Sinds 2003 ondersteunt de Nederlandse ambassade in Nairobi vier grote Keniase natuurbeschermingsorganisaties. Doel van die steun is de natuur te beschermen en de biodiversiteit in stand te houden. Tussen 2007-2012 werd ruim 26 miljoen euro uitgegeven. Twee miljoen daarvan werd geïnvesteerd in toerismeprojecten die moeten bijdragen aan natuurbehoud door middel van armoedebestrijding. Arjaan Pellis en collega’s bij Culturele Geografie en Milieubeleid onderzochten in opdracht van de ambassade de impact van dat toerisme op de lokale ontwikkeling.
Die impact is aanzienlijk, zo blijkt. In het onderzoeksgebied vonden 400-450 mensen blijvend werk in de toerismesector. Indirect profiteren daar 2000 mensen van mee en werden 2500 studiebeurzen aan (veelal) meisjes uitgedeeld. Van de aangebrachte verbeteringen aan de infrastructuur, watervoorziening, veehouderij, veiligheid en gezondheid profiteerden minstens 100.000 mensen. Daarnaast profiteert de lokale economie van de bestedingen van toeristen aan voedsel en andere diensten.
De projecten waarmee dat gebeurde zijn divers. Van de exploitatie van luxe lodges voor de (buitenlandse) wildernistoerist tot het opzetten van kleinschalige manyatta’s (culturele bezoekerscentra) voor de binnenlandse en culturele bezoeker. Pellis: ‘Om die manyatta’s zitten tal van kleine bedrijfjes, zoals vrouwenprojecten die souvenirs verkopen aan toeristen en internationale dierentuinen. Die bedrijfjes zijn sterk gekoppeld aan de lokale cultuur en creëren een heel andere ervaring dan de de exclusieve lodges.’
De exploitatie van exclusieve lodges heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. ‘In een paar jaar tijd zijn er in heek Kenia naar schatting 250 ondernemingen opgezet die in eigendom zijn of worden beheerd door lokale gemeenschappen’, zegt Pellis. ‘De high-end exclusieve markt voor de buitenlandse toerist lijkt overigens verzadigd te raken. De nieuwe goudmijn is volgens lokale natuurorganisaties de Keniase middenklasse die steeds meer te besteden heeft.’
Het succes kent overigens ook een kanttekening. De evaluatie betrof uitsluitend de sociaal-economische effecten van de onderzochte projecten op het niveau van de betrokken organisatie. De sociale impact op micro-niveau is niet uitgebreid onderzocht. ‘Bij de ene organisatie komt het geld bijvoorbeeld bij veel meer mensen terecht dan bij de andere. Wil je exact weten over wat er gebeurt met de inkomsten uit toerisme, wat er goed en niet goed gaat en, dan zul je langdurig antropologisch onderzoek moeten doen.’