Toen ik studeerde, in de jaren negentig, had ik daar ook last van. Ik liep in mijn studie tegen vragen aan als: hoe weten de 32 cellen van het embryo dat cel 1 zich specialiseert naar een hersencel, cel 10 naar een beenmergcel en waarom en hoe wordt cel 20 een oog? Waar halen die cellen de informatie vandaan? Komt dat van buiten het embryo of ligt het allemaal opgesloten in het DNA?
Er was een bioloog die toentertijd beweerde dat ervaringen en ontwikkelingen van alle levende wezens opgeslagen liggen in een ‘ervarings-en vormingsveld’ dat zich om de aarde bevindt. Een embryocel die met de vraag zit; ‘Wat moet ik worden? ’ , haalt daar de info vandaan! Ik vond het een interessante verklaring die mij spirituele rust gaf. Niet alles is tenslotte wetenschappelijk te verklaren. Het leven is een mix van harde wetenschappelijke feiten en zachte spiritualiteit.
Verbaasd heb ik dan ook de discussie rond hond en god gevolgd. Het College voor Promoties (CvP) stelde dat je in je proefschrift wel je hond, maar niet je God mag bedanken voor zijn/haar inspiratie. Gelukkig, het CvP is terug gekomen op haar besluit. Dit gedoe geeft mij wel aan dat wetenschap net zo dogmatisch geworden is als de religie waar het 300 jaar geleden uit ontstaan is.
Maar gelukkig, dan is er koffie. Eindelijk laat de WUR zich inspireren door Max Havelaar. Wel een beetje laat; terwijl Nederland in 1988 begon met een verantwoord bakkie (het startte in kerken!), sukkelt de WUR, na 26 jaar, ook over deze duurzame streep. Wat mij betreft mag de wetenschap zich wel wat sneller laten inspireren.