Klokkenluiders worden snel verkeerd begrepen door de vaak vijandige buitenwereld. Communicatie professionals moeten deze mensen niet zien als een probleem voor de reputatie van de organisatie, maar juist naar ze leren luisteren, stelt communicatiewetenschapper Klarenbeek. Annette Klarenbeek is docent communicatie aan de Hogeschool Utrecht en promoveerde woensdag 13 juni op onderzoek naar communicatie in tijden van crisis. Ze onderzocht enkele gevallen van klokkenluiders in het onderwijs, waaronder de geruchtmakende zaak van rector Matthé Sjamaar. Die pleitte in 1998 in een interview voor opheffing van ‘zijn’ Niels Stensen College in Utrecht, omdat er zoveel Marokkanen op zaten dat het onderwijs er volgens hem onder leed. Veel media pikten het verhaal op en commentatoren stelden de vraag of Sjamaar nu wel of niet racistisch was. ‘Klokkenluiders worden vaker verkeerd begrepen’, vertelt Klarenbeek. Iemand die een probleem aankaart, wordt makkelijk aangezien voor zwartkijker, klikspaan of heethoofd. Klarenbeek noemt dat de interactionele problemen van de klokkenluider. Volgens haar is het belangrijk om die te achterhalen. ‘Door hier meer oog voor te hebben kun je beter begrijpen wat het achterliggende probleem is.’ Een middel om dat te doen is een zogenaamde discoursanalyse van het taalgebruik. Daarbij gaat het meer om de manier waarop mensen iets zeggen dan wat ze zeggen. Sjamaar hanteerde in het interview bijvoorbeeld sterk taalgebruik en wekte zo de indruk emotioneel te zijn. Het effect van zijn harde woorden was dat hij werd opgevat als een rector die een hartenkreet uitte. Als klokkenluider was Sjamaar dan ook niet zo succesvol. Minister Netelenbos zei over hem ‘zo hoor je niet te praten’, en daarmee was de kous af.
Leren luisteren naar klokkenluiders
Klokkenluiders worden vaak niet goed begrepen.Emotioneel taalgebruik kan achterliggende boodschap maskeren.