De hulp van ontwikkelingsorganisaties is niet altijd even effectief. Ze is sterk gericht op fondsenwerving en kiest daarom vooral voor projecten die goed liggen bij het publiek, zelfs als organisaties elkaar daarbij in de weg lopen. Dat zegt hoogleraar Thea Hilhorst. Hilhorst en collega’s deden onderzoek naar de hulp aan slachtoffers van verkrachting in de Democratische Republiek Congo. In de oorlog kwamen er meldingen van massa-verkrachtingen die verontwaardiging wekten in de internationale gemeenschap. Gevolg was dat de hulporganisaties massaal toestroomden. In de provincies North and South Kivu, waar Hilhorst onderzoek deed, bieden nu rond de vierhonderd organisaties hulp aan slachtoffers, met een budget sinds 2010 van bijna 90 miljoen dollar.
Eenzijdig
Door de aandacht voor verkrachting kregen andere noden minder aandacht, zoals kraamhulp, stelt het rapport van het onderzoek, dat gistermiddag uitkwam. De hulp was bovendien eenzijdig: veelal medische bijstand op de korte termijn. Aandacht voor de achterliggende oorzaken, namelijk een zwakke positie van de vrouw in Congo, was er niet. De hulp wordt teveel aangestuurd vanuit de buitenlandse hoofdkantoren van internationale ontwikkelingsorganisaties, zonder goed onderzoek naar de behoeften van mensen en een integrale aanpak daarvan. Veel internationale organisaties zijn ‘opportunistisch’, staat in het rapport: ‘Ze hebben geen concrete expertise en zijn vooral geïnteresseerd in het zekerstellen van fondsen.’ Organisaties richten zich vooral op grote aantallen slachtoffers, en kiezen daarom voor makkelijk te bereiken locaties. Ook blijken arme vrouwen soms verkrachting voor te wenden omdat het de enige manier is om hulp te krijgen.
Commercie
Hulp na seksueel geweld is verworden tot commercie, concludeert het rapport. Daarbij is seksueel geweld zowel voor internationale organisaties als voor individuen in Congo business geworden. Dat staat de echte bestrijding van het probleem eerder in de weg dan dat het helpt. ‘Ontwikkelingsorganisaties spelen te veel in op emoties en lopen hypes achterna, om op die manier geld van donateurs te krijgen’, zei Hilhorst in een reactie op Radio 1. ‘Dit laat in feite zien wat er kan gebeuren met de ontwikkelingssamenwerking als er minder overheidsfinanciering voor komt. Ik pleit voor een publiek gefinancierde ontwikkelingssamenwerking.’