De reden dat ik vaak schrijf over de studentenraad is, afgezien van het feit dat ik er zelf in gezeten heb, dat ze belangrijk werk doen. Elk jaar geven twaalf jongens en meisjes een jaar van hun studie op om ons, studenten, te vertegenwoordigen. Onze universiteit is nu eenmaal een ondemocratische instelling waar studenten nagenoeg niet meebeslissen. Afgezien van de SR, dus. Zij zijn de enigen die rechtstreeks met de raad van bestuur aan tafel zitten en onze stem laten horen. Dankzij de SR krijgt de rector te horen wat belangrijk is voor studenten, welke problemen er spelen en wat hij beter niet kan doen. Dat doen ze op basis van rechten die verankerd zijn in de wet, dus ze zijn zeker niet tandeloos.
Ja, het is een onervaren stel jonge mensen tegenover de door de wol geverfde professionals van de universiteit. Vaak hadden ze, althans in de ogen van een buitenstaander als ik, tactischer moeten spelen en zich minder moeten laten wijsmaken door de RvB. Ja, ze zitten ook in de SR voor hun eigen belang aangezien je er heel veel leert en het goed op je CV staat. En ja, ze zijn vaak iets te veel van de details en de procedures en iets te weinig van het grote, duidelijke verhaal. Maar ze doen nu eenmaal werk dat alleen resultaten biedt op de (zeer) lange termijn en dat veel subtiliteit vergt. Ze zijn geen vakbond die op de tafel slaat en actie voert, want ze moeten over een paar weken weer normaal met de rector om tafel kunnen. Ze doen hun werk in relatieve stilte en het is vaak moeilijk om uit te leggen wat ze precies aan het doen zijn omdat het allemaal zo ingewikkeld ligt.
Aankomend jaar nemen er zowaar drie studentenpartijen plaats in de raad, dat is mooi. Ik zal ze weer op de vingers kijken en weer commentaar geven als ze in mijn ogen iets stoms (of goeds) doen. Maar ze moeten weten dat ik dat alleen doe omdat ik hun werk waardeer en belangrijk vind, en omdat een gezond portie commentaar nu eenmaal hoort bij een goedwerkende vertegenwoordiging.
Ik zou ze bij dezen, als ik zo vrij mag zijn, één advies willen meegeven: blijf kritisch. Laat je niets wijsmaken, probeer niet al te veel vriendjes te blijven met de RvB. Want het gaat er aan het eind van de dag niet om dat je mag barbecuen met de rector, maar om wat je er voor jouw achterban hebt uitgesleept.