‘Wageningen UR heeft twee gezichten. Het gezicht van natuur, milieu en gezonde voeding, de mooie dingen van het leven. En het gezicht van bio-industrie en genetische manipulatie. Die twee gezichten zijn lastig te managen in ons imago. Hebben we gentech of biologische landbouw nodig om 10 miljard mensen te voeden? Dat weet ik niet. Het mooie van Wageningen is: we hebben beide in huis. De opvolger van Aalt moet daar geen keuze in maken. Hij moet daar een balans in vinden en beide kampen aanspreken en aan Wageningen binden.’
‘In onze strategie moet duurzaamheid centraal staan. Duurzaamheid is wat mij betreft: alle dingen die je oneindig kunt doen met 10 miljard mensen op aarde die ongeveer even rijk zijn. Daar voldoet op dit moment maar weinig aan, er zijn dus radicale veranderingen nodig. Daar moet Wageningen aan werken. De meest basale levensvoorwaarden – water, voedsel, lucht en energie – moeten duurzaam beschikbaar zijn. Daarmee staat Wageningen dan aan de basis van het leven. Zowel aan de technocratische als zachte kant. De oplossing ligt waarschijnlijk in de synthese van hard en zacht, met technologie gebaseerd op de natuur, zoals onze missie al aangeeft.’
Daar hoort ook een bepaalde bestuursstijl bij. We hebben geen blueprint, we willen dingen uitproberen, we belonen out of the box denken. En met de dingen die lukken, gaan we dan door. Omdat er veel ego’s in Wageningen zitten, heb je een stevig persoon nodig als leider. En een leider die zijn eigen kritiek organiseert binnen en buiten Wageningen UR.’