Commentaar door Matthew Wedzerai, tweedejaars Animal Sciences en Blessing Chitanda tweedejaars International Development Studies. Beiden uit Zimbabwe.
Matthew
: ‘Veruit de meeste Zimbabwaanse studenten gaan op de campus wonen. Daar hangt de juiste sfeer want alles is er op gericht om te kunnen studeren en het is goedkoop wonen. Het scheelt een hoop geld als je niet elke dag met de bus hoeft. Iedereen heeft een eigen kamer en er zijn winkels en een kantine. Je gaat alleen voor hele leuke dingen de campus af. Uitgaan of naar de bioscoop bijvoorbeeld.’
Blessing
: ‘Ik verhuisde van de hoofdstad Harare naar een klein stadje voor mijn studie. Tijdens de introweek vertelden ze ons alles over clubjes, studentenbesturen, sporten en gezondheidsfaciliteiten. De week eindigt met een feest. Daar ben ik niet heen gegaan omdat ik niet van de drink- en flirtsfeer houd. Ik maak liever op een rustigere plek een praatje met andere mensen. Oudere studenten gaan veel met de nieuwelingen om, wat het wennen veel makkelijker maakt dan hier in Nederland.’
Matthew
: ‘Gaan studeren betekent in Zimbabwe dat je zelfstandiger wordt. Koken kan ik al sinds ik acht ben, en ook wassen en schoonmaken was niet nieuw. Wel had ik voor het eerst zelf geld, dat leende ik van de overheid. Ik bespaarde geld door een kamer te delen met een vriend, ook al mocht dat eigenlijk niet. Overigens heb ik mijn lening niet terug hoeven betalen, de inflatie was op dat moment zo hoog dat het maar heel weinig was. Toen is het kwijtgescholden.’
Blessing
: ‘Als je gaat studeren in Zimbabwe leer je je beter te kleden. Nette spijkerbroeken, een chique handtas, hakken en make-up. Dat komt omdat we tegenwoordig vrij zijn om te dragen wat we willen. Vroeger legden de scholen en conservatieve ouders strenge regels op.’