‘Een foutje. Een typefout.’ Annet de Haas, hoofd Location Facilities kan precies zeggen waar het mis ging. Wageningen UR zocht een nieuwe leverancier voor wc-papier en papieren handdoekjes. Een mega-order van meerdere tonnen, en dus moest hij Europees aanbesteed worden. Het ‘foutje’ waar ze aan refereert stond in de aanbestedingseis: 0,3 mm moest de laagdikte van het papier zijn. ‘Maar dat cijfer klopte dus niet. Alle kandidaat-leveranciers, zes stuks, offreerden daarom met papier met dunnere laagdiktes, zo rond de 0,23 mm.’ Dat was prima, en Wageningen UR maakte haar keuze. CSU zou het worden. Daarmee leek de kous af. Totdat een van de afgewezen kandidaten, King, besloot de zaak aanhangig te maken. Het bedrijf claimde geen eerlijke kans gekregen te hebben vanwege de foute specificatie en stapte naar de rechter. Wageningen UR, dat inzag dat deze aanbesteding geen schoonheidsprijs verdiende, besloot daarop de hele aanbesteding over te doen. Met een eerlijke kans voor King. Maar die zette de rechtszaak desondanks door. Tevergeefs. De rechter stelde King in het ongelijk, vooral omdat het bedrijf zelf immers ook geen 0,3 mm papier had aangeboden. Annet de Haas kijkt intussen met gemengde gevoelens terug op de hele zaak. Rechtszaak gewonnen, maar wel na veel juridische inspanning. En bovendien moet de hele aanbesteding opnieuw. Geen werk waar je op zit te wachten. ‘En wat heeft dat nu helemaal opgeleverd?’ In de nieuwe aanbesteding is de dikte-eis komen te vervallen. ‘We vragen nu om gelijkwaardige kwaliteit, of beter, dan het huidige papier en laten dat beoordelen door een testpanel’, legt ze uit. ‘Maar wel betaalbaar. Want je kunt wel met top of the bill papier komen, maar… Wat? Oh ja, ik zie de woordspeling. Ik kan me voorstellen dat je die gaat opschrijven.’
Order met een luchtje
Een conflict met een afgewezen leverancier van wc-papier heeft er uiteindelijk toe geleid dat Wageningen UR de hele aanbesteding over kan doen. Wat je al niet moet doen voor 'top of the bill' veegcomfort.
