Drie harige varkens, die de tuin volledig hebben omgewroet, zijn bij aankomst de blikvangers op het VIC in Sterksel, onderdeel van Wageningen Livestock Research. Het zijn ‘halve Hongaren’, vertelt manager Mart Smolders. De vader is een Hongaars wolvarken, een varken in schaapskleren, dat VIC-medewerkers vonden in Hongarije. ‘Ze hebben een excellente vleessmaak en een interessante vetzuursamenstelling’, zegt Smolders. ‘Het vlees is voor een nichemarkt waar veel mensen interesse in hebben. Bijvoorbeeld mensen die varkensvlees aan huis willen verkopen. Het heeft inspiratie gebracht.’ En daarmee passen de drie wolvarkens in de bedrijfsfilosofie van Sterksel: inspireren door te realiseren. Het innovatiecentrum ontwikkelt nieuwe bedrijfsconcepten voor de varkenshouderij, zoals een nieuwe kraamkamer voor de zeugen, nieuwe voersystemen en een varkenstoilet. Sterksel liep voorop met de ontwikkeling van groepshuisvesting en vermindering van antibioticagebruik en heeft meerdere welzijnsprojecten. Dat wordt gewaardeerd door de varkenshouders, overheid en maatschappelijke organisaties. Sterksel trok afgelopen jaar ruim tienduizend bezoekers tijdens haar innovatiedagen. Nieuwste innovatie is de Starplus-stal die in aanbouw is – een stal met overdekte uitloop voor de varkens, mestscheiding plus mestvergisting en veel licht. De nieuwe stal moet drie welzijnssterren opleveren van de Dierenbescherming, die ook veel over de vloer komt. Starplus is een concept van drie bedrijven die samen de kennis hebben ontwikkeld, vertelt Smolders. ‘Ze waren op bezoek en wij hebben ze bij elkaar gezet om te kijken of ze hun systemen – mestscheiding, minivergister en nieuw stalontwerp – konden integreren. Ze hebben er zelf geld ingestoken en kregen daarbij steun van de overheid. Straks gaan wij het concept doorontwikkelen.’ Dat past in de strategie van het VIC, legt Smolders uit. Innovatie leidt in eerste instantie vaak tot verlies van effectiviteit. Dat maakt ondernemers huiverig om ermee aan de slag te gaan. Het VIC ontwikkelt innovaties verder door tot ze de verwachte efficiëntiestijging hebben gerealiseerd, en het concept praktijkrijp is. ‘Wij lossen kinderziekten op.’
Ontmoetingen leiden tot ideeën
Het innovatiecentrum produceert geen rapporten, benadrukt Smolders. ‘Rapporten maak je voor collega-onderzoekers, niet voor boeren. Die willen geen rapport, die willen de vertaalslag.’ Door de toegepaste kennis in de etalage te zetten op het centrum, ontstaan ontmoetingen en gesprekken tussen bezoekers, die weer tot nieuwe ideeën leiden. ‘Zo is de Prodromi-stal ontstaan. Veertien zeugenhouders wilden een beter ontwerp voor het kraamhok van de zeugen, waarin ze meer ruimte kregen. Wij hebben toen stalbouwers erbij gehaald om samen een nieuw concept te maken.’ Ook Wageningen University behoort tot het netwerk van Sterksel. ‘We doen veel met de leerstoelgroep van Bas Kemp, Adaptatiefysiologie. We vertalen drie proefschriften nu in nieuwe concepten.’ Eentje wordt al toegepast in de Prodromi-stal, waarin een nest voor de zeug is gemaakt zodat ze niet op de biggetjes gaat liggen. Ook brengt Sterksel in praktijk hoe biggetjes van hun moeder kunnen leren bij het eten van vast voer, en hoe het proces van afspenen geleidelijker kan verlopen doordat de biggetjes in het nest blijven terwijl de zeug aan de wandel kan. Voor de toepassing van Wagenings onderzoek ontving Sterksel afgelopen jaar de Innovatieprijs van Wageningen UR.
Antibiotica
Het hoge antibioticagebruik in de varkenshouderij staat het laatste jaar sterk in de belangstelling, een probleem waar Smolders vier jaar geleden al stevige vooruitgang op boekte. ‘Centraal in onze aanpak is dat je de verspreiding van ziekten op het bedrijf voorkomt. Wij houden de varkensfamilies na het afspenen bij elkaar, zodat er geen ziekten van gezin naar gezin gaan. Dat levert een reductie van 80 procent op in antibioticagebruik. De oplossing zit niet in een potje, maar varkenshouders moeten anders gaan werken.’ Ook op milieugebied wedt Sterksel niet op één paard, maar test het meerdere systemen uit. Er staat een forse covergister op het erf, die genoeg energie produceert om 1.500 huishoudens van stroom te voorzien. Dat is mooi, maar Smolders moet mais bijmengen om die energieproductie te halen en dat is in het licht van de food, feed of fuel-discussie niet optimaal. Daarom staat er ook een minivergister, die energie uit mest haalt zonder toevoeging van andere grondstoffen. Die minivergister maakt het innovatiecentrum energieneutraal. De derde en nieuwste energieproducent op het bedrijf is een microvergister. Die komt van een bedrijf dat vergisters levert aan Afrikaanse dorpen. Smolders liep er tegenaan en vroeg zich af: kan dat in Nederland ook? De kleinschalige tank past in de garage en je kunt er een hok met biggen mee verwarmen. De bezoekers kunnen zelf bepalen of een van de drie systemen iets voor hen is. Of een ander systeem, want Smolders wil het liefst nog méér projecten om de mest te verwerken en de mineralen in de mest te verwaarden. Die diversiteit is nodig, weet hij. Want varkenshouders gaan zich specialiseren op een bepaald marktsegment en ze kiezen de systemen die bij dat segment passen.
Sterke groei
‘Ik ben geen varkenshouder. Voor mij zijn de varkens een tool, om kennis te ontwikkelen.’ Niettemin moet hij een bedrijf runnen, met 330 zeugen en 2.400 vleesvarkens. Die leveren een omzet van 1 miljoen euro per jaar op. Verder verdient hij zes ton aan de productie van biogas en een ton aan excursies. Maar dat is niet de hoofdmoot van het innovatiecentrum. Sterksel haalt de laatste jaren anderhalf miljoen euro aan projectinkomsten binnen. Tien jaar geleden was dat nog zes ton. Door die groei is het aantal medewerkers gegroeid van zeven naar zeventien. Smolders staat op het punt om te vertrekken. ‘Ik ben tien jaar bedrijfsleider geweest, ik ben toe aan wat anders’, is zijn korte toelichting. Hij wordt divisiemanager Varkens bij MS Schippers, een bedrijf dat apparatuur en systemen levert aan de veehouderij. Maar op zijn laatste werkdag ondertekent hij nog een samenwerkingsovereenkomst met vijftig bedrijven in de varkensvleesketen die allemaal gebruik maken van het praktijkcentrum. ‘De mkb-ers zijn innovatieve jongens. Die komen weinig aan bod in het geweld van de topsectoren, dus we willen onszelf wat meer zichtbaar maken.’ De ondertekening vindt natuurlijk plaats in Sterksel, spin in het web van de varkenssector.