Nagenoeg alle Nederlandse universiteiten hebben al een BSA ingesteld. Als studenten voor het einde van het eerste en/of tweede jaar onvoldoende punten hebben gehaald, worden ze van de opleiding gestuurd. Wageningen was lange tijd tegen de invoering van een dergelijk advies; studiesucces was de verantwoordelijkheid van de student zelf. Volgens de adviescommissie is die houding niet langer houdbaar. De universiteit heeft in de prestatieafspraken met de overheid namelijk beloofd het studiesucces dermate te vergroten dat 75 procent van de bachelorstudenten binnen vier jaar een diploma heeft. Dat percentage lag in 2012 op 67 procent. Daarbij is het volgens de werkgroep belangrijk dat lakse studenten eerder stoppen met de studie. ‘Dit is belangrijk voor zowel de goede studenten als de docenten, die gefrustreerd raken door slecht presterende studenten.’
Vrij mild
De werkgroep, bestaande uit docenten, opleidingsdirecteuren, studieadviseurs en studenten, adviseert de raad van bestuur vanaf studiejaar 2014-2015 een BSA van 36 punten in te voeren. Daarmee is Wageningen nog vrij mild. In bijvoorbeeld Leiden en Rotterdam is het beleid strenger. Wageningen wil echter kansrijke studenten met een moeizame start de kans bieden in het tweede jaar nog aan te haken.
Een koppeling met een verplichte cursus Studievaardigheden, zoals de universiteit eerder opperde, ziet de werkgroep niet zitten. ‘Het is nog maar de vraag of het gebrek aan studievaardigheden de enige reden is voor studievertraging. Een verkeerde studiekeuze, gebrek aan motivatie of gebrek aan talent kunnen ook oorzaken zijn voor tegenvallende resultaten.’
Een belangrijke voorwaarde voor invoering van een BSA is volgens de werkgroep dat er op tijd naar de student gecommuniceerd wordt dat hij of zij in de gevarenzone zit. De student kan de studieresultaten dan nog verbeteren. Daarnaast moet er een passende oplossing gevonden worden voor bekende struikelvakken. Daar gaat de werkgroep de komende tijd mee aan de slag.