Dat bewijst onderzoek van Wiebke Klemm. De promovenda landschapsarchitectuur onderzocht de bijdrage van stadsgroen aan het zogeheten thermisch comfort op warme zomerse dagen in de stad. Thermisch comfort wil zeggen: hoe wij de warmte beleven, hoe (on)aangenaam het samenspel van temperatuur, wind luchtvochtigheid en straling aanvoelt. Als het warm is, zoeken we de schaduw op. En geen lekkerder schaduw dan die van een mooie boom. Maar gek genoeg is de relatie tussen thermisch comfort en stadsgroen volgens Klemm nauwelijks onderzocht. Meteorologen meten en berekenen van alles over hitte in de stad, maar dat zegt niks over hoe een mens die warmte echt ervaart en wat de rol van stadsgroen daarbij is. Klemm vroeg er wel naar in Arnhem, Rotterdam en Utrecht. De conclusie is helder: stadsgroen zorgt ervoor dat wij ons ‘thermisch’ prettig voelen. Water of de schaduw van gebouwen haalt het in onze beleving niet bij de verkoelende werking van een bomen. In Utrecht werd daarnaast het thermisch comfort van het centrum, dertien parken en een stukje buitengebied gemeten door op twee bakfietsen vol apparatuur rondjes te rijden. Dat leverde gedetailleerde gegevens op over de temperatuur, de stralingstemperatuur en de zogeheten fysiologisch equivalente temperatuur. Dat laatste getal is een biometeorologische maat voor thermisch comfort. Ook de meetgegevens tonen aan dat groene plekken de koelte-eilanden in een stad zijn.
In parken is de lucht koeler (een graad Celsius), is de stralingstemperatuur lager (2,5 graad) en is de fysiologisch equivalente temperatuur lager (1,9 graad) dan in het centrum. De parken verschillen onderling tot wel twee graden in koelte. Dat komt volgens Klemm met name door de inrichting van het park. Tien procent meer boombedekking bijvoorbeeld levert een ruim drie graden lagere stralingstemperatuur op. Ook maakt het uit of er uit de richting van waar de wind komt groen aanwezig is.
De resultaten bewijzen volgens Klemm het belang van stadsgroen. Door de klimaatverandering zal de hitte in steden toenemen. Thermisch comfort zal daardoor volgens haar steeds belangrijker worden bij de inrichting van de buitenruimte. ‘Behoud en onderhoud daarom bestaand groen en zorg waar mogelijk voor meer en beter stadsgroen, zodat mensen op warme dagen een keuze hebben aan thermisch aangename plekken.’