Wie de komende tijd ‘s nachts op de Bornsesteeg rijdt kan het bijna niet ontgaan. Op een terreintje achter de campus licht een patroon van rode, witte en groene lampjes op. Geen feestverlichting, maar fijne wetenschap. Hier tracht ecoloog Koert van Geffen uit te vogelen of en hoe nachtvlinders last hebben van kunstlicht en wat voor gevolgen dat heeft voor de vegetatie. Wegberm In totaal tachtig met gaas bespannen kooien van een kubieke meter staan in slagorde opgesteld. In elke kooi -op de blanco’s na- brandt een groen, rood of wit ledlampje. Speciaal voor dit doel gemaakt door Philips. De verlichting simuleert de straatverlichting langs een doorsnee Hollandse plattelandsweg. In de kooien huizen de rupsen van kooluilen en/of gevlekte pijluilen, exponenten van het uitgebreide (meer dan 1200 soorten) palet aan nachtvlinders dat ons land rijk is. In de kooien bevindt zich verder een biotoop van acht soorten planten: vier grassen en vier kruiden. ‘Gestreepte witbol bijvoorbeeld, zuring, knoopkruid, margrieten. Normale kruiden die je in een goed ontwikkelde wegberm ook tegen komt’, licht Van Geffen toe. Gevangenis In feite zijn het een soort luxe gevangenissen, waar de rupsen (en straks de vlinders) zich in bevinden. Eten genoeg en niemand om jouw op te vreten, want je zit veilig achter het gaas. En met de seks zit het ook wel goed. Er is een nadeel: de privacy. De lampjes verstoren de normaal gesproken gekoesterde duisternis. ‘Een rups onder een lamp kan bovendien niet weg. Dat is natuurlijk artificieel’, weet Van Geffen ook wel. ‘Maar dit is het beste wat je kunt doen als je de invloed van kunstlicht wilt bestuderen.’ Tellen en meten Van Geffen gaat de komende paar jaar nauwkeurig in kaart brengen wat het licht met de rupsen, vlinders en vegetatie doet. Want daarover is maar weinig bekend. Motten trekken naar het licht en zijn op die manier een makkelijke prooi voor vleermuizen. Het licht verstoort hun eet- en paargedrag. Maar levert dat minder rupsen op? Worden bepaalde soorten meer getroffen dan andere? En is er een merkbaar effect op de vegetatie? Rupsen zijn immers belangrijke planteneters. Antwoorden vinden betekent tellen en meten. ‘De vlinderpopulatie bijhouden, rupsen tellen en in het najaar de vegetatie afknippen en wegen’, legt Van Geffen uit. En dat is veel werk. ‘Tachtig planten per kooi en elk sprietje moet in het juiste bakje. Daar ben je weken mee bezig.’ Van Geffen kan het weten: vorig jaar november heeft hij de nulmeting van de vegetatie gedaan. Feromonen De proef van Van Geffen maakt onderdeel uit van het STW-project Licht op Natuur. Diverse onderzoekers bestuderen onder die noemer de invloed van kunstlicht op flora en fauna. Samen met onderzoekers van de UvA keek Van Geffen bijvoorbeeld ook naar de invloed van kunstlicht op de productie van feromonen (sekslokstoffen). Eerder dit jaar startte een omvangrijk lichtexperiment op de Veluwe. Wageningse onderzoekers kijken daar naar de invloed van licht op de volledige flora en fauna. Het gaat in alle gevallen om hetzelfde licht dat Van Geffen ook gebruikt. De resultaten van het project moeten uiteindelijk leiden tot het gebruik van natuurvriendelijker verlichting.
Eten met het licht aan
Wat doet kunstlicht met nachtvlinders? Promovendus Koert van Geffen zoekt het uit met een opvallende proef in het Binnenveld.