Wageningse epidemiologen concludeerden dit na analyse van een enorme gegevensset. Hun studie verscheen 31 maart in The International Journal of Epidemiology. De wetenschappers beoordeelden hoe buikomvang en Body Mass Index (BMI) bij ouderen samenhangt met de kans om te overlijden. Hun conclusie was dat een verhoogd BMI, risicovol op middelbare leeftijd, die kans nauwelijks blijkt te verhogen. Ook overschrijding van de uiterste gezond geachte buikomvang, 102 en 88 centimeter bij respectievelijk mannen en vrouwen, blijkt voor ouderen geen groot probleem. Het is daarom tijd om na te denken over richtlijnen specifiek voor ouderen, concludeert Ellen de Hollander, onderzoeker bij Humane voeding en het RIVM. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is het grote risico van ondergewicht, een BMI onder de twintig, voor ouderen. Bij zowel vrouwen en mannen verdubbelt daardoor de kans op overlijden. Het precieze mechanisme erachter is nog niet bekend, daarvoor is volgens De Hollander aanvullend onderzoek nodig. ‘Mogelijke oorzaken zijn ondervoeding, verloren spiermassa of bijvoorbeeld ontstekingen.’
Ouderen worden korter
Voor hun analyse overtuigden de onderzoekers 28 internationale collega’s om oude gegevens opnieuw te bekijken, maar nu alleen voor ouderen tussen de 65 en 74 jaar. In totaal berekenden ze voor ruim 58.000 proefpersonen hoe buikomvang, BMI of een combinatie van beide, samenhangt met de kans om binnen vijf jaar dood te gaan. De onderzoekers hebben wel een vermoeden waarom ouderen minder last hebben van een verhoogd BMI. Tijdens de veroudering verandert namelijk de samenstelling van het lichaam. Dit betekent onder andere dat ouderen korter worden. Het BMI neemt daardoor toe, ook bij een gelijkblijvend lichaamsgewicht. Een BMI-richtlijn voor ouderen zou rekening moeten houden met die afwijkende betekenis van lichaamslengte.