Tot nu toe rapporteerden de vertrouwenspersonen om de twee jaar. Vanaf nu is dat jaarlijks. In 2014 werden 55 meldingen van ongewenst gedrag gedaan. Vergeleken met de vorige (tweejarige) periode is dat een flinke stijging. Tien van die meldingen komen van studenten. In bijna de helft van alle meldingen gaat het om intimidatie. Dat is iets minder dan voorgaande jaren.
De stijging van het aantal meldingen lijkt haaks te staan op alle aandacht die er de afgelopen jaren is geweest voor ongewenst gedrag bij Wageningen UR. Een speciaal ingestelde externe commissie onderzocht de oorzaken van ongewenst gedrag. De Raad van Bestuur zette daarop een aantal maatregelen in gang om ongewenst gedrag te voorkomen. Eén van die acties is de huidige serie artikelen op intranet met voorbeelden uit de praktijk van ongewenst gedrag en hoe daarbij te handelen.
In twee derde van de gevallen komt het ongewenste gedrag van leidinggevenden. Als het om intimidatie gaat, richten de medingen zich zelfs in tachtig procent van de gevallen tegen de leidinggevende. Opmerkelijk genoeg worden leidinggevenden hier volgens de vertrouwenspersonen niet altijd op afgerekend. Soms ontkennen leidinggevend ‘botweg’ dat er iets schort aan hun omgangsvormen of wordt van hogerhand bewust niet ingegrepen ‘omdat daarmee andere belangen onder druk komen te staan.’
Een kwart van de gevallen van intimidatie vindt plaats tijdens R&O-gesprekken. Het rapport noemt bijvoorbeeld het met de vuist op tafel slaan door de leidinggevende of het achteraf aanpassen van het verslag met onderwerpen die niet ter sprake zijn geweest. Het instrument R&O-gesprek lijkt volgens de vertrouwenspersonen door sommige leidinggevenden ‘misbruikt te worden om lastige medewerkers aan te pakken’.
Het rapport van de vertrouwenspersonen moet nog worden besproken met de RvB. In afwachting daarvan willen de vertrouwenspersonen nog geen toelichting geven op het rapport.