SSR-W tijdens de AID. Foto: Anna den Hartog Alle horeca gaat in ieder geval een maand dicht—dat is een van de coronamaatregelen die op 13 oktober bekend is gemaakt en inmiddels in werking is getreden. Hoe zit het met de sociëteit?
Die mag voorlopig open blijven, blijkt uit de nieuwe maatregelen. ‘Leden van een studentenvereniging mogen bij elkaar komen in de beslotenheid van de vereniging.’ Maar in welke vorm kunnen leden nu terecht op de sociëteit?
Studieplekken populair
Bram Duurland, voorzitter van SSR-W: ‘Het is nu nog niet duidelijk of de bar open mag om in kleine gezelschappen op anderhalve meter een borrel te drinken. We verwachten dat de Veiligheidsregio daar snel duidelijkheid over schept. Onze prioriteit ligt momenteel ergens anders: we willen graag op zijn minst open kunnen blijven als studieplek. Dat is de afgelopen tijd erg populair bij ons en het is een mogelijkheid om samen te komen op veilige afstand.’ Leden die in het verenigingspand willen zijn, bijvoorbeeld voor zo’n studieplek, moeten zich eerst online aanmelden.
De boodschap die we vanuit de universiteit krijgen is ook: niet de randjes van de regels opzoeken
Bram Duurland, voorzitter van SSR-W
Duurland zit samen met voorzitters van andere verenigingen, vertegenwoordigers van de universiteit en de gemeente Wageningen in een appgroep. ‘De boodschap die we daar krijgen vanuit de universiteit is ook: niet de randjes van de regels opzoeken, maar vooral kijken naar wat verstandig is.’
Goede binding
De coronapandemie zorgt voor de nodige uitdagingen bij SSR-W, aldus Duurland. ‘Nieuwe leden kunnen minder op de vereniging zijn en ontmoeten dus minder mensen. We hebben 173 nieuwe eerstejaars en er mogen maar dertig man in een zaal. Daarnaast zijn sommigen ook huiverig om in deze tijd naar de vereniging te komen. Hoe zorg je dat iedereen elkaar leert kennen? En hoe zorg je dat zij toch een goede binding met de vereniging krijgen? We kunnen ze niet altijd een plek bieden, maar geven ze wel iets meer voorrang ten opzichte van de andere leden.’
Financieel maakt hij zich geen zorgen. ‘We kunnen minder uitgeven en hebben verliezen gedraaid, maar we gaan er niet aan onderdoor. Dat lijkt bij sommige verenigingen in andere steden toch anders te zijn.’
Wél vergaderen
Emiel Dijkstra, voorzitter van KSV Franciscus: ‘Het horecadeel is dicht, maar studentenverenigingen hebben nog wel het recht om te verenigen. Besturen en commissies kunnen dus op anderhalve meter bij elkaar komen om te vergaderen. Maar de bar is dicht, dus we zijn niet écht open.’
‘Er mogen nu nog dertig man per zaal komen. Wij gaan uit van twee zalen. We hebben genoeg ruimte qua zalen om drie keer dertig man toe te staan, maar dat is nu niet verstandig. Er zijn dus maximaal zestig man in het pand.’
Lager pitje
Voordat de huidige maatregelen ingingen, werd er nog wel geborreld, vertelt Dijkstra. ‘Daarvoor moest je je wél inschrijven. Je kon met vier man een tafel reserveren. Er was dus alleen ruimte voor kleine groepjes, dus er waren al geen borrels met hele jaarclubs ofzo.’
Er waren al geen borrels met hele jaarclubs
Emiel Dijkstra, voorzitter van KSV Franciscus
Ook bij KSV Franciscus worden studieplekken aangeboden. ‘Dat willen we blijven doen, maar we moeten nog even kijken of dat mag. Voor de nieuwe maatregelen boden we daar lunch bij aan; dat kan nu in ieder geval niet meer, want dat valt onder horeca. Maar we hopen open te kunnen blijven voor studieactiviteiten. Dat zou de universiteit ook wel fijn vinden.’
‘Normaal is de vereniging een soort hele grote sociale groep’, zegt Dijkstra. ‘Dat ligt niet stil, maar staat wel op een lager pitje. De pandemie heeft invloed op de vereniging, omdat het veel moeilijker is om je te verenigingen.’
Update 16 oktober 9.00 uur
In gesprekken tussen de gemeente en SSR-W heeft de gemeente aangegeven dat de studentenvereniging eerst een ontheffing aan moet vragen om studieplekken aan te mogen bieden. ‘We zijn nu volledig dicht tot die ontheffing er is’, zegt SSR-W-voorzitter Duurland. ‘Als verenigingen zijn we nog aan het uitzoeken in hoeverre dat echt nodig is. Maar het is dus nog niet zeker of we studieplekken aan mogen bieden.’
