Naaijkens, oud-collegevoorzitter van HAS Den Bosch, gaf vanmiddag een update over zijn opdracht bij VHL. De huidige Raad van Toezicht heeft hem gevraagd een nieuwe club van toezichthouders voor de hogeschool te zoeken en te adviseren over de te nemen stappen bij de ontvlechting. De afgelopen weken heeft Naaijkens gesprekken gevoerd met mensen uit het groene werkveld. Hij heeft inmiddels een selectie gemaakt van mogelijke kandidaten. ‘Ik heb gesproken met werkgevers, marktleiders en grote dienstverleners in de agrifoodsector. De nieuwe raad moet bestaan uit mensen die het veld goed kunnen overzien, inzicht hebben in maatschappelijke trends en onderschrijven dat ze niet alleen Van Hall Larenstein van dienst zijn, maar de hele samenleving.’ Daarnaast tellen deskundigheid op het gebied van financiën en personeelsbeleid zwaar mee, net als persoonlijke karaktereigenschappen. ‘Integriteit was een eerste vereiste. De Raad van Toezicht is een factor in de hele organisatie, ze bepaalt mede de sfeer en de cultuur.’ Het resultaat van zijn zoektocht is een diverse groep. ‘Variatie in de RvT is belangrijk. Net als bij voetbal, je moet niet allemaal midvoors hebben.’ De komende week inventariseert Naaijkens binnen de organisatie de wensen voor de nieuwe toezichthouders. Op basis daarvan kijkt hij of er een ‘match’ is met zijn kandidatenlijstje. Daarna rapporteert hij aan de huidige Raad van Toezicht (van Wageningen UR). Mogelijk neemt Naaijkens zelf plaats in de nieuwe raad, zegt hij desgevraagd. Naaijkens benadrukt dat er nog een lange weg te gaan is voor de hogeschool. ‘De wil is er wel bij de individuele medewerker, maar het vertrouwen is weg. Dat moet eerst terugkomen voordat er een open discussie kan plaatsvinden. Ik heb het zelf meegemaakt toen mijn voorganger bij de HAS een zware reorganisatie had doorgevoerd. Men durfde het niet meer oneens te zijn met de raad van bestuur.’
Naaijkens heeft al een lijstje toezichthouders
Er is een voorlopige lijst met kandidaten voor de nieuwe Raad van Toezicht voor Van Hall Larenstein. Dit heeft ‘kwartiermaker’ Jeroen Naaijkens gezegd na afloop van de opening van het hogeschooljaar.