In de loop van de jaren ben ik ze gaan waarderen. Achter ieder mens schuilt namelijk een prachtig verhaal. Een verhaal over vreugde en verdriet, een verhaal dat bij mensen die anders zijn dan jezelf waarschijnlijk hartstikke interessant is.
Laatst las ik het boek ‘Oom Willibrord’ van Jan Terlouw weer eens, een jeugdherinnering. Het gaat over een doorsnee gezinnetje waarbij af en toe hun nogal excentrieke oom op bezoek komt, oom Willibrord. Hij is gekleed in een ruige bontjas, heeft een baard als een holbewoner en hij scheldt heel de dag. Maar stiekem mag iedereen hem. Dat komt omdat hij veel avonturen beleeft en daar uiterst geanimeerd over kan vertellen. Als hij weer eens langskomt schrikt iedereen, maar als hij weer gaat dan baalt iedereen vreselijk. Ik dacht opeens aan al die vreemde mensen in Wageningen.
Waarschijnlijk zitten ze ook wel eens naast je in college, werk je er mee samen tijdens een practicum of zit je tegenover zo iemand achter je bureau. Iemand die je eigenlijk best vreemd vindt, maar die je ook zo vreselijk graag mag. Ga er eens het gesprek mee aan, wedden dat je er veel van kunt leren? Mensen die nog niet verpest zijn door de snelheid van deze tijd. Die nog gewoon zichzelf durven zijn en niet zoveel gedronken hebben van het vergif dat commercie heet. Dat er voor zorgt dat iedereen aanloopt achter de massa en steeds meer bewerkbaar wordt door de grote multinationals die ons doen geloven dat zij de wereld maken.
Kunnen we dan van iedereen die wel in ons referentiekader ‘normaal’ past niets leren? Natuurlijk wel. Waarschijnlijk moet je wel iets dieper graven om de persoonlijkheid achter de persoon te vinden. Ik denk dat het bij zo’n excentriek figuur veel eenvoudiger is om eens een goed gesprek te hebben omdat zo iemand wellicht veel meer zichzelf is. Prachtig toch?