Ze begint in het donker, ze spreekt over fotosynthese en de zon die uiteindelijk de energiebron is waar de hele aarde om draait. Wanneer ze over de verlichting praat komt ze in de schijnwerpers staan. Ze praat over het huidige wantrouwen van de samenleving en de politiek in de wetenschap, over de kloof die overbrugd moet worden. Ze praat over de relatie tussen ‘alfa-’ en ‘bètawetenschappen’. Ze onderscheidt drie soorten kennis, waarbij het licht op het podium afwisselend van groen, naar rood, naar oranje verspringt. Ze schetst vergezichten over een nog internationalere universiteit, over Wagenings onderwijs op campussen ver weg en bruisende zomerperiodes vol summer schools. Ze spreekt studenten aan: lees boeken! Ze spreekt haar collega’s aan over de uitdagingen voor de toekomst. En als ze uitgesproken is, wordt het weer donker op het podium en zien we alleen nog de gekleurde lampjes waarvan we er achteraf allemaal één mee naar huis krijgen.
En ik zit in de zaal en maak aantekeningen. Van tevoren had ik bedacht dat de opening van het nieuwe academische jaar wel eens een leuke inspiratiebron zou kunnen zijn voor een blog, maar over deze opening en deze speech zou ik wel dertig blogs kunnen schrijven.
Dames en heren, het mag u niet ontgaan zijn: de raad van bestuur is gewisseld van voorzitter en gister heeft ze de piketpaaltjes voor de toekomst uitgezet. In haar persoon hebben we een stukje van de buitenwereld binnengehaald. Onze nieuwe topvrouw is eloquent en schuwt een beetje show niet. Ze praat zonder schroom over het unieke mandaat Wageningen, dat urgenter en relevanter is dan ooit is. Geen bescheidenheid, maar trots en overtuigd van de noodzaak van ons werk en de motivatie en talent die de universiteit onder haar dak heeft.
Er waait een frisse wind door Wageningen. Een revolutie zal het niet worden, maar iedereen zal iets van die frisheid op zijn wangetjes gaan voelen.