De grote lisdodde bij Lumen. Algemene naam: Grote lisdodde
Wetenschappelijke naam: Typha latifolia
Bloeitijd: late zomer tot late herfst
Waar te vinden: achter Lumen naast de kleine vijver
‘In Nederland komen er twee soorten voor van dit geslacht: Typha latifolia en Typha angustifolia – respectievelijk de grote en de kleine lisdodde. Beide soorten zijn waterplanten, maar waar de grote in vijvers en andere kleine, doorgaans ondiepe wateren groeit, vind je de kleine vooral aan de oevers van grotere meren. Zoals wel vaker is de betekenis van de naam niet bekend. Typha zou afkomstig kunnen zijn van het Griekse woord tiphos (een moeras of waterlichaam) of van het woord typhe, dat kattenstaart betekent en daarmee verwijst naar de vorm van de vrucht. De plant heet in de volksmond ook wel rietsigaar of duivelsknuppel.
‘Deze soort komt in de hele wereld voor omdat-ie niet gebonden is aan een specifiek klimaat, maar overal kan groeien waar de juiste wateromstandigheden zijn. Een andere bijzonderheid aan deze plant is dat die gebruikt kan worden voor fytoremediatie: het reinigen van water.
‘Ik heb goede herinneringen aan al die keren dat ik in mijn jeugd naar ‘het moeras’ bij ons dorp ging en daar rietstengels en lisdodden plukte om thuis in mijn kamer te zetten. Het probleem is echter dat de cilindervormige bruine bloemen heel veel witte, pluizige zaden voortbrengen. Dus na enkele weken lag die pluis door het hele huis. Maar mijn ouders klaagden er tot mijn verbazing nooit over. Als je de vijver bij Lumen bezoekt, zie je daar ook de komende weken de pluizen toenemen.’
Tekst en foto’s Julia van der Westhuyzen, verhalen Joop Schaminée
