied van voer en management. Daarmee is al een wereld te winnen.’

Botsen

Door de integrale aanpak kunnen sommige duurzame doelen weleens botsen, ervaart melkveehouder Korrel. Van de 80 hectare weidegrond die hij samen met zijn vader Gerard onder de rook van Amsterdam bestiert, geeft hij op 23 hectare de weidevogels rust tot begin juni. ‘Om de broedende weidevogels niet te verstoren laten we het gras in het voorjaar langer staan, maar daardoor wordt het gras wel grover. Dat betekent dat de koe meer moet herkauwen om het te kunnen verteren en dan komt er meer methaan vrij.’

Eens in de drie maanden zit Korrel met de begeleider van het netwerk en de veevoeradviseur om de tafel om het over dergelijke obstakels te hebben. Ook zijn er netwerkdagen waarin de deelnemers ervaringen kunnen uitwisselen. Korrel is een van de 22 demonstratiebedrijven die deelnemen aan het project. Cathy van Dijk: ‘De groep is verdeeld in onderzoeksbedrijven, demonstratiebedrijven en ambassadeursbedrijven. Op de 18 onderzoeksbedrijven worden de haalbaarheid en inpasbaarheid van nieuwe maatregelen als eerste getest. Vervolgens worden die maatregelen op de 22 demonstratiebedrijven verder getest en gefinetuned. De output die we daaruit krijgen, wordt vervolgens getest bij de 68 ambassadeurs.’

Om de resultaten van de maatregelen te onderzoeken, worden met sensoren metingen op en rond de stallen verricht. Ook houden bedrijven de zogenoemde Kringloopwijzer bij, een digitale nutriëntenboekhouding waarmee de melkveehouders inzicht krijgen in hun milieu- en klimaatprestaties. ‘Voor sommige biologische deelnemers aan het netwerk was dat een nieuwe tool’, vertelt Van Dijk.

Buiten eten koeien vers gras, wat goed is tegen de methaanuitstoot

‘Diversiteit is belangrijk voor ons. Of het nou een groot, klein, een biologisch of een gangbaar bedrijf is op zand- klei- of veengrond, dat maakt niet uit. Het reduceren van de emissies is voor elk bedrijf maatwerk, daarom hebben we voor een zo breed mogelijke deelnemersgroep gekozen waarin ook bedrijven zitten die nog weinig ervaring hebben met dergelijke projecten.’

Boer Richard Korrel: ‘Als er minder eiwit in het voer zit dan bevat de ontlasting minder ammoniak, een stikstofverbinding. Zo kan ik mijn stikstofemissie verlagen.’

Hoop

Migchels: ‘Aanvankelijk hadden we voor deze proef zo’n dertig deelnemers in gedachten. Maar op onze oproep kregen we ruim 150 reacties binnen. Daarom besloten we het deelnemersaantal uit te breiden.’ Migchels was verrast door dit enthousiasme, zeker nu de dreigende stikstofmaatregelen voor veel onrust in de sector zorgen. ‘Op een van de bijeenkomsten van ons netwerk kwam een boerin naar me toe die tegen me zei: “De beeldvorming is nu dat stoppen de enige optie is om de stikstofuitstoot te reduceren, maar jullie geven ons hoop dat het ook anders kan”.’

Hoewel er met slimmer boeren de nodige winst valt te behalen, wil dat volgens Migchels niet zeggen dat de emissiedoelstellingen haalbaar zijn zonder over krimp van de veestapel te praten. ‘Extensiveren door het aantal koeien terug te brengen zal voor een aantal bedrijven ook tot de strategieën behoren om de emissiereductie te behalen, in combinatie met het zoeken naar andere inkomsten.’

Korrel is daar al mee bezig, hoewel de melkveehouderij voor hem op één staat. ‘Mijn vrouw heeft een horeca-achtergrond en zij kwam met het idee om op ons bedrijf gasten te ontvangen’, vertelt hij terwijl hij een ruimte laat zien met daarin opgestapelde strooibalen en picknicktafels met gezellige rood-witgeblokte kleedjes. ’Deze ruimte verhuren we voor kinderpartijtjes.’ Op het erf is ook een vergaderruimte en een bar met een groot terras waar dagjesmensen kunnen neerstrijken voor een kop koffie en een broodje. Ook bieden Korrel en zijn familie boerengolf aan met na afloop een borrel of een barbecue. Overal staan skelters waar de kinderen zich mee kunnen vermaken. ‘Ze mogen overal komen, wij hebben geen geheimen voor de buitenwereld.’

Al met al bieden de extra activiteiten een aardige bijverdienste, maar dat was niet de voornaamste reden dat Korrel zijn bedrijf voor het publiek openstelt. ‘Er worden tegenwoordig zoveel negatieve dingen beweerd over de landbouw, die soms helemaal niet kloppen. Wij vinden het daarom belangrijk om met de burger in gesprek te gaan en vooral om te laten zien hoe de melkveehouderij werkt.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.