Waar is dat eigenlijk goed voor, zo’n bodemmuseum? Jantiene Baartman kan je dat enthousiast uitleggen. Dankzij het bodemmuseum is zij bodemkundige. Eén bezoekje destijds aan het Isric-museum aan Duivendaal en ze was verkocht. ‘Al die verschillende bodems, al die verschillende kleuren. WOW!’ Nu is ze onderzoeker bij Bodemfysica en landmanagement.
Baartman was maandag een van de vier sprekers die de opening van het nieuwe Wereldbodemmuseum opluisterden met hun persoonlijke bodemverhaal. De andere drie waren oud-hoogleraar Salomon Kroonenberg, NIOO-directeur Louise Vet en onderzoeker Paul Farris (Universiteit van Portsmouth), een frequent bezoeker van het museum. Hoofdgast evenwel was de Amerikaanse chinees John Liu, oud-journalist, filmmaker en –bovenal- milieuactivist.
Liu, in kaki ontdekkingsreizigers-tenue inclusief de onafscheidelijke hoed, heeft naam gemaakt als voorvechter (www.ecosystemreturn.org) van het herstel van door de mens vernietigde ecosystemen. De gelijknamige stichting is gevestigd in Amsterdam. Zijn boodschap is er een van hoop. Wij mensen maken een hoop kapot, maar met wat hulp komen zelfs totaal verwoeste bodems en ecosystemen er weer bovenop.
De gezamenlijke boodschap van alle sprekers was helder: zonder bodem geen leven. Dat is meteen ook de boodschap die het Wereldbodemmuseum uitdraagt. Het museum begon in 1966, het jaar dat Isric werd opgericht, aan de Universiteit van Utrecht. Elf jaar later verhuisde het museum naar Duivendaal in de Wageningse binnenstad. Tot het pand drie jaar geleden als brandonveilig werd afgekeurd. De laatste tijd fungeerde een zaal in Gaia als noodmuseum.
Het nieuwe gebouw is volgens ESG-directeur Kees Slingerland het sluitstuk van een grote reorganisatie en renovatie. En niet voor niks is het museumgebouw gekoppeld aan de centrale entree van ESG. ‘Isric en het museum zijn de basis van de bodemwetenschappen .’ Om dat te onderstrepen kreeg het museum van Slingerland een kopie van de bronzen plaquette die op het graf van Staring in Lochem prijkt. Staring is de grondlegger van de bodemkunde in ons land.
Bodemprofielen van uit de hele wereld maken net als vanouds een prominent onderdeel uit van het museum. Maar verder maakt moderne techniek de dienst uit. Met de Digitale Kaartentafel als centrale blikvanger, omringd door ‘stations’ die thema’s belichten als voedselzekerheid, klimaat en landgebruik. Dat die nieuwe aanpak werkt blijkt uit het bezoek. Het eerste kwartaal leverde al evenveel bezoekers op als driekwart van het hele vorige jaar.