‘Dit gerecht is een echte familieklassieker. Mijn oma maakte dit elke zondag voor de brunch. Met rijst erbij is het een prima avondmaaltijd. Ze vertelde dat er vroeger, voor de oorlog, altijd haaienvin in ging, maar dat kan je tegenwoordig niet meer maken, zeker niet in Wageningen. Indonesië is altijd een handelsland geweest, dat zie je terug in deze soep. De ingrediënten komen uit allerlei verschillende gebieden.’
Ingrediënten (voor 2-4 personen):
1 grote ui
3 teentjes knoflook
2 blikken mais (800 gram)
300 gram champignons of andere paddenstoelen
2 blokjes groentebouillon
1 liter water
2 eieren, medium
2 theelepels maizena
zout
witte peper
1 theelepel suiker
1 theelepel geraspte nootmuskaat
1 eetlepel olie
Bereiden:
- Snij ui en knoflook fijn, hak de champignons;
- Hak de helft van één van de blikken mais grof in de blender. De rest gaat later heel in de soep;
- Breek de eieren in een kom en kluts ze;
- Zet een pan op halfhoog vuur, doe de olie er in. Bak de ui tot hij zacht is, voeg dan de knoflook toe en bak tot hij gaat geuren;
- Voeg alle maïs toe, doe er zout, peper, en nootmuskaat bij en meng goed;
- Schenk het water er bij, wacht tot de soep heeft gekookt en voeg dan de bouillonblokjes toe;
- Gooi de champignons erbij;
- Meng ondertussen in een aparte kom de maizena met 3 theelepels water. Dit zorgt er voor dat de soep iets dikker wordt. Doe het mengsel in de soep en meng goed;
- Als je ziet dat de soep dikker is geworden, is het tijd om de eieren toe te voegen. Schenk het geklutste ei langzaam in de soep terwijl je blijft roeren. Hierdoor ontstaan lange slierten ei;
- Laat de soep een paar minuutjes koken, proef op zout, peper en suiker en serveer!