Gekweekte insecten passen in het voedselsysteem

Vliegenlarven kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem en aan een verbeterd mestbeheer.
Larven van de zwarte soldaatvlieg kunnen 25 procent stikstof uit mest opslaan in lichaamsmassa. Foto Shutterstock.

Eetbare insecten kunnen gebruik maken van biologische reststromen (zoals aardappelschillen) uit de landbouw en voedselindustrie en zetten die om in insecteneiwit voor mens of dier. Zo maken ze voedselsystemen duurzamer. Alejandro Parodi onderzocht hoe duurzaam de productie van insecten op reststromen daadwerkelijk is, en deed ook nog bijzondere ontdekkingen. Hij ontving zijn doctorsgraad vorige week, cum laude.

Nu de wetgeving voor voedsel en veevoer verandert, groeit de eetbare insectenindustrie. Duurzaamheid was aanvankelijk de reden achter de introductie van insecten in de Europese voedselsystemen. Tijdens zijn masterthesis coördineerde Alejandro Parodi (Animal Production Systems) een review van de voedingswaarden en duurzaamheid van nieuwe voedingsmiddelen, waaronder insecten, die uiteindelijk in Nature Sustainability werd gepubliceerd. Insecten blijken minder land te vereisen en hebben minder effect op de opwarming van de aarde dan ander dierlijke voedselproducten zoals melk en vlees, vooral als de insecten worden gekweekt op reststromen.

Uitstoot

Tijdens zijn promotieonderzoek maakte Parodi massabalansen voor de productie van de zwarte soldaatvlieg, een van de meest gekweekte insecten ter wereld. Een massabalans is een overzicht van alle voedingsstoffen die het systeem inkomen als voeding en eruit gaan als residu, insectenbiomassa, warmte of als gassen (bijvoorbeeld door de stofwisseling en ademhaling van insecten). Tot nu toe zijn onderzoekers er niet in geslaagd massabalansen te maken van alle input en output omdat de uitstoot van gassen niet werden meegenomen. Alleen als die in de balans worden meegenomen, kunnen onderzoekers een nauwkeurige berekening maken van de voedselconversie-efficiëntie van insecten. Parodi gebruikte speciaal ontworpen klimaatrespiratiekamers om de uitstoot van methaan, ammonia, stikstofoxide en koolstofdioxide tijdens de kweek van de larven te meten.

Bijna een kwart van de koolstof die via het eten werd opgenomen bleek verloren te gaan via gassen als de larven gevoed werden met een dieet van gist, tarwe- en aardappelrestproducten. Er kwam echter vrijwel geen stikstof (1 procent) vrij.

Mestbeheer

De vliegenlarven kunnen ook gevoed worden met dierlijke mest, dat een veelbelovende toepassing voor mestbeheer zou kunnen zijn. In een soortgelijk massabalans-experiment ontdekte de onderzoeker dat varkensmest met larven meer koolstofdioxide en ammoniak uitstootte dan mest zonder larven. De uitstoot van methaan en stikstofoxide bleven gelijk.

Ondanks het verlies van stikstof bleken de larven in staat 25 procent van de stikstof in de mest in hun lichaamsgewicht op te nemen. Een deel hiervan was afkomstig van ammoniakstikstof in de mest. Met behulp van isotopisch gelabelde ammoniakstikstof ontdekte Parodi dat de zwarte soldaatvlieglarven 13 procent ammoniakstikstof in hun lichaamsgewicht opnemen. De resultaten tonen aan dat bioconversie van mest met larven tegelijkertijd amoniakuitstoot veroorzaakt én terugdringt omdat de uitstoot bijdraagt aan een circulaire eiwitvoorraad als de insecten als voer worden gebruikt. ‘De crux is om het verlies van ammoniak zoveel mogelijk te beperken en de opname ervan in het lichaamsgewicht van de larven te maximaliseren’, aldus Parodi.

We moeten niet dezelfde fouten maken die in de veesector gemaakt zijn

Alejandro Parodi, Animal Production Systems

De massabalansstudies leidden tot vernieuwde duurzaamheidsanalyse van de productie van insecten. Wanneer de larven gekweekt worden op reststromen uit de agrifoodsector, kan de productie van de zwarte soldaatvlieg broeikasgassen verminderen. Het gebruik van larven als veevoer doet deze voordelen echter teniet, omdat de reststromen die gebruikt worden om de larven te kweken, ook rechtstreeks gebruikt kunnen worden voor varkens. ‘Gekweekte insecten kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem, maar dat vereist een omgeving waarin ze op de juiste wijze gebruikt kunnen worden’, concludeert Parodi. ‘We moeten deze dialoog voeren nu de sector begint te groeien. We moeten niet dezelfde fouten maken die in de veesector gemaakt zijn.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.