Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Maar wat is muzikaal en mooi? Welke elementen uit de zang van een nachtegaal bespelen de zinnen van een vrouwtje het effectiefst? Recent onderzoek bij verschillende vogelsoorten wijst uit dat met name de snelle trillers voor vrouwtjes tamelijk onweerstaanbaar zijn, legt Naguib van de Behavioral Ecology Group uit. Die trillers zijn technisch moeilijk en dus kun je je daarmee onderscheiden. Oudere nachtegalen bijvoorbeeld zingen deze trillers beter. Maar hoe het precies werkt is grotendeels een nog onopgelost raadsel.
Samen met een team van internationale collega’s stelt Naguib een methode voor om op een heel andere manier naar vogelzang te kijken. Klassieke methodes om zang te beschrijven concentreren zich op het in kaart brengen van het repertoire van een vogel. Hoeveel verschillende deuntje zingt het beestje en hoe vaak komt elk liedje voor. Alsof je een tekst omschrijft door woorden te turven. Veel informatie blijft daardoor buiten beeld.
De beelden laten goed het verschil zien hoe vogels hun zang opbouwen
Marc Naguib
De methode die Naguib en co introduceren focust daarentegen juist op het ritme, de afwisseling van toonhoogtes en de zuiverheid van de tonen. Een ritme-spectrum krijg je bijvoorbeeld door de duur van een noot tot de volgende noot uit te zetten tegen de duur van de noot tot de vorige noot. Dat levert van een uurtje zang een plaatje op met duidelijke clusters van punten die specifiek zijn voor de zangkunst van de vogel. Naguib en collega’s deden dat met de Noordse nachtegaal (Luscinia luscinia).
Door in dergelijke plots de afzonderlijke tonen met lijnen aan elkaar te knopen ontstaan typische zanglijnen: door de vogel veel gebruikte ritmes, melodieen en verbuigingen die je mist als je alleen maar het repertoire telt. Op dezelfde manier zijn ook de zuiverheid van tonen in kaart te brengen. Je ziet aan zon plaatje volgens Naguib in een oogopslag het verschil tussen een jazzy nachtegaal en eentje die smartlappen maakt. ‘De beelden laten goed het verschil zien hoe vogels hun zang opbouwen.’
De volgende stap is nu om gedragsexperimenten uit te voeren. Naguib: ‘Wij hebben zang van mannetjes die succesvol een vrouwtje hebben gelokt en van mannetjes die vrijgezel zijn gebleven en dus een lagere fitness hebben. Met deze methode kun je nu bepalen of er een verschil is in muzikaliteit. Je kunt die zang manipuleren, bepaalde delen weghalen, en observeren hoe vogels daarop reageren. Op die manier valt te achterhalen wat zang aantrekkelijk maakt.’
Investigation of musicality in birdsong, Hearing Research 308 (2014) 71-83.